Unitas schenkt de stad een steen

 “Honderd jaar U.S.R. is honderd jaar Utrecht”, zei Unitas-rector Wesley Verheul vrijdag tijdens de ‘centenniumviering’ van zijn vereniging. Om de band met de stad te bezegelen mocht burgemeester Aleid Wolfsen een gedenksteen in ontvangst nemen die bij het Neude zal komen.

De studentenvereniging Unitas S.R. bestaat honderd jaar en dat wordt de hele maand november gevierd. Zaterdag was de dag voor de oud-leden en de dag van de cadeau’s. Reünistenvereniging Iungit Iunctos (‘verbond der verbondenden’) gaf een raam aan de vereniging, terwijl de vereniging op haar beurt een steen aan de stad Utrecht gaf.

“Gezelligheid, traditie en verbroedering heeft ons in honderd jaar tot een instituut gemaakt. Daar is meer voor nodig dan een goedlopende vereniging. De burgerij heeft bij ons altijd een plek gehad,” zei Wesley Verheul, rector van de senaat van Unitas. “Honderd jaar U.S.R. is honderd jaar Utrecht. Dat wilden we bekrachtigen met een cadeau.”

De gedenksteen voor de stad draagt de tekst ‘Studenten juicht en jubelt’ en is gemaakt door oud-Veritijn Michiel Deylius (54). Hij zal komen te liggen op de Neude, bij de bankjes tegenover het voormalige postkantoor.

“Heel mooi,” zei burgemeester Aleid Wolfsen bij het in ontvangst nemen van de steen. Hij bekrachtigde de woorden van Verheul: “De rector noemde al de maatschappelijke activiteiten van Unitas. Utrecht is dynamisch en jong er gebeurt veel. Er is geen twijfel: Unitas behoort tot de fundamenten van onze stad.”

Intocht

Voordat burgemeester Wolfsen de steen kreeg aangeboden, was het eerst de beurt aan de oud-leden. Zij liepen in een intocht van het Domplein naar het Lucasbolwerk, waar Unitas gevestigd is. Hier was vooral de traditie te zien waar Verheul het over had: met grote vaandels en getooid in zwarte gewaden en baretten liep de stoet statig door de stad.

De reünistenvereniging schonk de huidige generatie een glas-in-loodraam met een hoop symboliek, gemaakt door kunstenaar Sybille Gielen (67). Het goud in het raam staat voor het honderdjarig bestaan, het rood voor levensstroom en het bescheiden groen voor de oud-leden, die in de woorden van Gielen “ooit groen en nieuw waren, maar nu zijn verworden tot een loot aan de boom.”

Traditie

Het is vooral de huidige generatie Unitariërs die hecht aan de traditie. Zo was vooral de reünistenvereniging een voorstander van de licht frivole letters op de gedenksteen, terwijl de huidige senaat in eerste instantie liever een behoudender lettertype verkoos.

Niet alle oud-leden waren helemaal weg van de intocht. “Het is een beetje oubollig om achter zo’n vaandel te gaan lopen. Ik kan ook zonder,” zei oud-lid van het college van bestuur van de universiteit, Wim Kardux (67). Op het Lucasbolwerk wachtte hij de stoet op, samen met Anton Franssen (72), mede-senator uit het jaar ’64-’65. Ook Franssen kon het stellen zonder een overvloed aan traditie. “Mijn baret? Die ligt nog op zolder.”

Advertentie