Bestuurlijke lenigheid in sportbeleid UU

Niet zo lang geleden was het bijna onmogelijk om een sportcarrière te combineren met een studie. Tegenwoordig zijn wetenschappers en bestuurders er volgens Frank van Eekeren over eens dat meer fitheid ook leidt tot betere studieresultaten.

 Van de dichter Juvenalis zijn de gevleugelde woorden ‘Mens sana in corpore sano’. Als gymnasiast vertaalde ik deze woorden als:  ‘Een gezonde geest heeft een gezond lichaam nodig’. Voor mij een aannemelijke vertaling én een prettige gedachte. Zeker toen ik later als sportfanaat op de universiteit ging werken.

Maar eenmaal op de universiteit werd me duidelijk gemaakt dat de oude dichter zijn uitspraak eerder baseerde op gezond verstand dan op fatsoenlijk wetenschappelijk onderzoek. Diverse onderzoekers verkondigden de ‘zero sum theory’: Sport mag dan wel een positieve uitwerking hebben op cognitieve vaardigheden van studenten, maar wie meer sport heeft ook minder tijd om te leren. Ergo, het resultaat is nul.

Onze universiteitsbestuurders leken dit destijds een aannemelijke theorie te vinden en gaven marginale steun aan de studentensportstichting Mesa Cosa - nota bene een verbastering van ‘mens sana in corpore sano’ - en hun onderkomen, het sportcentrum Olympos. En de enkeling die het in zijn hoofd haalde een topsportcarrière te willen combineren met een universitaire studie moest wel over een héél lange adem beschikken.

Maar zie, de geest van wetenschappers én bestuurders is lenig. De laatste jaren zijn onderzoekers het eens over een positieve correlatie tussen sport en leren. Sport, zo stellen zij, verschaft studenten betere sociale en psychologische vaardigheden en meer fitheid tijdens het studeren. Ergo, tijd besteden aan sport betaalt zich uit in klinkende studieresultaten.

Onze bestuurders gaan mee in deze logica. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het recent ondertekenen van een plan dat het topsporters makkelijker maakt een studie te volgen, onder meer door het flexibeler aanbieden van colleges en tentamens. Helemaal nieuw is de aandacht voor topsporters op onze universiteit overigens niet. De UU-medaillewinnaars op de Olympische Spelen in Londen waren maandenlang te bewonderen op de UU-homepage.

Niet alle ‘gewone’, zich in het zweet werkende studenten zijn even aantrekkelijk om op de homepage te plaatsen, maar wie goed zoekt vindt veel sport op de UU-website. Op die plek verkondigt het CvB ook recreatieve sport hoog in het vaandel te hebben. Vermoedelijk niet alleen omdat meer aandacht voor studentensport zorgt voor betere studieresultaten, maar ook omdat het helpt om aankomende studenten over de streep te trekken bij hun keuze voor een universiteit.

Tijden veranderen, zoveel is duidelijk. Zelfs de oude vertaling van ‘Mens sana in corpore sano’ is aan verandering onderhevig. Het Sportcentrum Olympos heeft al een moderne variant bedacht: ‘Move your body, stretch your mind’. Ik voeg daar graag een vrije vertaling aan toe: ‘Een sportieve universiteit heeft bestuurlijke souplesse nodig’. Juvenalis zal het met me eens zijn.

Advertentie