UU-profiel moet het beste uit iedereen halen

Niet iedereen lijkt even gelukkig met de keuzes die de Universiteit Utrecht maakt als het gaat om het onderwijs-en onderzoeksprofiel. Dat weet ook rector Bert van der Zwaan. "Maar de politiek dwingt tot het maken van heldere keuzes; iedereen kan dat in de krant lezen." Ten aanzien van het studieklimaat is de rector heel duidelijk: "Een ambitieuze student is heel goed in staat om zijn studie te combineren met werk, bestuurswerk, vrijwilligerswerk en een sociaal leven."

De keuzes die de universiteit maakt, zijn een vervolg op het rapport Differentiëren in drievoud van de commissie Veerman. Daarin had de commissie een aantal harde noten gekraakt over de kwaliteit van het academisch onderwijs en onderzoek. Elke universiteit moet nu een profiel maken dat in het voorjaar aan de minister aangeboden zal worden. Vorige week presenteerde het college van bestuur alvast het profiel van de Universiteit Utrecht. Hierin staan de keuzes die de universiteit maakt op het vlak van onderzoek en onderwijs in de jaren tot 2020. Het profiel oogste bijval, maar ook kritiek. Richt de Universiteit Utrecht zich met haar gewenste profiel niet te veel op maatschappelijk toepasbaar onderzoek? Hoe toegankelijk blijft studeren aan de UU, als selectie aan de poort een steeds grotere rol gaat spelen? Het CvB zou te veel de kant van valoriserend onderzoek opgaan en als onderwijsinstelling elitair worden. “Ja, we willen valoriseren, want je moet oppassen dat je je niet loszingt van het maatschappelijk draagvlak. De maatschappij wil terecht weten wat wij doen met belastinggeld. En elitair? Nee, ambitieus. Ik wil studenten en medewerkers tot aan de rand van hun kunnen brengen.”

Ambitieuze studenten
Om studenten op de top van hun kunnen te krijgen, wordt de niet gemotiveerde vwo’er het liefst buiten de deur gehouden. Het zo snel mogelijk naar de eindstreep leiden van studenten om zo veel mogelijk geld van Halbe Zijlstra te krijgen, lijkt de basis voor het onderwijsprofiel. Maar dat ontkent Van der Zwaan. “Er is meer dan studiesucces en rendement. Ik wil dat studenten optimaal op hun plek zitten.  Ambitie is slechts één element in het spectrum der dingen. Wie ambitieus is en de verkeerde studie kiest, komt niet ver. Daarom willen wij bij het maken van die keuze helpen door matchings- en selectiegesprekken. Eenmaal binnen moeten ze gewoon hard werken.”

bijverdienenDe kritiek van veel studenten is dat er ook tijd moet zijn voor een bijbaan en een sociaal leven. Van der Zwaan rekent voor: “Volgens de wet moeten studenten 1640 uur per jaar aan hun studie wijden. Zij houden makkelijk 15 uur per week over om bijvoorbeeld te werken.” Een student moet zichzelf de vraag stellen wat belangrijker is, zegt de rector. “Onze ervaring is dat een ambitieuze student heel goed in staat is om zijn studie te combineren met werk, bestuurswerk, vrijwilligerswerk en een sociaal leven. En waar dat mogelijk is stimuleren we dat ook. Studeren is een voorrecht, de studentenjaren de tijd in je leven om je optimaal te ontplooien.”

Hoger collegegeld
Studenten die een honoursopleiding willen doen, moeten daar in de toekomst mogelijk meer voor gaan betalen. Dat kan voor veel studenten een te hoge drempel zijn. “Voor een dergelijke opleiding geldt selectie. De wet wordt veranderd waardoor universiteiten de vrijheid krijgen om zelf criteria op te stellen voor selectie. Voor opleidingen die voorbereiden op een bepaald deel van de arbeidsmarkt, gaan we een hoger collegegeld vragen. Elitair? Typisch Nederlands om dat te zeggen. Bovendien, we doen het al bij het UCU. Studenten die honoursopleidingen volgen, krijgen een ambitieuzer programma en komen bij de betere vervolgopleidingen terecht waardoor deze studenten vaak de beter betaalde banen krijgen. Kijk maar naar de studenten die van het University College afkomen. Daar mag dus best een hoger collegegeld tegenover staan.”

