'Valorisatie is nu veel te bepalend'
Met een prestigieuze Europese subsidie van 2,5 miljoen euro gaat de Utrechtse nanowetenschapper Alfons van Blaaderen (1963) de komende jaren onderzoek doen naar de zelforganisatie van deeltjes. Onderzoek dat zomaar ten goede zou kunnen komen aan de verbetering van elektronische inkt in e-readers, maar dat is niet de focus van Van Blaaderen. “Als je alles laat bepalen door valorisatie dan ben je heel beperkt bezig.”
Een dikke stapel papier ligt op het bureau van hoogleraar gecondenseerde materie Alfons van Blaaderen. Dit is het onderzoeksvoorstel dat onlangs door de European Research Council beloond werd met een advanced grant van bijna 2,5 miljoen euro. Een subsidie die maar drie bètawetenschappers in Nederland hebben binnengesleept.
Het voorstel draagt de complexe naam ‘Hierarchical self-assembly from nano to granular’. Een studie naar superkleine deeltjes, hoe deze deeltjes zichzelf ordenen, en hoe ze van buitenaf gemanipuleerd kunnen worden om zo nieuwe structuren, en dus materialen te vormen. Onderzoek op het snijvlak van natuurkunde, scheikunde en biologie.
“Als je de materie via zelforganisatie kan laten doen wat je wilt, dan kan je daarmee nieuwe materialen creëren”, vertelt Van Blaaderen.
Uit het onderzoek kunnen allerlei praktische toepassingen vloeien. Zo is de kennis van eerder Utrechts deeltjesonderzoek gebruikt bij het verbeteren van elektronische inkt in e-readers. Een promovendus van Van Blaaderen deed in een deelproject bij Philips onderzoek naar de werking van de elektronische inkttechnologie die onder meer in de Amazon Kindle gebruikt wordt.
Een glimlach verschijnt op het gezicht van Alfons van Blaaderen als hij een Ublad-artikel uit 2001 terugziet. Daarin voorspelt hij een grote toekomst voor elektronische inkt. “Toen had nog niemand er van gehoord en waren er geen e-readers op de markt. Ik heb toen de voorspelling gedaan dat dit serieus gaat worden. Inmiddels zijn er behoorlijk wat e-readers en genereren digitale boeken in de VS meer omzet dan papieren boeken.” Lachend: “Ik had misschien destijds aandelen moeten kopen van het bedrijf dat de technologie op de markt heeft gebracht.”
Van Blaaderens groep Soft Condensed Matter heeft al een concept liggen hoe de volgende generatie schermen van e-readers kunnen gaan werken. De e-readers van vandaag de dag zijn zwart-wit, maar het is kwestie van tijd voordat kleuren e-readers op de markt komen, denkt Van Blaaderen. Voordeel van elektronische inkt is dat de schermen energiezuinig zijn en dat ze prima in de zon functioneren, in tegenstelling tot de LCD-schermen zoals die nu in de meeste televisies en smartphones zitten.
“Maar”, zo zegt Van Blaaderen halverwege het interview. “we werken niet alleen maar aan toepassingen, de meerderheid van het onderzoek is eigenlijk vrij fundamenteel.”
Van Blaaderen is vrij pessimistisch over de status van fundamenteel onderzoek in Nederland. “Goed fundamenteel onderzoek ligt enorm onder vuur, ook bij het college van bestuur in Utrecht. Alles moet onmiddellijk te valoriseren zijn. Ik ben er niet op tegen dat dit óók gebeurt, maar met dat topsectorenbeleid is alles gelieerd aan onderzoek dat de industrie belangrijk vindt.”
