Afscheid van Riekje Doeksen, een studieadviseur die haar tijd ver vooruit was
Riekje Doeksen is overleden. Afgelopen week stond dat bericht in Elsevier. Generaties neerlandici zijn bijgestaan door deze kleurrijke en uitgesproken studieadviseur. Ries Agterberg was er een van. Herinneringen aan een vrouw die dertig jaar geleden al deed wat we nu 'onderwijsvernieuwing' zouden noemen.
In de jaren tachtig begonnen nog elk jaar bijna tweehonderd eerstejaars aan de opleiding Nederlands in Utrecht. Ze kregen allemaal te maken met studieadviseur Riekje Doeksen. In oktober kende ze alle studenten bij naam. Dat was ook het moment dat de eerstejaars tijdens de zogenaamde breekweek met haar op kamp gingen. Het fragiele vrouwtje tussen de dansende studenten.
De eerste keer dat ik bij haar moest komen, studeerde ik nog niet. Na mijn pedagogische academie had ik een paar jaar gewerkt. Om een studie Nederlands te mogen doen, moest ik een zogenaamd colloquium doctum halen, een soort examen in een vak naar keuze: Nederlands, Engels, Frans of geschiedenis. Maar eerst moest ik op gesprek bij mevrouw Doeksen.
Ruim een half uur wachtte ik op een stoel in de gang op de tweede verdieping van Centrum Gebouw Noord. Vreemd vond ik dat toen. Afspraak is toch afspraak? Maar achteraf begreep ik dat voor Riekje Doeksen de tijd niet het meest vaste baken in haar leven was. Ze hield zich niet aan de regel dat een gesprek met een student maximaal tien minuten mocht duren. Als je regelmatig niet kwam opdagen bij colleges of slecht scoorde bij tentamens, kreeg je prompt een uitnodiging bij haar langs te komen. Daarbij nam ze de tijd. Ze hoorde je uit, vroeg of je nog wel op de goede plek zat en hoe je de achterstand weer ging inhalen.
Doeksen deelde de eerstejaars groepen hoogstpersoonlijk in. Zo zette ze de Limburgers bij elkaar en ook de Brabanders. Zelf zat ik in een groep met mensen die niet direct na de middelbare school waren gaan studeren. Ook maakte ze een groep van studenten die allemaal een 8+ op hun eindexamenlijst hadden. “En vreemd genoeg zat er nauwelijks overlap tussen die groepen”, hoorde ik donderdag bij de verjaardagsreceptie van een hoogleraar zeggen. Hij vertelde dat docenten soms laaiend enthousiast door de gang liepen: ‘Jeetje, ik had net een geweldige groep.’ Dat waren, zonder dat ze het wisten, de acht-plussers.
Op die manier had Doeksen al haar eigen 'honoursgroepen'. Daarnaast deed ze op haar manier al aan 'matching' bij voorlichtingsdagen, gaf ze in het eerste jaar hoogstpersoonlijk het vak studievaardigheden en zorgde ze dat studenten die wat achterbleven een schop onder hun kont kregen danwel vroegtijdig naar een andere studie werden gedirigeerd.
Ook op een ander punt was Doeksen haar tijd vooruit. Tot halverwege de jaren tachtig was er voor de neerlandici maar één carrièreperspectief: leraar worden. En de heel goede studenten mochten de wetenschap in. Meer keuzes waren er niet. In de praktijk zag je toch veel neerlandici op andere plekken terechtkomen. Doeksen doorzag dat en begon met voorlichtingsbijeenkomsten arbeidsoriëntatie. Ze nodigde enkele oud-studenten uit (die ze natuurlijk allemaal persoonlijk kende) om te laten zien dat er meer was dan een carrière als leraar Nederlands.
Na de verhuizing van Nederlands naar de binnenstad, pakte ze, samen met haar voormalig student Alex de Jager het alumnibeleid op. Ook daarin liep Nederlands in die jaren voorop.
Ruim twintig jaar geleden vertrok ze bij de universiteit; ze ging terug naar Terschelling. Maar haar naam is altijd blijven ronddwalen bij de opleiding. Veel neerlandici, ook diegenen die nu in allerlei functies bij de universiteit werken, zijn groot geworden aan de hand van Doeksen. Nu is ze dood. Tijd om nog één keer stil te staan bij deze bijzondere studieadviseur.