Utrechts ´next´ toproeier: Kaj Hendriks
Aanstaande zondag is het weer zover: de Varsity. In aanloop naar dé Nederlandse roeiwedstrijd van het jaar sprak DUB met roeitopper én Geneeskundestudent Kaj Hendriks (23) over topsport, roeien en de kansen op de eerste plek dit weekeinde. “Ik rust niet voordat ik voor Triton de Varsity heb gewonnen.”
Aan een tafeltje aan het Utrechtse Neude vertelt de boomlange Kaj, flink gebruind door een trainingsstage in Italië, gepassioneerd over zijn leven. Kracht, dat is het sleutelwoord. Kaj groeide op in Wageningen en speelde op hoog niveau volleybal tot hij in 2006 in Utrecht Geneeskunde ging studeren. Toen hij tijdens de UIT van vrienden bij Triton hoorde dat sterke, lange jongens altijd welkom waren op de vereniging, schreef hij zich direct in. “Voordat ik het wist zat ik zes keer per week in de boot en was ik wedstrijdroeier.”
Daarna ging het snel. In zijn tweede jaar was hij al zo sterk en goed, dat ook de Nederlandse roeibond hem opmerkte. De eerste uitnodiging om te komen trainen bij Nederlandse equipe sloeg hij nog af omdat hij zijn vrienden van Triton niet in de steek wilde laten. Dat kostte hem zijn plek. Nadat hij op het WK voor studenten in 2008 een zilveren medaille won, kreeg hij echter een nieuwe invitatie. Sindsdien behoort hij tot de Nederlandse roei-selectie.
Anno 2011 staan er WK’s, EK’s en medailles bij wereldbekerwedstrijden en bij Nederlandse kampioenschappen op zijn palmares. Kaj, die deze week in de verkiezing voor Utrechts sportman van het jaar nog werd verslagen door veldrijder Lars van der Haar, maakt deel uit van de Olympische ‘Holland Acht’ die zich aankomende zomer op het WK wil kwalificeren voor Londen 2012. Doel? Goud. “Zilver telt niet in de roeiwereld.”
Coschappen
Kaj woont in Amsterdam in een appartement van de bond en traint dertien keer per week met de Nederlandse roeitop op de Bosbaan. “Mijn bachelor heb ik binnen, maar tijd om aan mijn coschappen te beginnen, is er voorlopig niet. Misschien heb ik door het sporten een deel van het studentenleven gemist, maar veel vrije tijd en feestjes zijn niet aan mij besteed. Ik vind het verschrikkelijk om met een kater in bed te liggen, ik train liever.”
Het leven als topsporter bevalt Kai daarom prima. “Alleen de onzekerheid over het behouden van mijn plek in de Nederlandse ploeg is zwaar. Je kan elke maand afvallen als je niet goed genoeg presteert. Dat is soms killing, maar ook dat hoort bij topsport.“
Varsity
De Varsity zondag is meer dan een uitstapje. Ook tijdens het grootste Nederlandse roei-evenement telt zilver niet. Het is voor Kaj de derde keer dat hij meedoet aan de drie kilometerrace over het klotsende Amsterdam-Rijnkanaal. “Maar het blijft iets speciaals.”
De Nederlandse roeibond gaf Kaj een week vrij om in aanloop naar de race te trainen met zijn teamgenoten. “De Varsity is bij uitstek de kans om als vereniging te laten zien hoe goed je bent: het is dé wedstrijd van het jaar. Als vereniging zet je je vier beste roeiers in om te laten zien dat je beste van Nederland bent. Iedereen zet alles op alles om daar de beste te zijn. Ik vind het een enorme eer om Triton te vertegenwoordigen.”
Pilsen
Voor de concurrentie van stadsgenoot en eeuwige concurrent Orca is Kaj niet bang (“halen de finale niet”), voor Gyas (Groningen) en Nereus (Amsterdam) wel. “Zij zijn de favorieten.” En Triton dan? “Ik zie onze boot als een outsider voor de winst. Als we een echt goede dag hebben, behoort winnen zeker tot de mogelijkheden.“
Dat het al ruim veertig jaar geleden is dat Triton de Varsity won, brengt geen extra stress met zich mee: “Nee, druk van buitenaf voel ik niet echt. Wat ik wel voel, is dat ik heel graag iets terug zou willen doen voor Triton. Ik wil niet stoppen met roeien voordat ik Triton winst in de Varsity bezorgd heb.”
Op de vraag hoe het feestje eruit ziet bij een eventuele overwinning aankomende zondag, twijfelt Kaj even. “Nou moet ik oppassen wat ik zeg.” Hij denkt even na, zoekt naar de topsporter in zich en antwoordt dan resoluut: “Nee, ik kan niet helemaal los gaan. Een biertje op de overwinning behoort tot de mogelijkheden, maar ik kan het niet te gek maken. Maandag word ik weer fris op de Bosbaan verwacht.”
Marijn Overvest