De boot naar China (2)
Hoogleraar Frans Verstraten, thans verbonden aan de Universiteit van Sydney, onderzoekt voor de Universiteit Utrecht wat de mogelijkheden zijn in de Azië-Pacific regio. Hij blogt mee. Vandaag deel 2: Onderzoek & Samenwerking.
Een paar jaar geleden bezocht ik een conferentie in Beijing. Tijdens een etentje zat ik aan tafel met mijn al genoemde vroegere Harvard-collega en huisgenoot, verschillende van zijn Chinese collega’s uit de VS en Chinezen die naar hun vaderland waren teruggekeerd (na het behalen van hun PhD of een postdoc-periode). Het gesprek ging over de vraag of degenen die hun basis in de VS hadden, nadachten over een terugkeer naar China. Tot mijn verrassing zei geen van de aanwezigen resoluut nee. Er waren duidelijk drempels en twijfels, maar niemand zei nee.
Een niet-wetenschappelijke constatering is dat het lijkt alsof er meer Chinezen terugkeren naar China. Ik heb de tafelgenoten van een paar jaar geleden onlangs gevraagd wat hun beweegredenen waren om terug te keren naar China of in het buitenland te blijven. De reden om niet terug te keren was voor de eerste generatie kennelijk vooral het carrièreperspectief, zowel in de VS als in China. Wat overigens niet wil zeggen dat een deel niet terugkeerde, dat was wel degelijk het geval.
Vooral de latere generatie Chinese studenten lijkt na hun studie, PhD of postdoc, veelal naar het vaderland terug te keren. Hun beweegredenen liggen voor de hand; er bestaan thans veel mogelijkheden en de salarissen zijn competitief (al kunnen de terugkeerders bij lange na niet meedingen op de woningmarkt in Beijing en Shanghai). Een belangrijke reden werd verwoord door een heel talentvolle wetenschapper in mijn veld. Hij beantwoordde mijn vraag een beetje verbaasd met “But, China is my country!”. Ik heb dat vaker gemerkt, de meeste Chinezen houden van hun land en leven erg mee ook al zitten ze elders.
Een andere reden om niet terug te keren zijn de kinderen. Een enkeling vertelde me dat ze zo veramerikaanst zijn, dat ze zich moeilijk zouden kunnen aanpassen in de Chinese cultuur. Anderen willen hun kinderen niet door het kennelijk nog als star ervaren Chinese onderwijssysteem loodsen. Tot de kinderen het huis uit zijn lijkt dit voor een aantal een reden om (nog even) in de VS te blijven.
Wel waren mijn tafelgenoten het er over eens dat recentelijk meer Chinezen naar huis lijken te keren, ook in hoge posities. Dat wil zeggen na al aan een flinke carrière in het buitenland te hebben gebouwd. Niet enkel door de vele stimuleringsprogramma’s (zoals bekend heeft China grote ambities en wil het land halverwege deze eeuw natuurlijk wel wereldleidend zijn en daarvoor zijn wel wetenschappers nodig). In het algemeen wordt, zelfs door de Chinezen die nog in het buitenland zitten het huidige succes van wetenschappelijk China niet toegeschreven aan de grote terugkeer van ervaren Chinese wetenschappers. Het is een interactie van veel factoren.
Er wordt momenteel flink geïnvesteerd in wetenschappelijk onderzoek en infrastructuur en met goede breinen levert dat altijd meer op. De mentaliteit ten opzichte van bepaald soort onderzoek, denk aan onderzoek waarvoor dierenproeven worden gedaan is in China nog heel anders dan in het Westen. Zijn wij bijkans maanden kwijt voor het verkrijgen van toestemming van de Medisch Ethische Commissies, daar gaan ze er kennelijk iets anders mee om. Bepaalde soorten onderzoek kunnen in Nederland nagenoeg niet meer worden uitgevoerd. Vaak heeft dat - in onze westerse ogen - goede redenen, maar juist dat onderzoek is vaak interessant voor de meest prestigieuze tijdschriften.
Zoals gezegd, veel universiteiten willen samenwerken met de Chinese onderzoekers. Een dergelijke samenwerking is evenwel gebaseerd op een oude, maar zeker nog geldige, wijsheid, namelijk dat je zaken doet met vrienden. Het is erg moeilijk om een voet tussen de deur te krijgen als je niet van Oxford, Cambridge of een Ivy League universiteit bent. Je bent dan met name afhankelijk van bestaande contacten. Volgens mijn Chinese collega’s is dat een noodzakelijke voorwaarde maar zeker geen voldoende. De samenwerking en uitwisselingen moeten ook duidelijk iets extra voor beiden betekenen. Enkel dan krijg je support van de bobo’s. Dat werkt alle kanten op, dus een handtekening van een bobo zonder de steun van de mensen op de vloer heeft weinig betekenis.
Iedereen lijkt te begrijpen dat Nederland flink moet werken aan netwerken. Ik las onlangs een stuk in Transfer - het blad over internationalisering in het hoger onderwijs - dat met name ging over uitwisselingen van studenten. Het stuk werd opgesierd met uitspraken als ‘Het is echt belangrijk dat Nederlandse studenten naar China gaan, anders missen we de boot’. Dat is zeker zo, maar als je nu nog moet beginnen dan ben je dus mooi te laat. De hele wereld beseft dat en om de 'bootbeeldspraak' nog maar eens te gebruiken; er zijn al veel boten onderweg en hier ligt natuurlijk weer een kans voor Utrecht. Er zitten namelijk al veel Utrechtse mensen op de boot!
Natuurlijk, studenten die elkaar nu als student tegenkomen kunnen veel voor elkaar betekenen in de verre toekomst; dat is een investering in op de langere termijn. Maar ervaren wetenschappers die al veel Chinezen kennen van lang geleden zijn cruciaal. Het zijn de vroege Chinese studenten in Nederland of de Chinezen die je ontmoette in het buitenland, zeker als promovendus of postdoc. Veel van die Chinezen komen nu in de belangrijke functies. Zo is mijn vroegere huisgenoot de nieuwe directeur van een instituut binnen de CAS (Chinese Academy of Sciences).
Kortom, naast alle initiatieven voor studenten voor de langere termijn is een goede inventarisatie van de bestaande contacten van groot belang. En natuurlijk om daar iets mee te doen. Vooral om al op korte termijn het belangrijke draagvlak te creëren dat nodig is om die investering in studenten niet voor niets te laten zijn. De boot met de studenten is net op weg, de andere boot misschien al gearriveerd.
P.S. Mijn bovengenoemde verrassing over het ontbreken van een resoluut nee op de vraag over de terugkeer naar hun vaderland weet ik tegenwoordig ook in de context te plaatsen. Onlangs was ik op een ‘Dutch meet borrel’ hier in Sydney en vroeg een aantal aanwezigen of ze er ooit zouden terugkeren naar Nederland. De reacties waren precies hetzelfde als aan de tafel in Beijing. Gelukkig maar.