Zijlstra herhaalt: streefcijfer niet heilig

Het streven naar vijftig procent hoogopgeleiden is geen doel maar een middel, herhaalde staatssecretaris Zijlstra zondagmiddag nog maar eens. Onderwijs van hoog niveau is belangrijker.

Zijlstra was er tijdens een Volkskrant-debat in de Rode Hoed duidelijk over: “Ik heb liever dat 45 procent van de bevolking echt ‘hoog’ onderwijs heeft gehad, dan dat we de vijftig procent halen en de kwaliteit van het hoger onderwijs voortdurend ter discussie staat.”

Het is niet de eerste keer dat de bewindsman dit zegt. Vorig jaar noemde hij tijdens een debat in de Tweede Kamer de doelstelling van vijftig procent “betrekkelijk”. “Ik kan ervoor zorgen dat morgen honderd procent van de Nederlandse beroepsbevolking hoger opgeleid is, door gewoon de definitie aan te passen.”

Volgens Zijlstra staat de kwaliteit van het universitair onderwijs niet onder druk. Eerder deze maand werd bekend dat de TU Delft de studielast van bacheloropleidingen wil verlichten, maar volgens de bewindsman is Delft zijn curriculum gewoon aan het herzien. De bacheloropleidingen van sommige bètastudies zijn bij de invoering van de bachelor-master structuur te vol gepropt, stelt hij. “Het is goed dat ze nu kiezen voor de vakken die bij de opleiding horen.”

Het publiek wilde weten op welke punten Zijlstra eventueel zou snijden als blijkt dat het kabinet meer zal moeten bezuinigen. Die vraag wilde hij niet beantwoorden. “Als ik nu met een lijstje bezuinigingsvoorstellen komt, dan ben ik het geld kwijt.” Hij wil de CPB-ramingen van februari afwachten. “Pas als het water ons tot de lippen staat, moeten we ons bezinnen.” De bewindsman kon niet beloven dat bij extra bezuinigingen het hoger onderwijs ontzien zal worden. “Ik kan wel tegen de minister van Financiën zeggen: bij mij niet. Maar we moeten dit bezien in het licht van de schuldencrisis.”

Een student wilde weten wat de op handen zijnde profilering in het hoger onderwijs voor studenten zal betekenen. Zijlstra: “We moeten de middelen die we hebben slim en efficiënt inzetten.” Dat kan betekenen dat een opleiding die weinig studenten trekt op minder plaatsen wordt aangeboden. “Studenten zullen in de toekomst vaker moeten reizen, maar dan krijgen ze wel onderwijs van wereldniveau.”

Volkskrant-journaliste Maartje Bakker deed in een column uit de doeken op welke manieren zij tijdens haar studie zoal haar punten cadeau had gekregen, dat het honours-programma dat ze volgde niets voorstelde en dat een zes behaald aan een andere universiteit, door haar eigen instelling gerust werd opgehoogd tot een zeven. “Dan had ze meer kans om cum laude af te studeren. Zijlstra: “Als een student merkt dat de kwaliteit van zijn opleiding slecht is, dan moet hij naar de examencommissie stappen en niet achteraf klagen.”

Advertentie