De troost die soep kan brengen

Een begrafenis: mooie, jonge nabestaanden, in pak gehesen, condoleances ontvangend aan de rand van het graf. Daarvoor: gesnik, regen, knisperend grind, een slideshow met “Ain’t No Sunshine” van Bill Withers eronder.

De nazit sloot naadloos aan op het ter aarde bestellen. De gasten hadden zich in een huiskamer verzameld die niet voor zoveel mensen was bedoeld. Na een golf beleefd “na u, na u”-gefluister zaten we op stoelen, tafeltjes, kussens en barkrukken. Een gek gezicht, zulke hoogteverschillen in het gezelschap. Een berglandschap midden in de randstad. Ik zat met bungelende benen op de vensterbank en keek naar de nekken in knellende kragen, de glazen die vervaarlijk op schoot werden gebalanceerd, de opgetrokken knieën van iemand die dan maar op een krat was gaan zitten.

Toen iedereen wel erg somber begon te worden van begrafeniswijn op een lege maag kwam er een geruststellende bouillonlucht uit de keuken. Dit was te danken aan de kordate, verwaaide ceremoniemeesteres die het hele gebeuren had georganiseerd. Deze roodgeverfde familievriendin sneed met één spekkige hand bloemen schuin af en rukte met de andere een kleuter bij de kaarsen vandaan. En ze had niet één maar vier soepen gemaakt, in de terechte veronderstelling dat soep het troostrijkste eten is.

Onder het slurpen keken de opeengestapelde gasten verlegen om zich heen. Hoe werkt etiquette ná een begrafenis? Je telefoon hoeft niet meer op stil, maar mag je hardop “mmm, soep!” zeggen? Mag je een theedoek om je kleuter knopen in de hoop dat ze zichzelf niet onderkliedert (“zellef doen!”)? Mag je je moeilijke schoenen uit, en mocht je die in de eerste instantie wel aan, want zijn ze niet eigenlijk eerder hoerig dan netjes? Mag je deze soep laten staan en om een andere vragen, omdat jij toch niet kon weten dat er gember in zou zitten? Wat erg, ook, dat je zo aan jezelf zit te denken op zo’n moment.

Een bedrukte stilte viel over het toch al niet schaterlachend gezelschap. Buiten trok het wolkendek lusteloos open, zodat een waterig zonnetje naar binnen scheen. De ceremoniemeesteres wiegde naar de bijzettafel. Misschien had de begrafenis me een beetje gelovig gemaakt, want omgeven door het plotselinge zonlicht had ze iets weg van een engel. Neuriënd bukte ze om glazen te verzamelen. Door de wol van haar degelijke begrafenisbroek glimlachte het vertrouwde gezicht van Snoopy mij toe. Iets opgelucht at ik verder.

Tags: overleden

Advertentie