Universiteit wil grotere masterinstroom

Het college van bestuur neemt maatregelen om de Utrechtse masters aantrekkelijker te maken. Daarmee moet een einde komen aan de trend waarin meer Utrechtse bachelorstudenten elders een master gaan doen dan er studenten van elders naar Utrecht komen.

Het universiteitsbestuur maakt zich al lange tijd zorgen over dit ‘masterverlies’. Over de gehele universiteit bezien kwamen er in 2009 bijna 400 masterstudenten minder binnen dan dat er bachelorgediplomeerden uit Utrecht vertrokken. Zorgwekkend is echter vooral dat de balans in de afgelopen jaren steeds verder verstoord is geraakt.

Met de Utrechtse bachelorinstroom gaat het al jaren zo goed dat collegevoorzitter Yvonne van Rooy bij de opening van het academisch jaar zei dat het wel wat minder mocht. Bij de masterinstroom ligt dat geheel anders, vindt het universiteitsbestuur. Het doemwoord ‘undergraduate university’ wil men in Utrecht liever niet horen.

In het jongste Strategisch Plan werd daarom ook al een reductie van 20 procent van het aantal masterprogramma’s als doelstelling opgenomen. Het diffuse masteraanbod zou belangstellende studenten afschrikken.

Aantrekkelijke masteraanbod
Dit voorjaar maakte de Onderwijs Advies Commissie (OAC) een analyse van de situatie. Kort voor de zomer bracht de OAC een advies uit.  In een gesprek met DUB stelt voorzitter Rob van der Vaart dat harde gegevens over motieven om niet naar Utrecht te komen, ontbreken. Hij denkt echter dat de balans in evenwicht kan worden gebracht door masterprogramma’s aantrekkelijker te maken, zowel inhoudelijk als ‘marketingtechnisch’.

Het advies dient als voeding voor het college van bestuur dat dit najaar met de decanen de mogelijkheden bespreekt om het masteraanbod op te schonen. Het vergroten van de aantrekkelijkheid van zowel de inhoud als de naam van de opleiding moet daarbij voorop staan. Ook de minimaal gewenste instroom van een programma moet een rol spelen in de overwegingen, meent het college.

Daarnaast vindt het universiteitsbestuur dat opleidingen vaak te specifieke vooropleidingseisen stellen. Dat leidt ertoe dat studenten weglopen. UCU-studenten die geweigerd worden voor Utrechtse programma’s ronden vervolgens zonder problemen een master in Cambridge af, zo luidt een vaak gehoorde klacht. Slechts dertig procent van de Utrechtse toelatingscommissies kijkt naar competenties, zoals het CvB graag wil. Het universiteitsbestuur hoopt dit jaar een set van universiteitsbrede en transparante criteria op te kunnen stellen.

Einde aan wirwar
De faculteit Geesteswetenschappen die verantwoordelijk is voor ongeveer de helft van het totale masterverlies werkt overigens al meer dan twee jaar aan een herstructurering van de masterfase. Enkele vernieuwde programma’s gingen dit jaar reeds van start. De Utrechtse faculteit heeft in 2011 bovendien als een van de eerste humaniora-faculteiten in het land zogenoemde bredere labels. Via het project Duurzame Geesteswetenschappen werd onlangs besloten tot de invoering van 21 uniforme opleidingsnamen om studenten meer duidelijkheid te bieden in de wirwar van masterprogramma’s. “We doen dus al heel veel om het masteraanbod te verbeteren”, zegt vice-decaan Berteke Waaldijk. “Hopelijk gaat zich dat uitbetalen.”

Volgens Waaldijk moet het grote aandeel van haar faculteit in het geconstateerde Utrechtse masterverlies enigszins genuanceerd worden. “Onze bachelorafgestudeerden besluiten soms een tijdje iets anders te doen voordat ze met een master in Utrecht verder gaan. Dat zie je niet terug in de statistieken.”
Desondanks vindt Geesteswetenschappen de problematiek pregnant genoeg om het afscheidssymposium van Waaldijks voorganger Peter Coopmans eraan te wijden. Tijdens de bijeenkomst vrijdag worden bovendien de resultaten van een exit-onderzoek onder bachelorafgestudeerden gepresenteerd.
Belangrijke conclusie: studenten die van studiestad veranderen doen dat vanwege het inhoudelijk interessante programma. Informatie over hun nieuwe programma vinden ze vaak via de website van de nieuwe universiteit.

Marketing verbeteren
Waaldijk is dan ook blij dat het universiteitsbestuur de mastervoorlichting en –marketing aanpakt om nieuwe studenten warmer en persoonlijker te verwelkomen. Uit beleidsgelden zijn middelen vrijgemaakt om voor aankomende masterstudenten op de website een nieuwe pagina in te ruimen. Deze moet nog voor december klaar zijn.

Op deze Engelstalige pagina is veel ruimte voor de persoonlijke verhalen van studenten, alumni, en andere ‘ambassadeurs’ van de masteropleidingen. Bovendien zal worden getracht de internationale doelgroep beter te bereiken door het gebruik van nieuwe en sociale media.
Daarnaast moeten studenten tijdens en na de toelatingsprocedure op een minder formele wijze worden benaderd. Veel masterstudenten worden immers toegelaten bij meerdere opleidingen en maken daarna pas een keuze. Ook de toelatingsprocedure zelf is tegen het licht gehouden. Deze werd ondermeer door starre deadlines als bureaucratisch ervaren. Voorstellen voor verbetering liggen op tafel.

XB

Meer informatie over het symposium 'Wisselspoor' van de faculteit Geesteswetenschappen leest u hier.

Advertentie