Utrechtse studenten vechten campuscontract aan
Vijf bewoners van de Cambridgeflat in De Uithof probeerden vanochtend voor de kantonrechter hun gelijk te halen. Zij hebben tot nog toe geweigerd een nieuw huurcontract met Stichting Studenten Huisvesting te ondertekenen. In dit contract is een campusclausule opgenomen die zegt dat zij hun woning of kamer moeten verlaten als zij stoppen met studeren. SSH wil de huurovereenkomst met de vijf nu beëindigen. De rechter zal uiterlijk woensdag 23 november uitspraak doen.
De vijf bewoners hebben allen een huurcontract voor onbepaalde tijd. Zij vinden het niet rechtvaardig dat zij gedwongen worden een contract te tekenen dat bepaalt dat zij de woning moeten verlaten als zij langer dan een jaar niet meer studeren. Volgens de bewoners, van wie er vier nog een studie volgen, hebben zij recht op huurbescherming. De regels kunnen niet zomaar tijdens de rit worden veranderd, zeggen zij. Toen zij de overeenkomst met SSH aangingen, was het volgens hen geen vereiste dat zij student moesten zijn om in De Uithof te kunnen wonen.
Stichting Studenten Huisvesting denkt daar anders over. Haar advocaat zegt dat de woningen altijd zijn bedoeld voor studenten. Het was dan ook te verwachten, zegt de advocaat, dat de vijf de woning of de kamer moeten verlaten als zij geen student meer zijn. Ze quote de minister die na Kamervragen zei dat studenten zich op hun toekomst moeten voorbereiden, ook als het gaat om huisvesting. De SSH is nu gerechtigd de huur op te zeggen, tenzij de vijf alsnog een bewijs overleggen dat zij studeren en het nieuwe contract met campusclausule ondertekenen.
Er zijn regels en regels
De bewoners lieten zich elk door een eigen advocaat bijstaan. Hun advocaten benadrukten dat ieder een eigen verhaal heeft en dat elke zaak individueel door de rechter behandeld moet worden. Zo wonen er twee al sinds 1998 in het Cambrigdecomplex toen de SSH ook niet-studenten huisvestte en woont één studente in een zelfstandige eenheid, wat volgens haar advocaat dus niet per definitie is bestemd voor studenten. Zij moest wel een collegekaart tonen bij het ondertekenen van het huurcontract, maar dat was om aan te tonen dat ze binding heeft met de regio.
Wat de vijf gemeenschappelijk hebben, is dat ze allen het principe verkeerd vinden dat een eenmaal afgesloten contract niet tijdens de rit eenzijdig en in het nadeel van de huurders kan worden gewijzigd. De bewoners doen daarom een beroep op de huurbescherming. Ze snappen ook niet goed waarom SSH haar pijlen richt op een zo kleine groep bewoners die met de tijd toch zal doorstromen. Zij maken dan plaats voor nieuwe studenten die vanaf het begin een campuscontract krijgen. Bovendien, zo vinden de bewoners, was het met een huurcontract voor onbepaalde tijd niet nodig om je bijvoorbeeld als woningzoekende in te schrijven. Om hen nu de dupe te laten zijn van de krapte op de kamermarkt, is onredelijk.
Daarnaast vinden ze alle vijf dat de brief die SSH hen over de veranderingen heeft gestuurd, bedreigend overkwam. “In de eerste brief werd meteen gedreigd met huuropzegging”, zegt een kamerbewoner. Ook vinden zij het onredelijk dat de woningcorporatie geen verhuiskosten en herinrichtingskosten vergoedt als het huurcontract inderdaad wordt opgezegd. Bovendien willen zij niet opdraaien voor de proceskosten. Zo veel geld hebben studenten niet, zeiden ze.
Sociaal of student
SSH voert aan dat zij naar de letter van de wet heeft gehandeld. In 1956, zei de advocaat, is de SSH begonnen als studentenhuisvester en viel de stichting onder het Ministerie van Onderwijs. Toen landelijk het een en ander werd gewijzigd en de huisvester kwam te vallen onder het Ministerie van Volkshuisvesting, moest de SSH haar statuten aanpassen en moest zij haar woonruimte ook aanbieden aan niet-studenten. De naam werd toen ook Stichting Sociale Huisvesting. Een paar van de vijf bewoners hebben een contract getekend toen deze naam nog in gebruik was, dat was in 1998. Maar, zo zegt de SSH-advocaat, ook toen “was het redelijker wijze te verwachten dat het om studentenhuisvesting ging”.
Een paar andere bewoners hebben later een huurovereenkomst getekend toen SSH de naam weer terug had veranderd in studentenhuisvester. Maar ook in die contracten wordt volgens de advocaten niet gerept over de student-eis en de clausule dat zij de woning moeten verlaten na het beëindigen van de studie. Bovendien weet één van de studenten honderd procent zeker dat niet alle bewoners student waren toen hij in De Uithof kwam wonen. Hierover zegt SSH dat het onmogelijk is dat niet-studenten een kamer in een gedeelde unit hebben gekregen. “Op het moment dat zij de kamer kregen toegewezen, studeerden ze.”
De SSH-advocaat vervolgt dat in de statuten in het ondernemingsplan 2008-2012, staat dat de campusclausule ingevoerd mag worden als dat nodig blijkt te zijn. En dat is inmiddels zo, zegt SSH. Ten tijde dat de huurovereenkomsten werden getekend, was de kamermarkt minder overspannen en vond SSH “het juridisch niet nodig” om de campusclausule in het contract op te nemen. De tijden zijn duidelijk veranderd, zegt de advocaat. Niet-studenten moeten doorstromen en de kamers vrijmaken voor studenten. Een huurovereenkomst kan – binnen de regels van de wet - altijd eenzijdig worden opgezegd. SSH hebben de bewoners nu twee tot drie jaar de tijd gehad om andere woonruimte te vinden.
De SSH-advocaat vindt de brieven niet bedreigend. Een compensatie voor verhuizen en het inrichten van een nieuwe woning vind de huisvester onredelijk. Behalve dat SSH vindt in haar recht te staan, is het niet zo dat de bewoners van het ene op het andere moment op straat worden gezet. Ze hebben anderhalf jaar de tijd gekregen om iets anders te zoeken.
Andere steden
Beide partijen haalden tijdens de rechtszaak regelmatig de uitspraken aan van de kantonrechter in Amsterdam en Delft in soortgelijke zaken. In Amsterdam kregen in mei van dit jaar de meeste bewoners gelijk, een maand eerder in Delft won de woningcorporatie. Het is nu aan de kantonrechter in Utrecht om een uitspraak te doen. De niet-student van het gezelschap wilde in tweede instantie nog wel een compromis sluiten. In ruil voor een financiële vergoeding is hij alsnog bereid te vertrekken.