Uitzending Gemist voor televisie-erfgoed online
Op de UNESCO werelddag voor audiovisueel erfgoed wordt vandaag de internet portal EUscreen gelanceerd. De Utrechtse hoogleraar Sonja de Leeuw is de coördinator van het project. EUscreen laat volgens haar de Europese geschiedenis zien aan de hand van televisiebeelden en geeft tegelijkertijd een beeld van de ontwikkeling van televisie in Europa.
EUscreen begon in 2009 als een driejarig project met als doelstelling het Europese erfgoed aan televisiebeelden te ontsluiten. Het project wordt gefinancierd door de Europese Commissie die de Europese burgers graag digitale toegang biedt tot de gemeenschappelijke cultuurgeschiedenis. Inmiddels zijn er 28 partners uit 19 landen betrokken bij het initiatief. De Utrechtse hoogleraar ‘Nederlandse televisiecultuur in een internationale context’ Sonja de Leeuw is samen met het Nederlandse Instituut Beeld en Geluid, initiatiefnemer en coördineert het project.
De hoogleraar startte begin 2011 met een testuitvoering van EUscreen. Op dit moment staan er zo’n 10.000 televisiefragmenten op. De bedoeling is dat dat er eind volgend jaar zo’n 30.000 zullen zijn. De Leeuw hoopt met EUscreen een gemeenschappelijke en geïntegreerde verzameling televisiebeelden op te bouwen waarmee zowel de kennis van de Europese (cultuur)geschiedenis als de geschiedenis van de televisie in Europa kan worden vergroot.
Geen YouTube
Volgens De Leeuw wordt vaak onderschat hoe lastig het is om toegang te krijgen tot online televisie-erfgoed in Europa, ondanks het groeiende aanbod. “Er is een grote behoefte aan online toegankelijk audiovisueel materiaal uit Europa met het oog op een transnationale bestudering van televisie. En inderdaad: er is steeds meer, maar dat is niet zonder meer toegankelijk over grenzen heen, laat staan doorzoekbaar. Als je in Nederland naar het archief van de BBC gaat, krijg je te zien: ‘not available in your area’. Van het materiaal op YouTube ken je vaak de context niet: van wie is het afkomstig?, wanneer is het gemaakt? Elke betekenisgeving ontbreekt. En dan hebben we het nog niet over de slechte kwaliteit.”
De hoogleraar denkt dat de portal een grote meerwaarde biedt door het beeldmateriaal op een gestructureerde en geïntegreerde wijze aan te bieden. Zij geeft sturing aan medewerkers in de deelnemende landen die programma’s op basis van gestandaardiseerde inhoudelijke en technische criteria aanleveren. “Wij hebben een opvatting over hoe je vergelijkende Europese televisiegeschiedenis moet aanpakken. Die is leidend voor de selectie van de beelden. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in een thematische aanpak. Zo is er een verzameling over ‘Being European’ en over ‘The history of European television’.”
De portal is bedoeld voor het algemene publiek, en ook voor onderzoekers en studenten. Zo is er al een ‘gebruikersscenario´ getest onder onderzoekers naar de representatie van minderheden als Roma en Sami in televisiefragmenten uit verschillende Europese landen. “Voor mediahistorici biedt de portal heel mooie mogelijkheden om transnationaal allerlei ontwikkelingen te bestuderen. Dat doen we zelf ook en we zullen de resultaten direct op de portal publiceren. Zo komen we binnenkort met een peer reviewed e-journal over de Europese televisiegeschiedenis en cultuur waarin we materiaal van EUscreen analyseren en van context voorzien.”
Culturele verschillen
De Leeuw zegt mede dankzij EUscreen tot de conclusie te zijn gekomen dat er zeker zoiets bestaat als een specifiek Europese wijze van televisie maken, tegelijkertijd ziet zij grote culturele verschillen als het gaat om inhoud en stijl. “Om maar iets te noemen: waar de televisiemakers in Denemarken zich vaak zien als beschermers van de civil society en op zoek gaan naar misstanden in de samenleving, maken de Britten bij de BBC veel afstandelijkere nieuwsprogramma’s met keurig hoor en wederhoor.”
Daarnaast constateert De Leeuw dat veel Europeanen graag weten hoe ze door andere Europeanen worden gezien. “Dat nemen we we bijvoorbeeld waar in landen uit het voormalige Oostblok. De Polen wisten niet hoe er in West-Europese landen tegen hun Poolse paus werd aangekeken of tegen de vakbeweging Solidarnosc, waarover ze tijdens het communistische regime weinig op hun eigen televisie zagen. Aan de hand van televisiebeelden uit verschillende landen kunnen de Polen zich daar nu een idee van vormen.”
Maar er zijn volgens haar tal van filmpjes op de site te bewonderen die zonder verdere context al de moeite waard zijn, omdat ze gewoonweg vermakelijk zijn. Als tip noemt ze een Frans filmpje uit 1947 waarin de huidige mobiele revolutie op het gebied van geluid en beeld al heel treffend werd voorspeld.