Vrijspraak Inholland moet nog blijken

Als de Onderwijsinspectie aantoont dat er bij Inholland gefraudeerd is met de verkorte afstudeerroute, schakelt staatssecretaris Van Bijsterveldt het Openbaar Ministerie in. Ze zal dan meer geld terugvorderen dan alleen de diplomabonussen.

Demissionair staatssecretaris Van Bijsterveldt noemde het gisteren in de Tweede Kamer “misplaatst en voorbarig” dat collegevoorzitter Dales van Inholland het rapport van de commissie-Leers als vrijspraak van fraude opvat. Daarvan kan volgens haar pas sprake zijn als de Onderwijsinspectie na grondig onderzoek tot dezelfde slotsom komt.

Ze heeft dit Dales vorige week laten weten  in een gesprek dat “niet prettig” was. Ze houdt hem onverkort verantwoordelijk voor de onregelmatigheden bij de opleiding media- en entertainment management (MEM).

Tot de kritische kamerleden zei Van Bijsterveldt dat ze niet gerust is op de afloop van het Inspectieonderzoek. “De commissie-Leers heeft ons getoond dat een aantal zaken beslist niet op orde is.” Er komt volgens haar een sterk verontrustend beeld uit naar voren. “Schrijnend” noemde ze het voorbeeld van examenbriefjes die getekend zijn voordat de examens afgenomen werden. “Je vraagt je dan echt af waar men mee bezig is.”

Een van de zaken die de Onderwijsinspectie zal uitzoeken is of het bestuur van Inholland al niet eerder op de hoogte was van de problemen rond versnelde afstudeerroutes. D66-kamerlid Boris van der Ham zei over documenten te beschikken waaruit zou blijken dat dit al in 2009 het geval was.

Als de inspectie in april constateert dat er bij Inholland gefraudeerd is, zal OCW het Openbaar Ministerie inschakelen en zullen er bovendien bekostigingssancties volgen. SP-kamerlid Jasper van Dijk had uitgerekend dat er voor de 151 ten onrechte afgestudeerden dan ongeveer anderhalf miljoen euro aan diplomabonussen moet worden teruggevorderd, maar staatssecretaris Van Bijsterveldt ging daar overheen: “Op het moment dat het niet klopt, gaat de hele bekostiging terug, klaar! Dat geldt dus niet alleen voor het diplomadeel.”

Over de vraag of er bij Inholland koppen moeten rollen, kunnen alleen het bestuur en de raad van toezicht van de instelling beslissen. Ook is het volgens Van Bijsterveldt aan Inholland om te bepalen of ze de diploma’s van de 151 langstudeerders gaat intrekken. Dat kan pas als accreditatieorganisatie NVAO heeft vastgesteld dat hun afstudeerwerk onder de maat was en de studenten – in de woorden van de staatssecretaris – “redelijkerwijs hadden kunnen weten dat je zo je diploma niet haalt”.

Een aantal kamerleden noemde het bedenkelijk dat onderwijsinstellingen kennelijk zo groot zijn geworden dat de besturen nauwelijks nog weten wat er op de werkvloer gebeurt. Van Bijsterveldt deelt de zorg over de toegenomen schaalgrootte, die volgens haar het gevolg is van een “wedstrijdje ver plassen” tussen bestuurders. Als die vervolgens de controle over hun instelling verliezen, dan zijn hun instellingen blijkbaar te groot en zouden ze zichzelf in beheersbare eenheden moeten splitsen. “Ik ben een beetje klaar met het idee dat groot beter is, want ik zie dat het niet zo werkt.” Ze raadt de Kamer aan om een advies van de Onderwijsraad over dit onderwerp af te wachten.

Hoger Onderwijs Persbureau

Advertentie