Collegevoorzitter geschrokken van reacties op facilitaire medewerkers
‘Afreageren op collega’s is volstrekt ongepast’
Stel je voor. Je treft in een UU-toilet een bekladding aan en gaat er met een emmer heen om het schoon te maken. “Dus jij bent voor genocide”, krijg je naar je hoofd geslingerd. Of de deur van een pand wordt tijdelijk gesloten vanwege een protest, en jij krijgt als receptiemedewerker te horen dat iemand je zal gaan aanklagen vanwege vrijheidsberoving. Of je krijgt rondom een demonstratie een duw en actievoerders staan al klaar om je reactie te filmen.
Ik schrok er behoorlijk van toen ik hoorde dat collega’s binnen onze universiteit met dit soort incidenten te maken krijgen. Dat kan toch niet waar zijn?, was mijn eerste gedachte. De situatie in Gaza en Israël laat niemand onberoerd, ook mij niet. En ik snap ook dat een aantal studenten en medewerkers zoekt naar manieren om iets te doen aan het leed dat zich voltrekt. Maar het is volstrekt ongepast om dat zo op collega’s of medewerkers af te reageren.. Collega’s van recepties, servicepunten en facilitaire diensten, worden dagelijks geconfronteerd met vervelende situaties als deze.
Ze worden uitgelachen als zij hun werk doen, uitgescholden, er wordt dreigend tegen ze gesproken, ze worden gefotografeerd of gefilmd en ze worden zelfs gevolgd. De ervaringen zorgen ervoor dat deze collega’s zich geïntimideerd voelen, bedreigd zelfs. Dat hun UU-polo ongemakkelijk aanvoelt. Het maakt ze herkenbaar en daarmee kwetsbaar.
Veilig voelen
Deze mensen die ons een ‘goede dag’ wensen als we een pand binnenkomen; een lamp vervangen als dat nodig is en te hulp snellen als er een BHV-oproep is. Die fijne collega's – die zorgen dat wij veilig kunnen werken en studeren – voelen zich door zulk gedrag niet meer veilig binnen onze universiteit. En ik heb er geen andere woorden voor dan te zeggen dat ik dat onacceptabel vind. Ik ben geschrokken van het gesprek dat ik vorige week had met een groepje van deze collega’s.
Wat daarbij opvalt is dat de ongepaste opmerkingen en uitingen niet alleen komen van actievoerende studenten en medewerkers. Ze krijgen eveneens te maken met frustraties die intern leven over het protest, of over de maatregelen die wij als universiteitsbestuur nemen om bijvoorbeeld een bezetting te voorkomen. Het is begrijpelijk dat we balen als een pand eerder gesloten wordt en je dus niet verder kan werken op kantoor, maar deze facilitaire medewerkers zijn ‘slechts’ de boodschapper van dat nieuws. “Er zijn medewerkers die je op dat moment uitschelden, en je de volgende dag wel weer om hulp vragen bij het vervangen van een lamp”, illustreerde een van de collega’s.
Wat zeg je nu?
Ik hoop dat we allemaal van dit gedrag schrikken, en dat niemand denkt: dat hoort er gewoon bij. Want dit hoort er echt niet bij. Ik tolereer het niet als we een punt maken ten koste van elkaar. En ik hoop dat we met elkaar staan voor deze collega’s, zoals zij er dagelijks voor ons staan. En zeg er daarom wat van als je zoiets ziet gebeuren. Wees een active bystander! Ik weet dat we – als het spannend wordt - lang niet altijd zo ad rem zijn als we zouden willen zijn. Wat zou je kunnen doen als je iets ziet gebeuren wat je niet respectvol of acceptabel vindt? Iemand zei mij laatst dat je altijd kan zeggen: wat zeg/doe je nu?
En ik realiseer mij dat ik met een blog niet iedereen zal overtuigen tot ander gedrag. Maar ik hoop ook iedereen aan te spreken die niet weet dat dit speelt. Met de meerderheid kunnen we het verschil maken en zeggen dat we dit volstrekt onacceptabel vinden. Als we dit gedrag accepteren, dan verliezen we allemaal. Het gaat er namelijk niet alleen om dat deze collega’s zich (weer) veilig voelen, maar dat we met elkaar de cultuur bewaken waarin we ons allemaal veilig kunnen voelen.
Dat vergt inlevingsvermogen op de moeilijke momenten: als je geraakt en gekwetst bent. En het betekent dat we moeten voorkomen om onze boosheid en frustratie uit te leven, en al helemaal op collega’s die gewoon hun werk doen. Vriendelijkheid, behulpzaam zijn, geduld en begrip. Dat past bij een respectvolle UU-gemeenschap, en dat zijn we tenslotte samen.