Bot vangen

De 'Luie Linkse Langstudeerder’ en andere stokpaardjes om de wetenschap mee te slaan

protest-ho-den-haag,-foto-sam-dub
"Waanzin schat, absolute waanzin", staat op het protestbord, foto DUB

In de hersenen van velen bestaat het spook van de ‘linkse langstudeerder’. De linkse langstudeerder is iemand, vaak van de faculteit Geesteswetenschappen, die tot ver in de twintig met zijn bachelor bezig is. Niet omdat die het niet eerder af had kunnen maken, maar omdat hij lui is en te veel drinkt - net als buitenlanders.

Oké, dat laatste is een beetje een creatieve invulling van mij, niet dat ik dat vind, maar wel iets wat ik zou verwachten van types die graag klagen over de ‘linkse langstudeerder’. Doorgaans zijn mensen die hierover klagen, nou ja, rechts. Zeker niet iedereen hoor, maar degenen die dit soort archetypetjes bedenken en verspreiden zeker wel. En die zijn niet zomaar een beetje rechts, maar ik-importeer-mijn-politiek-uit-Amerika rechts. Het type wiens natte droom het is om een heksenjacht te starten op ‘woke’, ‘diversiteit’, ‘inclusie’, ‘gelijkheid’...

Oké, oké, dat laatste zeggen ze zelf doorgaans niet, hoewel de tweede letter van DEI daarvoor staat, maar als ik daarover niets zeg, hadden de meesten daar waarschijnlijk overheen gelezen. Je zou bijna gaan denken dat “ik haat inclusie” [van bepaalde gemarginaliseerde groepen] ook iets zou zeggen over hoe ze tegen die gemarginaliseerde groepen aankijken. Maar goed, sociale wetenschappen zijn toch pseudowetenschappelijk, dus gemarginaliseerde groepen bestaan helemaal niet- dit zijn mensen die gewoon beter hun best moeten doen, aldus de vrijmoedige spokenjagers.

Dat is natuurlijk flauwekul. Als student op de bètafaculteit zit ik gelukkig op een goede plek om deze discussie te voeren. Men denkt vaak dat wij neerkijken op geesteswetenschappers, en hoewel ik het zeker wel frustrerend vindt als ik de allergische reactie zie die sommigen lijken te hebben wanneer ze er enkel aan herinnerd worden dat wiskunde bestaat, kijk ik in werkelijkheid vooral neer op economie- en managementstudenten die denken dat de trickle-down economy wel een wetenschappelijk fenomeen is, omdat ze weleens percentages uit moeten rekenen. Dat zijn dezelfde mensen die vinden dat er best in ‘woke, pseudowetenschappelijk’ onderwijs gesneden mag worden, en graag pretenderen beter te zijn dan de “linkse luie langstudeerder”. 

Wellicht verlies ik een poot om op te staan door te zeggen dat ik Climate Physics studeer, gezien klimaatverandering ook ‘woke en nep’ is, aldus typetjes van de Vrijmoedige StudentenPartij. Waar ze dat op baseren is mij een raadsel, want in tegenstelling tot de finance-richtingen hebben wij geen replicatiecrisis. Misschien moet je die “onzichtbare hand van de markt” (Adam Smith) eens uit je broek halen en er toch maar een rekenmachine mee pakken.

Wie trekt de grens tussen wetenschap en politiek?
Ik ben de opperwetenschapper niet hoor. Wat wetenschappelijk is en wat niet, daar ga ik niet over, maar als ik er al niet over ga, dan gaan de Rebo-ventjes die klagen over genderneutrale toiletten er al hélemaal niet over. Steeds meer mensen lijken de alles-wat- ik-niet-leuk-vind-is-awetenschappelijk houding aan te nemen, en die mensen worden door de politiek steeds verder geëmancipeerd in hun (waan)ideeën.

Enerzijds zou je kunnen zeggen dat dat komt doordat we als universiteit niet genoeg hebben gedaan om de wetenschap naar de mensen te brengen, omdat we nog vastzitten in de historische rol van de universiteit als prestigieus (pretentieus) instituut in de wolken. Anderzijds is het imago van de universiteit en wat haar bestuur zegt in de hoofden van velen tegenstrijdig. Menig Telegraaflezer kan je er niet van overtuigen dat een instelling met een gigantisch regenboogpad even apolitiek is als de universiteit claimt te zijn. Dan zal al het andere wat ze zegt ook wel gelogen wezen, toch? 

