Waarom we moeten stoppen met vlees eten
Wegen de rechten van dieren zwaarder dan ons plezier met een stukje vlees? De Australische moraalfilosoof Peter Singer vindt van wel. We moeten stoppen met het rigide onderscheid dat gemaakt wordt tusen mens en dier.
In ons denken maken we ons vaak schuldig aan ‘speciesisme’, discriminatie op basis van soorten, vertelt Peter Singer, hoogleraar bio-ethiek aan Princeton, in een lezing aan de Universiteit Utrecht. Vlees eten wordt door de geschiedenis heen, van Aristoteles tot Immanuel Kant, gerechtvaardigd vanuit het idee dat dieren ondergeschikt zijn aan mensen, en dus probleemloos gebruikt kunnen worden voor onze noden.
Singer verzet zich tegen de rigide scheiding tussen mens en dier. De wetenschap en voorschrijdend inzicht hebben ons geleerd dat veel dieren – hoewel in mindere mate dan mensen – intellectuele vermogens en bewustzijn hebben, en pijn ervaren.
Geen lid van onze soort
Dieren hebben desondanks in onze maatschappij niet dezelfde rechten als mensen, omdat ze dieren zijn. Terwijl ze wel pijn kunnen lijden en een bewustzijn hebben. “Waarom houden we minder rekening met de belangen van een wezen omdat het geen lid is van onze soort?”, stelt Singer.
Waarom krijgen gehandicapten in vegetatieve staat wel bepaalde rechten, terwijl we dit dieren met méér bewustzijn dan zij ontzeggen? Singer: “Van sommige mensen met hersenbeschadiging kan je al bij de geboorte zeggen dat ze nooit de vermogens van andere mensen of dieren zullen ontwikkelen. En toch gebruiken we ze niet voor onderzoeksdoeleinden. Dat we dat niet doen, is het bewijs voor speciesisme.”
Nazi-ideeën
Met zijn ideeën heeft Singer zich de woede van diverse groepen op de hals gehaald. Vooral zijn standpunten over geestelijk gehandicapten hebben veel woedende reacties opgeleverd. Lezingen (vooral in Duitsland) zijn in het verleden meermaals verstoord door actievoerders, die zijn ideeën verwerpen en vergelijken met die van de Nazi’s, omdat Singer de waarde van levens van gehandicapten niet zou respecteren. Pijnlijk, omdat de Joodse Singer zelf familie verloor in de Holocaust.
Maar in het Academiegebouw aan het Domplein treft hij een publiek dat rustig op de stoel blijft zitten. Deze maandagmiddag Singer spreekt over dierenrechten, in het kader van lezingenserie van het Department Wijsbegeerte. Met zijn pleidooi voor dierenrechten in het boek Animal Liberation werd hij al in 1975 wereldberoemd.
Utilitarisme
Singer is een aanhanger van het utilitarisme, een filosofische stroming die zijn wortels vindt in het denken van Jeremy Bentham (1748-1832), een van de eerste voorvechters van dierenrechten. Hij stelde: “De vraag is niet, kunnen ze logisch redeneren? En ook niet kunnen ze praten? Maar: kunnen ze lijden?”
Vanuit een utilitaristisch denkkader maak je beslissingen op basis van het vermijden van pijn en verwerven van plezier. Het genot van een stukje vlees of vis weegt in Singers morele kader niet op tegen het leed dat dieren aangedaan wordt. Omdat het moreel verkeerd is, stelt Singer, die zichzelf vegetariër en "flexibele veganist" noemt. En omdat het niet van levensbelang is dat we vlees en vis eten. Er zijn voldoende alternatieven.
Singers stellingnames roepen veel vragen op uit de zaal. Moeten we ook voorkomen dat dieren andere dieren opeten? Antwoord: nee, onze morele kader is niet van toepassing op dieren, probeer dit verhaal maar eens uit te leggen aan een leeuw. Andere vraag: is het voortdurend doden van dieren vergelijkbaar met de Holocaust? Antwoord: nee, de attitude de Nazi's hadden is totaal anders dan die van mensen die vlees eten. Daarom zegt Singer ook tegen uitvoeren van terroristische acties voor dierenrechten te zijn, iets wat in het geval van de Holocaust wel moreel toegestaan zou zijn.
Mag je octopussen eten?
Singer erkent dat sommige vragen niet volledig te beantwoorden zijn. Bijvoorbeeld: welke dieren mag je wel leed aandoen en welke niet? Dit is een kwestie van voortschrijdend inzicht, vindt Singer. Zoogdieren, vogels en gewervelden (ook vissen dus) hebben in meer of minder mate anatomische en fysiologische overeenkomsten met de mens en een gedeelde evolutionaire geschiedenis. Bovendien kan je bij sommige dieren gewoonweg zien dat ze pijn lijden, zoals een varken dat onverdoofd gecastreerd wordt.
Daarna wordt Singers grens vaag. Bij onder meer insecten en weekdieren is het onwaarschijnlijk dat ze een bewustzijn hebben, stelt Singer. Van sommige ongewervelden, zoals octopussen, weer wel bekend dat ze intelligent handelen, wat een bewustzijn vermoedt.
Vrije uitloopkippen
Het houden van vrije uitloopkippen voor het krijgen van eieren is een kwestie om over te debatteren, vindt Singer. Want om een goede hen/haan-verhouding te krijgen worden jonge haantjes afgemaakt. En een oudere kip die geen eieren meer legt, is economisch onrendabel om te houden.
Singers morele kader overtuigt niet iedereen. Iemand uit de zaal vraagt voor wie Singer zou kiezen als één in leven moet blijven. Een baby met weinig bewustzijn, of een hond die op dat moment wellicht meer intrinsieke waarde heeft.
Kies je de blanke of de zwarte?
Singer reageert dat hij zich zo’n situatie niet kan voorstellen, maar dat hij waarschijnlijk zou kiezen voor de baby, omdat de dood van de baby ook de ouders groot leed zou aan doen. Toch vindt hij niet dat we allemaal klakkeloos voor het kind zouden moeten kiezen. “In de 19de eeuw zou elke blanke in de Verenigde Staten gekozen hebben voor een blank persoon, als hij moest kiezen tussen een blank persoon en een donker persoon.”