Alfons van Blaaderen 1992: Promotie aan de Universiteit Utrecht. Titel proefschrift: Colloidal dispersions of (organo-)silica spheres: formation mechanism, structure and dynamics. 1999: Benoemd tot hoogleraar Experimentele natuurkunde van de gecondenseerde materie. 2006: Ontvangt de Rhodia Prize van de European Colloid and Interface Science Society. 2008: Wordt directeur van het Utrechtse Debye Instituut. 2011: Van Blaaderen en collega’s protesterentegen bezuinigingen op Natuur- en Sterrenkunde. 2011: Winnaar van de Peter Debyeprijs voorgrensoverschrijdend onderzoek in de natuurwetenschappen. 2011: Treedt terug als directeur van het Debye Instituut. Kan zich niet vinden in de manier waarop de bezuinigingen worden doorgevoerd. | |
Wat is er mis met valorisatie?
“Als je naar belangrijke innovaties kijkt die onze maatschappij grondig hebben veranderd, het world wide web, de laser, de transistor, dan zijn dat innovaties die via fundamenteel onderzoek tot stand gekomen zijn. De bedenkers ervan ontwikkelden iets waarvan ze het belang niet konden voorspellen. Als je alles laat bepalen door valorisatie dan ben je heel beperkt bezig.”
U zegt: geef wetenschappers de ruimte om ook door nieuwsgierigheid gedreven onderzoek te doen.
“Onderzoek levert áltijd toepassingen op, alleen zijn dat toepassingen die je niet altijd direct ziet. Het college van bestuur heeft wel heel erg de mond vol van valorisatie. In mijn ogen juist moeten zij juist richting politici verdedigen dat zonder fundamenteel onderzoek al die innovatie verdwijnt. Bedrijven kijken namelijk alleen maar naar het verder ontwikkelen van bestaande producten en niet naar radicaal nieuwe dingen.”
“Ik weet zeker dat het onderzoek van mijn onderzoeksgroep toepassingen oplevert. Als jij mij nu vraagt welke, dan kan ik dat niet zeggen. Maar ik weet zeker dat het heel belangrijk is voor de toekomst.”
In Nederland wil men kennelijk graag weten wat er met het belastinggeld gebeurt.
“Als je in Duitsland mensen op straat vraagt ‘Is het goed om in fundamenteel onderzoek te investeren?’ dan zegt een meerderheid ‘ja’. Dat geldt ook voor de Verenigde Staten, zelfs in tijden van economische crisis. Maar als je het in Nederland vraagt, dan zegt een meerderheid ‘nee’. Wij volgen Duitsland zowat met alles op de voet, op één ding na: onze uitgaven op hoger onderwijs zijn alleen maar afgenomen terwijl de uitgaven in Duitsland enorm zijn verhoogd. Na Polen geven wij in Europa het minst uit aan hoger onderwijs als percentage van het bruto nationaal product.”
Hoe komt dat?
“Het interesseert ons onvoldoende, heb ik de indruk. Als de lopende bezuinigingen bij Bètawetenschappen worden uitgevoerd, dan hebben we daarna in het departement natuurkunde de helft van het aantal fte dat we vijf jaar geleden hadden. Maar dat haalt niet eens de krant. Pas als we gaan dreigen met staking dan komen er wat berichtjes. De hélft van het personeel… Inmiddels zijn we gewoon aan afbraak bezig.”
Dus een paar miljoen euro subsidie uit Europa komt wel goed uit.
“Het is mooi dat Europa een research council heeft waar het puur om goed onderzoek gaat. Dit onderzoek hoeft helemaal geen groot applaus te krijgen uit het bedrijfsleven. Zulke potjes met geld zijn er steeds minder. In Nederland worden onze aardgasbaten ook al niet meer ingezet voor wetenschappelijk onderzoek. We moeten uitkijken, anders kwijnt fundamenteel onderzoek weg.”
Alfons van Blaaderen heeft zijn functie als wetenschappelijk directeur van het Debye Instituut neergelegd. Dit in protest tegen de in zijn ogen verkeerde procedure die is gevolgd bij de bezuinigingen in de faculteit Bètawetenschappen. Lees het gehele artikel hier.
Bovenste foto: Michael Kooren