De kinderen van Kayamandi

Op vroege vrijdagochtenden brengen de chauffeurs van Universiteit Stellenbosch ons naar township Kayamandi. Met een groep internationale studenten doen we daar een uur per week vrijwilligerswerk - community engagement -  waarbij we activiteiten verzorgen voor de kleutergroepen van de plaatselijke basisschool.

Om de clichés maar meteen uit de kast te halen: het zijn kinderen uit de Xhosacultuur, met een goed gevoel voor ritme en ingewikkelde klikken in hun naam. Met zijn zessen hebben we één klas onder onze hoede, waarbij we met hun docente samenwerken aan het onderwerp van die week, met thema’s als groente, fruit en vogels. Het geheel heeft een groot schattigheidsgehalte, al vanaf het moment dat we het lokaal binnenkomen en worden begroet met een klassikaal ‘Good morning teacher! How are you?’. Vanaf dan is het aan ons om de leerlingen bezig te houden met liedjes, puzzels, knutsels en spellen.

Ik voel me meteen op mijn gemak tussen de kinderen. Hier laat ik me niet weerhouden door sociale schaamte uit de grote mensenwereld, maar durf ik mijn schamele isiXhosa-woordenschat aan te wenden, gekke geluiden te maken en vals voor te zingen. Ik vind het wel moeilijk me te verhouden tot de traditionele onderwijsmethodes, waarbij wat buiten de toon valt, te kijk wordt gezet. En wat zal de docente wel niet van ons denken – blije buitenlanders die een uur lang leuk doen met haar leerlingen?

Onze interactie wordt ongetwijfeld beïnvloed door verschillen in afkomst, achtergrond en welvaart. Ik vraag me af hoe de wereld eruit ziet door de ogen van deze jonge Zuid-Afrikaners? De eerste indruk: de kinderen van Kayamandi hebben het mooiste uitzicht op de stad. Verder zijn er in hun wereld weinig blanken. Op deze vrijdagochtend zijn wij de enigen, met hippe camera’s en interactieve opdrachten. “Heb je gezien dat geen van hen een bril draagt”, merkt vriendin C. op. Met een vaag vermoeden van de statistische kwaliteit van kleuterogen, moet het zicht voor sommigen van hen wel wazig zijn.

Soms komt slechtziendheid echter goed van pas. Voor het thema ‘zuivel’ spelen we een variant op ezeltje prik, waarbij in deze versie een staart op een koeienposter wordt geplakt. Om de beurt, leerlingen en ‘leraren’, worden we geblinddoekt en rond gedraaid. Elke poging wordt begroet met een geluidsgolf aan enthousiasme. Het voelt als een gelijkwaardige manier van leren: één voor één gedesoriënteerd. Als uiteindelijk ook de echte juf het aandurft, is de vrolijkheid compleet.

(voor meer blogs van studente Psychologie en Rechten Wieke uit Zuid-Afrika, klik op haar naam bovenaan het blog, voor meer blogs uit het buitenland klik op de tag UU'er in het buitenland)

Advertentie