Studiesucces
Om het gehele onderwijs naar een hoger niveau te tillen, wordt in zes werkgroepen al maanden gewerkt aan het onderwijsmodel 3.0. Voor de kerstvakantie moet duidelijk worden voor welke plannen draagvlak is en wanneer de verschillende vernieuwingen worden ingevoerd. Een aantal ideeën is wel al opgenomen in het onderwijsprofiel: matching, selectie en begeleiding van de student, een flexibele bachelor waardoor je in het eerste jaar zonder al te veel vertraging kunt overstappen naar een andere studie en de plannen met honoursonderwijs. In het profiel staat ook dat de studentoordelen over de opleiding beter moeten: de universiteit moet gemiddeld een 7,5 krijgen. Opleidingen die lager scoren, krijgen met de rector te maken.

“Het heeft geen zin om over sancties te praten. We hebben met elkaar bepaalde afspraken gemaakt als het gaat bijvoorbeeld over het aantal contacturen of tussentijdse toetsen. Alle decanen onderschrijven het nieuwe onderwijsmodel, maar op het vlak van contacturen is door omstandigheden de één positiever dan de ander. Ik ga er vanuit dat iedereen zich aan de afspraken houdt en is dat niet zo dan mogen studenten mij altijd bellen en dan zoek ik het uit. Ik bel ook echt naar de opleiding. Meestal gebeurt er dan wel wat, want ze blijken het heel vervelend te vinden als ik een tweede keer bel.”

hoorcollegeHet nieuwe onderwijsmodel kost, zo is het idee, meer geld. Als studenten in groepen van maximaal 25 studenten college moeten krijgen met een minimaal aantal contacturen van zo’n 12 per week, zijn daar meer docenten voor nodig. Onder andere Wiljan van den Akker, decaan van de faculteit Geesteswetenschappen, werkt aan de study- en teachingload om daar goed zicht op te krijgen. “Zowel over de definitie van contacturen als over het aantal wordt nog gediscussieerd. Die discussie wacht ik nog even af.”

Keuzes in kwaliteit
In het rapport Veerman staat ook dat om op onderzoeksgebied internationaal te blijven meetellen en om zo veel mogelijk Europees geld binnen te slepen voor onderzoek, moeten de Nederlandse instellingen elkaar minder beconcurreren. Keuzes in onderzoek is daar het logische gevolg van. “Maar het idee dat we als universiteiten met elkaar aan het kwartetten zijn, klopt niet. Via universiteitenvereniging VSNU worden de keuzes met elkaar uitgewisseld. Waar mogelijk worden profielen op elkaar afgestemd, maar op bepaalde vlakken kunnen we elkaar ook overlappen. Als Universiteit Utrecht hebben we onze koers bepaald door goed te kijken naar de ontwikkelingen binnen de universiteit, maar ook in onze omgeving. Wij zijn de enige universiteit in het midden van het land en kwalitatief zijn we de beste. Wij hoeven niet zoals de universiteiten in Zuid-Holland of Amsterdam de krachten te bundelen en de programma’s op elkaar af te stemmen. Wij kiezen onze partners puur op kwaliteit.”

