Zijlstra: meer ruimte voor selectie
Universiteiten mogen voortaan zelf beslissen of ze hbo-studenten toelaten die hun propedeuse hebben behaald. Ook krijgen ze meer ruimte om hun promovendi de status van bursalen te geven.
Het zijn twee in het oog springende nieuwe maatregelen die staatssecretaris Zijlstra op korte termijn wil nemen om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren. Hij kondigt ze aan in de kabinetsreactie op de aanbevelingen van de commissie onder leiding van voormalig landbouwminister Veerman, die vorig jaar rapport uitbracht.
Al bij zijn aantreden maakte het kabinet-Rutte duidelijk dat het de aanbevelingen van Veerman zou omarmen. De vraag was vooral hoe ze zouden worden uitgevoerd. In de brief die staatssecretaris Zijlstra gisteren naar de Tweede Kamer stuurde wordt dat antwoord maar ten dele gegeven. De meeste maatregelen die hij noemt waren al bekend of moeten nog nader worden uitgewerkt. Daarvoor is het wachten op zijn ‘strategische agenda’, die in juni verschijnt.
Kwaliteitsimpuls
Zijlstra neemt de centrale aanbeveling van de commissie-Veerman over: de kwaliteit van het hoger onderwijs moet omhoog, met name in het hbo. Hij realiseert zich dat dit in tijden van bezuinigingen een zware opdracht is voor de instellingen. Ze moeten doelmatiger werken en tegelijkertijd “een kwaliteitsimpuls realiseren”. Maar het kabinet gaat ze helpen en is bereid om de regels waar nodig aan te passen.
Zo laat hij doorschemeren dat hij de universiteiten meer ruimte wil bieden om hun promovendi voortaan de status van bursalen te geven. In plaats van een salaris en een werknemersstatus mogen ze hen dam ook een studiebeurs geven, wat een forse besparing per promovendus oplevert.
Letterlijk staat in de reactie: 'Het kabinet zal de instellingen de ruimte bieden om te komen tot meer maatwerk en differentiatie en daarvoor regelgeving waar nodig aanpassen. Daarbij vragen de universiteiten bijvoorbeeld ruimte om te kiezen voor een systeem van bursalen. Daarvoor is wetswijziging nodig.'
Bedrijfslevenbrief
Het Nederlandse onderzoek zal zich wat de staatssecretaris betreft sterk moeten gaan profileren om zo een nog grotere bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing van de grote maatschappelijke vraagstukken. Daartoe zal het zich meer moeten richten op in het innovatiebeleid geïdentificeerde economische topgebieden.
In de brief worden in dat verband onder meer water, voedsel, tuinbouw, sciences, high tech, life, chemie, energie, logistiek en de creatieve industrie genoemd. De topgebiedenaanpak zal volgens Zijlstra worden uitgewerkt in de later dit jaar te verschijnen bedrijfslevenbrief van minister Verhagen van Economische Zaken en Innovatie.
Hoger collegegeld
Ter bestrijding van de hoge uitval wil de staatssecretaris dat scholieren beter worden begeleid bij het maken van hun studiekeuze. De instellingen moeten vooraf gesprekken met hen voeren. Daarnaast wil hij de universiteiten en hogescholen meer selectiemogelijkheden bieden.
Dat kon al bij kleinschalige en intensieve opleidingen als de University Colleges, die als het aan de staatssecretaris ligt ook een hoger collegegeld mogen vragen. Net als zijn voorganger Plasterk wil Zijlstra opleidingen met een numerus fixus de ruimte geven om al hun studenten zelf te selecteren.
Niemand uitsluiten
Ook ‘gewone’ opleidingen krijgen meer ruimte om studenten – in aanvulling op het eindexamen dat ze hebben gedaan – te selecteren. Maar net als de commissie-Veerman vindt hij dat er geen studenten mogen worden uitgesloten: het stelsel moet plaats bieden aan iedereen met het vereiste diploma.
Zijlstra kondigt verder aan dat hbo-studenten met een propedeusediploma op zak hun toelatingsrecht verliezen. Deze ‘hbo-proppers’ doen het van oudsher slecht op de universiteiten. Die mogen daarom voortaan zelf beslissen of ze hen al dan niet toelaten. Ook de toelatingsregels voor groepen mbo’ers worden aangescherpt, waarbij hun prestaties bij de centrale examinering van kernvakken als taal en rekenen een rol gaan spelen.
Titulatuur
Als Zijlstra ergens schoon genoeg van heeft, dan is het van de discussie over de titulatuur van afgestudeerden. In navolging van 'Veerman' vindt hij dat de overheid zo snel mogelijk een punt moet zetten achter dit dossier waaraan in Nederland te zwaar wordt getild. Hij kondigt aan dat het huidige wettelijk onderscheid in titulatuur tussen hbo en wo vervalt. 'Hbo-afgestudeerden kunnen voortaan dezelfde titel krijgen als wo–afgestudeerden. Wel moet de toevoeging bij de graad passen bij het type opleiding waar het om gaat.'
Hoger Onderwijs Persbureau / EH