Dresscode op de uni
Sommige mensen vinden dat ze voor iedere gelegenheid of elk moment aan of uit moeten kunnen trekken waar ze zelf zin in hebben. Voor mijzelf geldt dat niet. Ik zal bijvoorbeeld nooit in een korte broek college geven. Je zult mij ook nooit ’s zomers in een korte broek op de campus aantreffen.
Dat laatste is niet helemaal waar. Ik moet bekennen dat ik het één keer wel heb gedaan. De mussen vielen massaal van het dak, zo warm was het eind augustus. Ik had geen afspraken, uiteraard geen colleges en bovendien was ons kantoorgebouw uitgestorven. Dus ik had mij deze ochtend, bij wijze van hoge uitzondering, gepermitteerd mijn enige fel gekeurde Hawaï shirt aan te trekken, èn een jawel, een heuse rode korte broek en leren teenslippers. Goedgeluimd liep ik naar mijn UU kantoor. Plotseling hoorde ik het karakteristieke stemgeluid van onze toenmalige Grote Roerganger, rector Bert van der Zwaan, achter mij.
“Zo Ruud, zo te zien is voor jou de vakantie kennelijk nog niet afgelopen…”, zei hij. En jawel hoor daar liep Bert ineens naast mij in een gesoigneerd lichtblauw maatpak en uiteraard onberispelijk gepoetste schoenen. Als ik in deze campingwaardige uitdossing iemand niet had willen tegenkomen dan was hij het wel…!
Rocktradities
Een paar weken geleden speelde ik met mijn rockband op een groot festival in de buurt van Le Mans. Ook toen waren de mussen er weer slecht aan toe ( het was ongelofelijk heet). De dresscode onder rockmuzikanten is vrij duidelijk: uitsluitend zwarte kleding en bijkleurende puntlaarzen. Ik dacht, weet je wat: ik trek een zwarte korte broek aan, een zwart shirt en ga op leren teenslippers. Zo gezegd zo gedaan. Ik loop met mijn basgitaar naar de achterkant van het podium waar de rest van de band staat te wachten tot we kunnen beginnen. Onze gitarist, altijd onberispelijk de rock-kledingvoorschriften volgend zei: “Wat ben jij in hemelsnaam van plan? Ben je helemaal gek geworden!!! Je gaat toch zeker niet in een korte broek het podium op? Dat kan dus ECHT niet!”
Het gedoe rond mijn korte broek werkte niet bepaald stemming verhogend, dus heb ik snel de korte voor een lange zwarte broek gewisseld. Uit protest heb ik mijn zwarte puntlaarzen in de kleedkamer laten staan.
Naveltruitje
Die discussie over kleding heb ik een aantal jaren geleden ook meegemaakt. Een zeer goede studente had haar afstudeeronderzoek aan een beroemde universiteit in Rusland gedaan. Het ging over een radioactieve afvalvloeistof die de Russen sinds de jaren 60 injecteren in de (diepe) bodem. In Rusland lijkt het zo te werken dat ze eerst iets doen, en dan pas veel later gaan nadenken of wat men doet/gedaan heeft wel zo’n goed idee is/was. Zo ook nu. De vraag was van haar onderzoek: waar blijft die vloeistof en wat zijn de consequenties voor het milieu en de Russische mens? Met behulp van een numeriek model heeft ze antwoord op die vragen kunnen geven. Wat de Russen er verder mee gedaan hebben is tot op heden weet niemand…
Toen ze haar afstudeervoordracht moest houden waren er toevallig twee hotemetoten uit ons vakgebied over de vloer: een hoogleraar/decaan van Princeton en een hoogleraar uit Notre Dame (US). De voordracht vond plaats in de oude Bestuurskamer van Aardwetenschappen in het oude AW gebouw. We gingen naar die vrij kleine ruimte, inclusief onze illustere gasten. Onze studente stond naast het projectiescherm en ik dacht: “Oh nee toch!!!”. Ze had een zogenaamd naveltruitje aan èn een zeer lage heupbroek, met als resultaat dat er naar ik schat ongeveer 45 cm van haar blote buik te zien was, met precies symmetrisch in het midden haar navel. Die naveltruitjes waren in dat tijdsgewricht erg in, maar zijn nu (gelukkig) weer uit het straatbeeld verdwenen. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid meende ik ook te constateren dat ze die ochtend tevens besloten had het dragen van een bh achterwege te laten.
Vrijheid blijheid
Ik heb al uitgelegd dat ik voor mijzelf erg kritisch ben over wat ik wel en niet meen te moeten aantrekken, maar ik moet bekennen dat wat anderen doen of laten wat dresscode betreft: vrijheid blijheid, moeten ze gewoon zelf weten. Onze gerespecteerde hooggeleerde gasten dachten over dat laatste kennelijk geheel anders: met verbijstering, uitpuilende ogen en opgetrokken wenkbrauwen staarden ze verwilderd naar onze studente. Ze wisselden blikken vol afgrijzen met elkaar en keken afwisselend zeer veel betekenend naar mij en mijn collega. Ik kondigde de spreekster aan en ze stak van wal. Uiteraard een perfecte voordracht, zoals we dat altijd van haar gewend waren, helemaal top! Na de voordracht viel het mij op dat onze gasten geen van beide vragen stelden en stuurs voor zich uit zaten te kijken.
Na afloop gingen we naar mijn kantoor. Ze zeiden dat ze nog nooit een dergelijk vertoning hadden meegemaakt. Dat zou bij hun nooit, maar dan ook nooit gebeuren! Ze vonden haar kleding een belediging voor haar gehoor, en ze begrepen niet dat we haar niet weggestuurd hadden om in ieder geval iets behoorlijks aan te gaan trekken. Ze raakten er niet over uitgesproken. Geen woord over haar prachtige onderzoek en de perfecte voordracht, niets. Om een einde aan hun geraas te maken stelde mijn collega voor dat ik haar een keer streng toe zou spreken om haar te wijzen op het feit dat dit toch écht niet kon, vooral om haar voor toekomstige voorvallen te behoeden. Om er van af te zijn heb ik toen toegezegd dat ik dat zou doen.
Het is er gelukkig nooit van gekomen…