Nieuw onderzoek
Het onderzoeksprofiel waarmee het college vorige week naar buiten kwam, telt vier speerpunten: Life Sciences, Duurzaamheid, Instituties en Jeugd & Identiteit. Die zijn inderdaad breed te interpreteren en dat is ook de bedoeling, zegt Van der Zwaan. Ze bundelen het onderzoek dat gebeurt in de veertien nog actieve focus & massagebieden en laten ruimte om eventueel nieuw onderzoek toe te voegen. Het kiezen van de focusgebieden was de eerste stap op weg naar profilering in het onderzoek, vandaar dat de keuze voor de vier speerpunten niet heel verrassend is.

celbiologieWel kan deze profielkeuze gevolgen hebben voor onderzoek dat niet onder een focusgebied valt. Deze onderzoekers hoeven niet meteen te vrezen voor hun baan, zegt de rector. “We hebben een breed veld van fundamenteel en vernieuwend onderzoek dat we graag willen houden. De vijftien focusgebieden blijven niet tot in het einde der tijden bestaan. Ook daar zal vernieuwing in komen. En dat moet uit dat brede veld van vrij en fundamenteel onderzoek komen.” Deze onderzoekers kunnen het financieel wel minder gemakkelijk krijgen. “Het onderzoek in de focusgebieden krijgt extra geld waarvan een deel doordruppelt naar het vrije en fundamentele onderzoek. Die onderzoekers zullen zich vanwege de beschikbare middelen waarschijnlijk meer naar de onderzoekthema’s van de focusgebieden gaan richten. Zo sturen we met geld.”

Europees geld
Hoewel het niet-focusonderzoek het financieel zwaarder kan krijgen, kan dit onderzoek nog wel floreren volgens Van der Zwaan. En dat is voor de vernieuwing van het onderzoek soms ook nodig. Maar er zijn grenzen. “Als zulk onderzoek te duur wordt, omdat het bijvoorbeeld heel veel menskracht vergt of omdat er veel dure apparateuur voor aangeschaft moeten worden én er geen financiering uit de tweede of derde geldstroom voor gevonden wordt, dan kunnen we uit bedrijfsmatige of profileringsoverwegingen beslissen dat zulk onderzoek bij ons geen plaats heeft.”

Voor alles, zegt Van der Zwaan, “speelt kwaliteit de eerste viool. We willen leidend zijn in Europa. We willen meer en meer Europees geld binnenhalen om de miljoenen te compenseren die we zijn kwijtgeraakt doordat het ministerie van onderwijs en het ministerie van economische zaken op onderzoek bezuinigen. En waren we heel erg voor moeten oppassen is dat we geen toptalent kwijtraken omdat er geen financiering meer voor is. Als onderzoeksfinancier NWO inderdaad beslist om de open competitie af te schaffen, dan wordt dat een zorg van formaat. Dan moeten we zelf fondsen gaan bedenken, anders gaan de talenten naar het buitenland.”

Valoriseren
De voorkeur die het college van bestuur lijkt te hebben voor valoriseren is een doorn in het oog van veel wetenschappelijk personeel. “Ik verbaas me over de commotie, er is ook geen sprake van voorkeur maar noodzaak. Een universiteit valoriseert op twee manieren. Het eerste is onderzoek en daar moeten we nauwkeurig het evenwicht bewaken tussen door nieuwsgierigheid gedreven onderzoek en onderzoek waarmee we maatschappelijke problemen adresseren. Ik denk dat we een mooi evenwicht hebben. De belastingbetaler vraagt zich terecht af wat wij met hun geld doen en vraagt om deelname in urgente problemen. Los daarvan: we doen alleen kwaliteitonderzoek, alleen anderen dan de overheid betalen daarvoor. Het opleiden van studenten is de tweede manier van valoriseren. De overheid zou dat meer moeten erkennen en vooral erkennen dat wij dat heel goed doen."

Tevreden Bert
Bert van der Zwaan is zeer tevreden met het profiel dat de universiteit op tafel heeft gelegd. Hij hoopt op termijn dat het profiel leidt tot twee zaken die zijn denken over de universiteit typeren: “Een excellente universiteit kenmerkt zich door een inspirerende gemeenschap. Het is misschien een naïef ideaal van mij maar met dit profiel denk ik dat er een goede basis ligt voor een werkelijk inspirerende gemeenschap. Daarbij wil ik graag dat medewerkers en studenten optimaal tot hun recht komen en wil ik het hen mogelijk maken aan de rand van hun kunnen te komen. En ook dat zit denk ik duidelijk in dit profiel.”

Advertentie