Wetenschap verkopen op een verjaardagsfeestje
Terwijl op de opiniepagina van DUB een levendige discussie is ontstaan over valorisatie van onderzoek, kwamen dinsdag veel jonge wetenschappers naar Utrecht om na te denken over datzelfde thema. Ben ik een liefhebber van valorisatie, een welwillende, een bedachtzame of een onderzoeker pur sang?
Een parade van valorisatie. Vooral jonge wetenschappers wisten de weg naar de Utrechtse zaal Rasa te vinden om mee te doen. Wat betekent dat eigenlijk: valorisatie? “Het is meer dan alleen je onderzoek economisch vermarkten”, zei Jan Staman, directeur van het organiserende Rathenau Instituut. “Alles waarmee je waarde geeft aan je onderzoek, is al valorisatie.” Dit kan een optreden in De Wereld Draait Door zijn of een praatje op een middelbare school. Maar ook een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift is in feite al een openbaarmaking en dus valorisatie.
Hoe open staan de wetenschappers er eigenlijk voor? Peter-Paul Verbeek, voorzitter van de Jonge Akademie die de parade mede organiseerde, bedacht een Relevantiewijzer. Wetenschappers moesten wat vragen invullen en konden zo zien wat voor type onderzoeker ze zijn. Het merendeel bleek een liefhebber van valorisatie (69%), welwillend was 14%, bedachtzaam 10% en onderzoeker pur sang 7%. Verbeek relativeerde direct zijn relevantiewijzer. Je moest het meer zien als een zelftest zoals in de Cosmo. Een van de aanwezigen zag tot zijn schrik dat hij was ingedeeld bij de ‘onderzoeker pur sang’. “Ik vind valorisatie wel belangrijk, maar dan moet je toch eerst het onderzoek doen en de deadline halen.” Kortom, valorisatie is voor veel wetenschappers iets wat je erbij doet, wat plaats vindt naast het ‘gewone werk’.
Dat gold niet voor de vier speciale gasten. Zoals de Utrechtse Jan Raaijmakers, bijzonder hoogleraar Pharmaceutical Technology Assesment. Zijn hoogleraarschap combineert hij met een topbaan bij het bedrijf GlaxoSmithKline. Zo steunt het bedrijfsleven het onderzoek en omgekeerd. Of er dan geen sprake was van belangenverstrengeling?, vroeg iemand uit het publiek. “Nee”, zei Raaijmakers. “Als je maar transparant bent. Als ik een onderzoek doe naar het effect van de inenting van baarmoederhalskanker dan zeg ik erbij dat ik ook werk voor GlaxoSmithKline dat de tender voor deze inenting won. Het is aan de lezer om die informatie mee te nemen bij de beoordeling van het onderzoek.”
Maar ook binnen Geesteswetenschappen kan het onderzoek in dienst staan van de toepassing, zonder dat er een bedrijf aan ten grondslag ligt. Zoals bij Folkert Kuiken die als hoogleraar Nederlands als Tweede taal op de Universiteit van Amsterdam onderzoek doet naar leermiddelen. Zijn onderzoek richt zich onder meer op taalvaardigheid in de voor- en vroegschoolse educatie.
Toch is valorisatie veel meer dan het toepassen van onderzoek in de maatschappij. Dat blijkt tijdens de pauzeparade. Het gaat er ook om of je wetenschap kunt letterlijk kunt verkopen. In de krant, gewoon op straat of op een verjaardagsfeestje. Dat laatste blijkt nog niet zo makkelijk. Tijdens een workshop gaven verschillende wetenschappers aan dat ze het lastig vinden om op een feestje te vertellen wat ze doen. Hoe interessant is het om te vertellen dat je onderzoek doet naar methoden en technieken? En hoe erg moet je op je knieën gaan om uit te leggen dat je de bewegingen van aardplaten onderzoekt?