Des te meer de universiteit probeert zich te distantiëren van politiek, des te dieper het gat is dat we voor onszelf graven. Alles is al politiek. Het überhaupt bestuderen van klimaatverandering met de intentie om iets aan de oorzaken te doen, is verbonden met de belangen van grote bedrijven en de politici die voor hen lobbyen. Als wij het niet politiseren, doen de communicatiebureaus ingehuurd door de fossiele industrie het wel voor ons. Gezien het buiten je bubbel eigenlijk altijd sociaal ongepast is om je politiek te uiten, word je zo effectief de mond gesnoerd. 

Waarom studenten altijd bot zullen vangen
Het is geen toeval dat rechtse kabinetten graag in onderwijs snijden. Een kabinet dat graag doet alsof stikstof niet bestaat en zegt dat migranten de reden zijn dat de woningmarkt zo krap is, heeft natuurlijk geen belang bij een populatie studenten die over deze onderwerpen leert. Waarom zou je panderen aan een doelgroep die waarschijnlijk toch niet op je stemt? Vooral als je kan doen alsof het toch allemaal extremisten zijn die de halve stad af zouden breken om te ‘virtue signalen’, met die framing gaan misschien zelfs hun ooms en tantes aan jouw kant staan. 

Het is geen nieuwe truc, want het komt recht uit het speelboekje van Ronald Reagan, al durf ik niet te zeggen of het kabinet dat überhaupt weet. Om dit artikel uit The Intercept samen te vatten; toen Reagan zich de eerste keer verkiesbaar stelde als gouverneur van Californië was het “opruimen” van de universiteiten een speerpunt van zijn campagne. Op Californische universiteiten was het destijds nagenoeg gratis om te studeren, en ze waren de kern geworden van landelijke protesten tegen de Vietnamoorlog. Onder het mom van bezuinigingen werd vervolgens collegegeld ingevoerd, De echte reden kwam alsnog aan het licht toen Reagans onderwijsadviseur op een persconferentie zei: “We are in danger of producing an educated proletariat. That's dynamite! We have to be selective on who we allow [to go to college].”

Neerwaartse spiraal
Het kabinet heeft met de langstudeerboete wellicht zijn hand overspeelt: het riep weerstand op onder veel meer groepen studenten dan de ‘wokies’ met overuren, depressies, een functiebeperking, en/of mantelzorgverplichtingen. Daar viel dus wat te halen, en vanuit de senaat werd weer gepandered. Wat geld erbij voor onderwijs, wat geld eraf voor zorg. Laat de bejaarden maar hun vingers wijzen naar de linkse langstudeerders als de wachttijd voor een colposcopie oploopt. 

Hoewel de dreiging nu is afgezwakt, moeten we niet vergeten dat er nog steeds een groot pakket aan bezuinigingen op ons te wachten staat. Geld dat blijkbaar niet had kunnen komen uit de zakken van de rijksten of uit het defensiebudget (dat de afgelopen 10 jaar meer dan verdubbeld is), want geld voor ‘linkse hobby’s’ moet maar uit het potje komen van een andere linkse hobby. Zo blijf je zitten in dezelfde neerwaartse spiraal die alle sociale voorzieningen afbreekt. Nu staat onze neus even uit de wind, maar over een tijdje - maanden of jaren - kan die zo weer in ons gezicht slaan. 

Ik hoop dat mijn medestudenten niet vallen voor het vingertjewijzen, maar in het ergste geval kunnen we altijd nog enquêteren bij welke studies de studenten het vaakst belanden bij lobbygroepen of ministerposten, en dan lobbyen om hen weg te bezuinigen. Nog steeds vingertjewijzen, maar iets doelgerichter. Hopelijk kunnen we dan tenminste de volgende generatie nog redden van verdere onderwijsverpietering. Nou heeft zowel de huidige als de vorige onderwijsminister toevallig aan hetzelfde departement gestudeerd als ik, dus ik houd mijn hart vast, maar wat moet, dat moet. 

Advertentie