Can it of can it not?

Vier maanden geleden bedacht ik me nog dat ik niet zo’n Nederlander wilde worden. Zo’n Nederlander die niets vermoedend aan een andere passagier vraagt: “How late is it?” En dan in de veronderstelling is, dat het een perfect geformuleerde Engelse zin is.

De Britten blijven, ondanks je fouten, altijd wel beleefd. Het is tot nu toe nog niet voorgekomen dat ze in lachen zijn uitgebarsten. Begrijpen of verstaan ze je niet dan wordt dit snel opgelost met een beleefde ‘pardon?’, ‘excuse me?’, ‘sorry?’. Ik, daarentegen, ben een stuk minder beleefd. Het zullen wel mijn Nederlandse roots zijn of het is just me, maar wanneer ik iets niet versta of begrijp dan volgt er een ‘WHAT?’ of een ‘hèèè?’.

Nu zul je wel begrijpen dat dit niet echt positief bijdraagt aan mijn ‘Ik-word-niet-zo’n-Nederlander-imago’. De meesten blijven beleefd en vervolgen hun gesprek om het vervolgens zo snel mogelijk af te kappen. Een aantal kijkt me vreemd aan, waardoor ik me bewust word van mijn onbeleefde gedrag. Meestal ben ik dan degene die het gesprek zo snel mogelijk afkap.

“So can it not longer”, dacht ik. Ik begon mezelf aan te leren dat ik de zin die ik wilde zeggen eerst in mijn hoofd oefen, zodat ik in het vervolg er een beleefde ‘pardon?’ uit kon gooien. Dit heeft na een periode van 3,5 maand geholpen. Helaas maken vrienden  nog steeds grapjes over mijn oude ik en als ik moe ben en niet oplet dan ligt the danger in a small corner.

Nu, vier maanden later en wat Engelse spreekwoorden wijzer, ben ik een stuk mondiger in het Engels (thank god!). Ik schrijf essays net zo snel in het Engels als in het Nederlands (lees: twee weken). En ook ben ik me ervan bewust dat zelfs de Britten soms nog wel fouten maken. Mocht ik nu nog een zin in het steenkolen Engels uitkramen, dan lach ik er een beetje lief bij, dan valt mijn grammaticale (in mijn hoofd: drastisch grote) fout niet eens op!

Advertentie