VU-master krijgt gele kaart van NVAO
De onderzoeksmaster ‘social research’ van de Vrije Universiteit krijgt twee jaar de tijd om haar niveau te verbeteren, anders trekt onderwijskeurmeester NVAO er de stekker uit.
In opdracht van de NVAO beoordeelde de commissie de tweejarige master op zes punten. Het onderwijsprogramma en de inzet van personeel scoorden een onvoldoende, zodat de opleiding geen nieuw keurmerk kreeg.
In 2004 werd de accreditatieaanvraag nieuwe opleiding van de master in eerste instantie afgewezen. De opleiding zou studenten vijf verschillende studie-‘tracks’ aanbieden, maar niet alle daaraan verbonden onderzoeksgroepen waren goed of excellent. In 2005 werd de opleiding alsnog goedgekeurd met drie tracks.
Maar tijdens de accreditatie vorig jaar bleek dat de onderzoeksmaster toch vijf tracks aanbiedt. “Hoe zich dit verhoudt tot het oorspronkelijke geaccrediteerde programma met drie tracks en hoe het komt dat dit programma erg lijkt op het in eerste instantie van een negatief oordeel voorzien programma met vijf tracks wordt niet duidelijk”, schrijft de NVAO in haar afwijzingsbesluit. Hoe “de vereiste hoge kwaliteit van het onderzoek” gewaarborgd wordt, is volgens de NVAO evenmin duidelijk.
Het merendeel van de betrokken onderzoeksgroepen voldoet niet aan de eisen voor een onderzoeksmaster en de commissie van deskundigen die de opleiding onderzocht heeft niet de indruk dat daarin op korte termijn verandering komt. Ook vindt zij het zwaar wegen dat de opleiding al eerder op de vingers is getikt door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Die beoordeelde eerder de graduate school waar de opleiding onder valt.
De commissie merkt op dat het programma “te weinig focus” heeft. Ook is er weinig aandacht voor theorievorming en is de relatie tussen methoden-onderwijs en theorie “niet sterk”. Docenten blijken niet goed op de hoogte van elkaars werkzaamheden en werken te weinig samen. “De vraag is of er een meerwaarde is voor deze master boven een meer disciplinair gerichte master”, schrijft de commissie.
Het niveau van de scripties is volgens de commissie redelijk tot goed, al is de becijfering wat aan de hoge kant. Ook doen de studenten “relatief lang” over hun studie. Volgens de VU komt dat door het grote aantal deeltijdstudenten. “Dit bevreemdt de commissie aangezien het een voltijdse opleiding is.”
“Mede gezien de historie” komt de commissie tot het eindoordeel dat de opleiding niet voldoet aan de eisen en “ziet de commissie ook geen mogelijkheden voor herstel op korte termijn”. De NVAO sluit zich daarbij aan en geeft de opleiding tot voorjaar 2014 de tijd om haar verbeterplan te realiseren.