Ki men kiai, en het ongelijk van de Var

Foto: Hilleke Brouwer

Aan: Jan.Vorstenbosch@emeriti.uu.nl
Betreft: Ki men kiai
Bijlage: Maart 1981, Den Haag (foto Hilleke Brouwer)

Ha Jan,

Tijdens een nostalgische ontmoeting van oud-studenten filosofie beloofde ik je het verschil aan te geven tussen de Europese opvatting van sport- en wedstrijdregels en de Japanse. Als sportfilosoof schreef je over de opkomst van de videoscheidsrechter in het betaalde voetbal, Zo’n oplossing wakkert mijn aversie tegen betaald voetbal weer onmiddellijk aan.
Eigenlijk heb ik sowieso een hekel aan betaalde sporten.

Met de commercie is voor velen ook de lol verdwenen uit het amateurvoetbaldomein. Vonden wij het nog heerlijk om achter een bal aan te hollen en die, zonder dat jij of de bal gestopt wordt, in het doel van de andere partij te schieten. Genoten wij van het rennen, het ontwijken van hindernissen, het je helemaal stuklopen en tactieken uitproberen. De saamhorigheid vinden die sporten tot een feest maken. Nu gaat het er om, koste wat kost uit te blinken.

Het lijkt erop dat amateurverenigingen alleen nog bestaan voor scoutgeile kinderen. Als je een wedstrijd verliest, heet het: je moet wel tegen je verlies kunnen of: wees sportief en feliciteer je tegenstander, Maar eigenlijk bedoelen ze te zeggen: sukkel je hebt verloren. Of stom dat je niet gewonnen hebt, je had dit of dat moeten doen. Het gaat dus duidelijk om het winnen of verliezen sec, hoe maakt niet echt uit. Sterker nog. Als je door gelijkspel verder komt in de competitie, is het: rustig aan maar.

In Japanse wedstrijden, voor zover ik die ken, gaat het natuurlijk ook om het winnen. Maar daar komt iets essentieels bovenop. Het gaat ook om je inzet. Je kan een wedstrijd niet winnen zonder dat je je maximaal hebt ingezet. Daar hebben ze bij Kendo (Japans zwaardvechten) het volgende voor bedacht:

In een tweegevecht kan je alleen maar een punt scoren als je actie aan drie voorwaarden voldoet:
1. Je vertelt je tegenstander waar je klap gaat aankomen
2. De klap komt met kracht en precisie. Vergezeld van de kreet man, coté, tsuki, of do, komt hij exact aan op respectievelijk: hoofd, handschoen, keel of harnas. Maar dan nog is er geen punt gescoord.
3. Je bent er van overtuigd dat de tegenstander op adequate wijze geraakt is.
Dat blijkt uit je houding na de klap stoot of steek. Je holt niet juichend weg, want ook dan krijg je je punt niet. De actie is voorbij. En daar moet je wel erg zeker van zijn, een moment van aarzeling en je hebt zelf de volgende slag te pakken!

Een videocamera laten beslissen of een punt is gescoord is, is in het Kendo ondenkbaar. De autoriteit van een scheidsrechter betwisten idem.

Maar misschien gaat de vergelijking mank; is Kendo geen sport maar meer een levenshouding en voetbal geen sport maar een overbetaald beroep. Bobo’s laten procedures bedenken die slechts meetbare, eenduidige resultaten kunnen opleveren. Omdat ze over het geld gaan denken ze ook de essentie van het “spel” te kunnen bepalen.

Je Baaierd

Tags: baaierd

Advertentie