UU-promovendus pakt de hamstringblessure met speciale oefening aan

Een voetballer trekt een lange sprint langs de lijn, stopt ineens en grijpt naar het bovenbeen. Het is een bekend beeld, want de hamstringblessure is de nummer één spierblessure in deze sport.  “De blessure ontstaat vooral bij explosieve, lange sprints en bij explosief wenden en keren”, legt Van der Horst uit. “Op die momenten is de hamstring vaak behoorlijk opgerekt en moet de spier de krachten van het bewegen opvangen.” Naast voetbal komt de blessure daarom ook vaak voor in het rugby en in de atletiek, bij de sprinters.

Voor zijn onderzoek bestudeerde Van der Horst met zijn onderzoeksteam in totaal 40 teams uit de eerste klasse van de KNVB. De eerste groep van 20 teams deed een speciale oefening die een blessure aan de bovenbeenspier moet voorkomen door hem sterker te maken, de zogeheten Nordic Hamstring Exercise (NHE). Bij deze oefening zit een voetballer op zijn of haar knieën terwijl de enkels stevig tegen de grond worden gedrukt door een teamgenoot. De geknielde speler leunt langzaam naar voren en probeert de voorwaartse beweging af te remmen met de hamstrings. Deze oefening werd, gedurende het onderzoek, uitgevoerd na de reguliere voetbaltraining. De tweede groep trainde zoals ze dat altijd deden, zonder de extra oefening.

“We zagen in de groep die de oefening deed drie tot vier keer minder hamstringblessures dan in de  controlegroep”, aldus Van der Horst. Door middel van dit onderzoek toont hij aan dat de oefening effectief is in het voorkomen van de blessure. Mocht een speler toch geblesseerd raken, is de ernst van de blessure niet anders. “Wanneer de spier een beschadiging oploopt, blijft de herstelduur hetzelfde.”

In hoeverre hebben studententeams wat aan de suggesties van de onderzoeker? Van der Horst zegt dat de blessure in het recreatieve voetbal minder voorkomt, omdat de intensiteit en frequentie van trainingen daar vaak lager ligt. Toch kan de oefening ook goed zijn voor deze teams. “In het onderzoek staat een schema waarin de oefening uiteindelijk twee keer per week wordt gedaan. Een team dat één keer in de week traint zal dus aan de bak moeten en vaker moeten trainen om deze oefening te doen”, grapt Van der Horst.

Het onderzoek van Van der Horst borduurt voort op een eerder onderzoek van het UMC. Hierbij deed hoogleraar Sportgeneeskunde Frank Backx onderzoek naar het FIFA 11+ programma, dat meerdere blessures wilde voorkomen door middel van oefeningen tijdens de warming up. “We concludeerden met dit onderzoek dat het beter is om met een oefening een specifieke blessure aan te pakken.” 

 

Advertentie