Blik op de toekomst

Geachte mevrouw Oudeman,

Misschien moet ik beginnen mijn excuus aan te bieden: ik heb in DUB een grapje op uw naam gemaakt, en eigenlijk is dat niet netjes. Maar ik vond de door de taal zelf aangeboden woordspeling te mooi om ongemerkt voorbij te laten gaan. U hebt het wellicht niet gezien, omdat het digitale UU-nieuwsmagazine niet in uw leesmap zit, vandaar hier een herhaling: na uw komst geen old boys network meer, maar Oudemans netwerk. Grappen verliezen kracht bij herhaling, maar ik hoop dat u het met me eens bent dat dit wel een aardige is.

Over herhalen gesproken: mede namens de verenigde Hollandse koekfabrikanten stel ik voor de metafoor van de koekjesfabriek maar liever niet meer te gebruiken. Onze rector zei vlak na de overdracht van het rectoraat in maart 2011: wij zijn een koekjesfabriek, en hij gaf aan dat hij dat niet wilde zijn. In mei 2012 vroegen ‘anonieme docenten’ van de VU; ‘maak van de VU geen koekjesfabriek’, en nog geen jaar later stapt de rector van de VU op, en zegt de Volkskrant (30 maart) in een tussenkop dat de VU als koekjesfabriek geleid werd. U zelf hebt gezegd dat het u niet uitmaakt of u een koekjesfabriek leidt of iets anders. Andere briefschrijvers hebben daar al aan gerefereerd, maar vóórdat de meisjes van Verkade, die niet graag hun werkzaamheden gebruikt willen zien als model voor een falende universiteit, ons met een smaadclaim vervolgen, denk ik dat deze metafoor, die zijn knapperige versheid nu echt wel kwijt is, maar eens vervangen moet worden.

Net zo min als koekjes komen er uit de universiteit blikken verf. Dat is dus geen geschikt alternatief, ondanks de hoge kwaliteit, dekking, slijtvastheid en glans van dat AKZO-product, en ondanks de aangename verwijzing die in universitaire kringen de oren doet spitsen, namelijk de toevoeging Nobel aan de fabrieksnaam. Ik hoop dat u met me eens zult zijn dat eindproduct en managementmodel bij een universiteit sterker met elkaar verbonden zijn dan bij de bedrijven waar u tot nu toe gewerkt hebt. Uw cv  is overigens indrukwekkend, met een rode lijn van Hoogovens-blik via verf in blik, naar een toekomstblik die een universiteit graag aan zijn studenten meegeeft.

U zei in februari dit jaar dat u het ‘glazen plafond’ niet ziet. Nu is een kenmerk van glas dat het doorzichtig is, en meestal gebruikt wordt juist omdat het zo mooi onzichtbaar is. Dat u het niet gezien hebt is dus wel uit te leggen, maar kennelijk waren er ook weinig plafonnières - collega's die niet door het glazen plafond heen hebben kunnen breken – zichtbaar tegen de u overkoepelende plafonds. Bovendien, en ik citeer mijn vriend G.: u bent een dergelijk plafond allang gepasseerd, en als u het zou willen zien, dan moet u omlaag kijken, niet omhoog.

Genoeg met woorden en metaforen gespeeld, tijd voor een paar gedachten die ik u graag wil meegeven.

1.      Wij zijn, ondanks de voorgenomen kleinschaligheid, nog steeds de (op-één-na) grootste universiteit in Nederland. Wilt u proberen ons te doen dalen op deze lijst? Echt goede universiteiten zijn bijna altijd klein. Een mooie beschouwing van groot en efficiënt versus kwaliteit vindt u in het NRC van 3 april in een artikel van Herman Philipse en Gijsbert Werner. Het succes van onze ‘colleges’ ligt ook niet zo zeer in het aantrekken van goede studenten, maar veel meer in de kleinschaligheid van het onderwijs. In mijn opleiding, de Biomedische Wetenschappen, zitten even goede en zelfs betere studenten, die gelukkig, ondanks de grote groep waarin ze onderwijs krijgen, toch naar boven komen, bijvoorbeeld in kleinschalige ‘excellent track’-groepen.

2.      Wilt u geen nieuwe architecturale hoogstandjes laten bouwen, maar vooral gebouwen waarin het ontwerp geheel ten dienst staat van de functie ‘onderwijs’ (of onderzoek)? Prachtige maar ongeschikte gebouwen zijn er nu genoeg.

3.      Wilt u zo spoedig mogelijk na uw aantreden een voorbereidingscommissie benoemen voor het volgende lustrum, ook al is het ‘pas’ in 2016? Het valt samen met het 200-jarig bestaan van het Utrechtsch Studenten Corps (USC), de vereniging waarmee de UU de laatste 2 lustra, na 40 jaar afstel, gezamenlijk de Maskerade heeft georganiseerd. De UU, samen met de Maskerade-commissie en de DAP (Dag van het Aangespannen Paard)-commissie van de faculteit Diergeneeskunde organiseren dan een uniek en historisch verantwoord hoogtepunt voor stad en universiteit.

Enfin, ik zie uit naar uw komst. Vergeef me dat ik andere briefschrijvers niet volg in het direct maar tutoyeren. Ik ben nog ouderwets opgevoed en wacht tot ik daartoe word uitgenodigd. U hebt al begrepen dat u daar niet op hoeft te rekenen in de U-raad, die, ondanks de suggestie die de naam wekt, direct met je en jij begint, nog voor een fysieke ontmoeting. Ik wens u een mooie tijd in Utrecht, uw voorgangers hebben lang deze positie bekleed, en veel betekend voor de universiteit. Ik hoop dat nog in uw tijd niet Harvard aan de Rijn het ideaal is, maar Utrecht aan de Charles River, of Utrecht aan de Cam.

Met gevoelens van hoogachting,

Dop Bär, opleidingsdirecteur Biomedical Sciences

PS – ik ben benieuwd naar de eerste keer dat u figureert in een DUB-cartoon van Niels Bongers. U ook?

Advertentie