Universiteiten maakten prijsafspraken
Nederlandse universiteiten hebben prijsafspraken gemaakt over de tarieven voor tweede studies. De Stichting Collectieve Actie Universiteiten (SCAU) leidt dit af uit bestuurlijke notulen van de instellingen.
De SCAU dagvaardt acht universiteiten vanwege de bedragen – tien à veertienduizend euro – die zij rekenen voor een tweede juridische master. Volgens de stichting, die is opgericht door een aantal rechtenstudenten, zijn die tarieven veel hoger dan de kostprijs van de opleidingen, die volgens hen rond de 5500 euro liggen.
Volgens de dagvaarding hebben de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit tijdens een gezamenlijke bestuursvergadering afgesproken om elkaar niet te beconcurreren: “UvA en VU zouden elkaar op masters niet financieel moeten beconcurreren, dat is ook aan Amsterdam niet uit te leggen”, aldus een citaat uit de notulen.
Volgens de SCAU is dat in strijd met de Mededingingswet. Tweede studies zijn een ‘dienst van algemeen economisch belang’ (een dienst die onder concurrerende omstandigheden wordt aangeboden op de vrije markt), stelt de SCAU, en daarop is het kartelverbod van toepassing.
De Amsterdamse universiteiten spraken ook af om hun tarieven gezamenlijk te verhogen, blijkt uit correspondentie, maar zij zijn niet de enige. Volgens de SCAU laten de instellingen zich bij hun tariefbepalingen door elkaar leiden. Dat zou onder meer blijken uit een vergaderverslag dat de Universiteit Utrecht de SCAU toezond. “Het collegegeld wordt vastgesteld door een historische component, door te kijken naar collega-universiteiten en door te kijken naar de kostprijs (…) Het college geeft hierbij aan dat het uitrekenen van kosten heel lastig is. Verder zitten de collega-universiteiten allemaal zo rond hetzelfde bedrag.”
Universiteitenvereniging VSNU zou haar leden bovendien hebben geadviseerd geen kostenanalyse te maken. Een woordvoerder van de VSNU kon nog niet reageren op deze passage.
Sinds 2010 mogen hogescholen en universiteiten een hoger collegegeld rekenen voor wie aan een tweede studie begint. Studenten hebben recht op het volgen van slechts één bachelor en één masteropleiding tegen het lage wettelijke tarief. Wie zijn eerste opleiding al heeft afgerond, betaalt het gewoonlijk hogere instellingscollegegeld.
Staatssecretaris Zijlstra schreef vorige week dat hogescholen en universiteiten zelf mogen bepalen hoeveel collegegeld ze vragen voor tweede studies, onafhankelijk van de kostprijs van de opleiding. Wel vindt hij dat studenten recht hebben op een motivering van de kosten door de instelling. Maar volgens de SCAU houden de instellingen er allemaal hun eigen rekenmethodes op na.
Kartelvorming en prijsafspraken zijn in Nederland verboden, tenzij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) er goedkeuring aan geeft. In een reactie stelt de NMa dat zij de SCAU graag uitnodigt voor een gesprek.