Zorg over toekomst Onderwijskunde

Hij hoopt dat het een eenmalige dip is, maar om het zekere voor het onzekere te nemen, is de scholierenvoorlichting van Onderwijskunde aangepast. “Ik denk dat de opleiding een negatief imago heeft bij schooldecanen, want ik vind het onbegrijpelijk dat er zo weinig scholieren voor Onderwijskunde kiezen.” Opleidingsmanager van Onderwijskunde Gijsbert Erkens is geschrokken van de lage instroom van bachelorstudenten dit jaar. “Het zijn er 19. Sinds de invoering van het bachelor-masterstelsel liep het aantal eerstejaars juist jaarlijks iets op. “Het begon met een stuk of 20, 25 studenten en vorig jaar waren dat er zelfs 35. Dat er nu zo weinig studenten voor onze opleiding hebben gekozen, vind ik onbegrijpelijk.” In Nederland wordt er op drie universiteiten een bacheloropleiding Onderwijskunde gegeven. In Twente en in Amsterdam. Ook zij kampen volgens Erkens met een terugloop in het aantal eerstejaars. Utrecht en Twente hebben de handen nu ineen geslagen. “De intentie is uitgesproken, maar we moeten nog samen om tafel gaan zitten.” Als het aantal eerstejaars niet aantrekt, ziet Erkens de toekomst van de opleiding somber in. “Als je dan ook bedenkt dat veel van onze studenten uit de beroepspraktijk komen of via een pre-master instromen, geeft dat toch wel te denken. Onderwijskunde is typisch een opleiding die mensen gaan volgen als ze al in het onderwijs zitten. Of ze komen van een hbo-opleiding en moeten eerst een pre-master volgen. Op dit moment zitten daar zo’n 100 studenten. Als de subsidie voor een pre-master komt te vervallen door de huidige kabinetsplannen, dan zal dat aantal waarschijnlijk verder zakken.” De onlangs gehouden bachelorvoorlichting was al op nieuwe leest geschoeid. Zo werd de voorlichting meer door studenten gedaan. Ook de schooldecanen krijgen meer en andere informatie van de universiteiten. “Zij geven onderwijskundigen vaak de schuld van alle ongewenste nieuwe regels en onderwijsvernieuwingen die uit Den Haag komen. Maar daar zijn onderwijskundigen niet verantwoordelijk voor. Wij houden ons voornamelijk bezig met onderzoek naar leerprocessen. Kort gezegd: hoe leert een mens en onder welke omstandigheden doet hij dat het beste.” Erkens wil daarnaast beter duidelijk maken wat een onderwijskundige voor beroep kan uitoefenen. “De beroepsperspectieven zijn namelijk heel goed. Zo kunnen wij de vraag naar stagiaires niet eens opvangen. Er zijn meer stageplaatsen beschikbaar dan er masterstudenten zijn.” Onderwijskundigen kunnen kiezen uit vele beroepen in vele onderwijsomgevingen, zegt Erkens: “Zoals bedrijfsopleidingen of educatieve diensten in musea. Volgens de laatste arbeidsmarktmonitor zijn alle 30 studenten van dat jaar aan een baan gekomen. Wie kan nog meer zeggen dat ze een score van 100 procent haalt?” Erkens hoopt op landelijke aandacht voor Onderwijskunde, zegt Erkens. “Zoals het bouwen van een website waar heel duidelijk naar voren komt wat de studie inhoudt en wat je er mee kan worden. Het zou niet verkeerd als het rijk daar geld instopt. Alleen al gezien de vraag van de arbeidsmarkt.” GK