De transfermarkt voor jong talent

Moet je als je een topper wilt worden, investeren in de jeugd of de beste mensen elders wegkopen? Marian Joëls vindt dat je moet inzetten op de eigen jeugdopleiding.

Tot voor kort konden jonge onderzoekers die zich met succes voor de tweede ronde van de ERC Starting Grant selectie hadden geplaatst maar deze grant desondanks niet verworven toch rekenen op een aantrekkelijke premie van de Universiteit Utrecht. Je moet namelijk al heel talentvol zijn om de slachting van de eerste ronde te overleven, dus zo’n premie voor dit jonge talent lijkt een goede investering in de toekomst. Dit beleid is onlangs verlaten. Het geld dat hiermee beschikbaar komt zal vanaf nu gebruikt worden om mensen van elders die wél een ERC Grant hebben verworven van hun standplaats los te weken en naar Utrecht te halen.

Tot zover dit bericht uit de universiteit. Deze column gaat over voetbal, iets heel anders.

We nemen zomaar een voetbalclub in het midden van het land onder de loep, laten we zeggen VV Utrecht. VV Utrecht is een zeer verdienstelijke club die nationaal in de top meedraait. Internationaal gaat het ietsje minder, meer een goede subtopper. Ze mogen soms in de Champion’s League meespelen maar een groot succes is dat meestal niet. Ze doen niet écht mee als de prijzen worden verdeeld. Ja, eenmaal is dat gelukt de afgelopen decennia, ergens in de jaren negentig.

De directeur van de club heeft daar geen vrede mee. “We willen een echte topper worden”, meldt de directeur ons desgevraagd. “Onze ambitie is niet om een nationale speler te zijn, maar in het internationale veld een rol van betekenis te spelen. Dat vraagt om heldere keuzes en een goed aankoopbeleid.”

“We kunnen het geld natuurlijk maar één keer uitgeven”, vervolgt de directeur. “In het verleden hebben we vaak geïnvesteerd in onze eigen jeugdspelers. Als ze goed in vorm waren, konden ze rekenen op een premie, ook als de club geen kampioen werd. Dat doe je natuurlijk in de hoop dat ze later wel de club in de prijzen schieten. Maar het valt soms tegen, he, dan groeien ze toch niet door. Van de tien jongens waarvan je hoge verwachtingen hebt, zullen negen het nooit maken. Dan ga je je toch afvragen of investering in de eigen jeugd wel de goeie weg is.”

“Daarom hebben we onlangs de bakens verzet”, zegt de directeur. “In plaats van die lange en financieel onzekere route te ondersteunen hebben we besloten te kijken welke spelers van onze tegenstanders talentvol zijn. Degenen die het goed doen en geselecteerd zijn voor het Nederlands jeugdelftal bieden we nu een aantrekkelijk bedrag om bij ons te komen voetballen. Je hoeft zo zelf niet in te schatten of ze goed zijn, dat heeft de bondscoach al voor ons gedaan. Het kost wel een paar centen, maar dan heb je ook wat. Nee, onze tegenstanders zijn natuurlijk niet altijd blij als we de beste talenten onder hun voeten wegkopen. Maar ja, het is een harde strijd om het talent, nietwaar? We zijn ervan overtuigd dat we met dit beleid eindelijk kunnen aansluiten bij de top-25 van Europa.”

Tot zover de directeur van VV Utrecht. Hij heeft het beste voor met z’n club, al is hij inmiddels niet meer zo geliefd bij zijn collega’s van andere voetbalverenigingen; en ook niet bij de jeugdspelers van VV Utrecht die uit dit beleid begrijpen dat je voor een goede toekomst beter een overstap naar een andere club kunt maken. Of VV Utrecht het gaat maken in de Champion’s League? Ik weet het niet. Aangekocht talent kan ook geblesseerd raken, het blijft altijd afwachten hoever hun talent werkelijk reikt.

En…talenten die voor een aantrekkelijk bedrag te koop zijn, zijn dat ook voor een net wat interessantere club, in Spanje of Engeland. Daar gaat je talent. Investeren in de eigen jeugdopleiding, ze aan je verbinden, ze betrekken bij de club en zo over en weer loyaliteit opbouwen: Het klinkt ouderwets in het hedendaagse voetbal, maar als het al niet meer oplevert dan heeft het in ieder geval meer mijn sympathie. Tot zover dit bericht uit het stadion.

Tags: erc grant | voetbal

Advertentie