Een tsnunami van de geest (3)
Aan: Maarten @weldenkenden.uu.nl
Betreft: Een tsunami van de geest (3)
Bijlage: Diogenes
Ha Maarten
In een onbewaakt ogenblik liet ik me strikken om te collecteren voor het Rode Kruis. Ik moet echt even van het pad geraakt zijn, want in goede doelen geloof ik al lang niet meer. Misschien zei ik ja omdat het herinneringen opriep aan norse mensen, valse rottweilers, maar ook verrassende voordeuren, deurbellen met vreemde muziekjes en onverwachte gesprekjes met totaal onbekenden. Of misschien zei ik wel ja omdat ze het me gewoon aardig vroegen.
Toen ik aanbelde, zag ik een glimp van een andere wereld op het moment dat jouw gezicht verscheen achter een geopend luikje in de deur. Herkenning en vervreemding. Je te zien in een totaal andere situatie dan waar ik je van ken. Met een vreemde vraag. Of je wat geld wil geven.
Ik heb nu een andere vraag: wat is dat moderne zoeken naar persoonlijk geluk toch, Maarten? Het lijkt wel of iedereen ermee bezig is. Is dat een tijdverschijnsel of was het er altijd al? Ik kan het me niet herinneren dat we daar vroeger zo mee bezig waren. Ik begin er ook een hekel aan te krijgen. Vooral als ik dan naar anderen moet luisteren of kijken hoe zij dit begeerlijke goed op krampachtige wijze proberen te veroveren. Nog erger wordt het als ze me lotgenoot willen maken van hun streven naar het Shangri-La. Met een recept waar alles voor moet wijken.
Piet vertoeft in hier en nu, Karel in adrenaline, Kees wil almaar meer geld, Gerrit kiest voor ongebreidelde seks en Peter sport zich blind voor zijn euforisch makende endorfines. Jan stijgt daar bovenuit en wil eindelijk verlicht raken, of is dat al. Sinds wanneer mag je niet meer eens gewoon ongelukkig zijn.
Afgelopen weekend was ik aan zee en stond bloot aan de elementen. De harde wind, het geraas van de branding en de oneindige vergezichten die een mens weer even op zijn plaats zetten. Het perspectief van de nietigheid van ons bestaan zichtbaar maken. Dat wat je eigenlijk altijd al wist, maar steeds weer probeert te vergeten. Want we zijn toch belangrijk. Interessant en meester van onze omgeving, meester van ons leven.
Zo’n meester, niet alleen van zijn eigen, maar ook van onze omgeving is de architect en kwade genius van het Onaantastbare bestemmingsplan van Zijn Uithof. Ik heb mij altijd afgevraagd waarom er alleen maar stenen, asfalt en gras op De Uithof mogen. Sinds ik het woonwagentje in het kunstenaarsproject heb gezien, weet ik het!
De “stedenbouwkundige” heeft het landschap vorm laten geven om de creaties van zijn collega-architecten beter te laten uitkomen! Niet om er een leefbare omgeving van te maken. De boompjes mogen dienen als omlijsting.
Onze kunstenaar deed het omgekeerde van wat de architecten hier deden. Hij cijferde zichzelf weg. Maakte ons deelgenoot van zijn ontzag voor de ruimte in een poging daarin onze plaats te bepalen.
Dat maakt mij nou gelukkig. Vrije denkers!
Je Baaierd