Economologie
De huidige crisis vraagt om een economische, ecologische en sociaal-culturele aanpak, zegt columnist Klaas van Egmond. Daarbij kunnen economen en ecologen nog wel wat van elkaar leren.
De wereld wordt warmer. Dat weten we voor 100 procent zeker. En we menen voor 90 procent zeker te weten dat die opwarming wordt veroorzaakt door menselijke activiteit. Vervolgens weten we van die onzekere 10 procent nogal precies wat de onzekerheden zijn en daarover zijn we het aardig eens. Die overeenstemming is niet bereikt op een Haags terras, maar door jarenlange mondiale afstemming, bundeling en samenvatting van peer reviewed wetenschappelijke literatuur. Dat heeft geleid tot een reeks IPCC-klimaatrapporten, die de stand van de wetenschap op het gebied van klimaat en mondiale ecosystemen weergeven. Er is geen enkel ander vakgebied waarop zo’n wetenschappelijk verantwoorde, wereldwijde overeenstemming over de stand van de wetenschap is bereikt.
Natuurlijk zijn er sceptici en die horen er ook te zijn. Voor een klein, maar belangrijk deel zijn dat kritische wetenschappers, die de wetenschap juist door hun kritische houding vooruit helpen. Voor een groot, maar onbelangrijk deel zijn dat belangengroepen die zich op klassieke wijze verzetten tegen nieuwe, neringbedreigende inzichten. Vooral door hun toedoen en gespeelde verontwaardiging moesten klimatologen en ecologen zich een dag lang in de Tweede Kamer verantwoorden toen er in die IPCC rapporten op pagina 1100 een misverstand en op pagina 2200 een fout stond. En zo hoort het ook. Het primaat ligt bij de politiek en de wetenschap is een middel om betere politiek voort te brengen.
De wereld wordt armer, maar dat weten we niet zeker. We betalen tientallen tot honderden miljarden in de veronderstelling dat we dan niet nog armer zullen worden, maar dat weten we niet zeker. We weten niet zeker of al dat geld wel terecht komt waar het aan de oplossing van het probleem bijdraagt; voor hetzelfde geld komt het bij banken of op Zwitserse banken terecht. Dan toch maar het onzekere voor het zekere genomen; economie is een moeilijk vak.
Maar waarom eisen burgers en Kamerleden als het om klimaat en ecologie gaat foutloze rapporten van duizenden pagina’s en nemen er als het om de economie gaat, genoegen mee dat ze niet eens een A4tje krijgen waarop wordt uitgelegd waar al dat dure geld naar verwachting blijft? Zouden we wel een economisch crisis hebben gehad als economen net zoveel van de economie zouden begrijpen als klimatologen van het klimaat?
Toegegeven, economie is met al die mensen en hun onvoorspelbare gedrag wellicht veel moeilijker te begrijpen dan de klimaatverandering volgens al die voorspelbare natuurwetten. Maar er lijkt toch wel enige ruimte voor verbetering. Economen hebben de afgelopen honderd jaar veel inzichten en concepten, soms Nobelprijswinnend, aan de natuurkunde ontleend. Misschien is het de moeite waard om nu iets te leren van de organisatie van die bèta-klimatologen en -ecologen om wereldwijd tot een prettige mate van consensus te komen. Dat is vooral prettig van die politici die rondtastend in het duister zeer moeilijke beslissingen moeten nemen. Dat zou ook een grote bijdrage kunnen leveren aan de ontmythologisering van de financiële economie die nu nog wordt gezien als een ontzagwekkend natuurverschijnsel dat gevreesd en eerbiedigt moet worden. Eerbiedigt door koningen en vorsten die op zondagmiddag moeten vergaderen omdat op maandagmorgen de beurs weer als een onvermijdelijk natuurverschijnsel met rituele gongslag moet worden geopend.
De huidige drievoudige crisis moet tegelijkertijd op economisch, ecologisch en sociaal-cultureel vlak worden aangepakt. Dat kan alleen maar als economen en ecologen van elkaar leren, om maar nog te zwijgen over sociologen. De universiteit is de ideale omgeving om die ‘economologie’ tot snelle bloei te brengen. De eerste studenten pendelen al heen en weer.