Een land van uitersten

Clio Zois en Jan-Kostijn Dieben volgden een summerschool in China. Voor het DUB-blog schrijven zij over hun ervaringen met Chinese studenten, Chinees eten en Chinese liften.  

De eerste uitdagingen van de dag zijn in Peking elke keer dezelfde: de lift, de hitte, het ontbijt. Gedurende een twee weken durende summerschool over de nieuwe internationale betrekkingen van de 21e eeuw aan de Peking University, verblijven we in één van de duizenden grauwe woontorens die Peking rijk is. Met een typisch gevoel voor Chinese efficiëntie heeft de architect van onze toren besloten dat één (werkende) lift voor 36 verdiepingen meer dan genoeg is. Wanneer het in de ochtendspits überhaupt lukt om een plekje in deze lift te bemachtigen, blijkt Made in China hier neer te komen op een bokswedstrijd met de liftknoppen die niet zelden eindigt met een afdaling door het trappenhuis: de derde verdieping is de enige werkende liftknop die in de buurt komt van de begane grond.

De koele lobby uitlopend, worden we dagelijks verwelkomd door de klamme en benauwende omhelzing van de Chinese zomer. Een warme deken van smog en de brandende zon maken dat je in Peking het gevoel hebt in een gigantische heteluchtoven rond te lopen. Douchen in de ochtend is overbodig, na enkele minuten zweten op straat is elk ochtendfrisse douchegevoel als sneeuw voor de zon verdwenen.

Onze wandeling naar de universiteitscampus brengt ons vervolgens langs de vele opties voor ons ontbijt. Van versgebakken noodles tot versgedraaide dumplings, alles is ter plekke langs de kant van een tienbaansautoweg voor ons klaargemaakt, geparfumeerd met de uitlaatgassen van een oneindige stroom toeterende langszoevende auto’s. Het voedsel wordt bereid in kraampjes die een voedselvergiftiging lijken te garanderen en van garnalen op de vroege ochtend heeft een Nederlander niet altijd kaas gegeten. (De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat we gedurende onze maand in China nooit hebben hoeven terugvallen op Norit en antibiotica.)

Peking is dus even wennen voor de Utrechtse student. In plaats van in een schattige studentenstad loop je rond in een metropool met meer inwoners dan heel Nederland. Eindeloze rijen gebouwen worden verbonden door kilometers snelwegen die dwars door de stad lopen. Overal krioelen mensen, auto’s en brommertjes als mieren door elkaar. Naast een eeuwenoude Hutong met nauwe steegjes, staat een glanzend Business District van glas en staal. De nieuwste en duurste Duitse auto’s rijden naast zelf gekluste riksja’s. Daarmee voelt China als een land van uitersten. Alles bestaat naast elkaar, de grootste luxe naast de grootste armoede, de modernste techniek naast de meest primitieve oplossingen.

Zo ook op de universiteit waar wij onze summerschool volgen. Enerzijds bevindt de universitaire printshop zich in een zelfgebouwd hutje van 2 bij 2 waar een boom door het dak groeit en waar men naast kopietjes tevens noodles kan verkrijgen. Anderzijds wordt de summerschool geopend in een gigantisch hoofdgebouw van marmer en goud waar statige kroonluchters en prachtige Chinese houtsneden de hoge wanden van de imposante ontvangstzaal versieren. Ook kantines zijn er in verschillende soorten en maten: voor de kleinste budgetten is er een massakantine met plastic tafels en borden waar men in lange rijen staat voor een grote homp rijst. Rijke studenten kunnen op de campus terecht in ware restaurants, waar men bediend wordt door verscheidene obers die de meest exclusieve Chinese vissen serveren.

De universiteit zelf is een absolute eliteschool: Běidà (Běijīng xué = Beijing University) wordt beschouwd als de beste universiteit van China. Het tonen van onze Běidà studentenkaart maakt bij menig museum dat je bewonderend wordt aangekeken, en ineens wél toegangskorting krijgt. De universiteitscampus wordt streng bewaakt door Chinese soldaten en is een grote toeristische trekpleister. Jongeren vanuit heel China studeren hun hele jeugd keihard om hier een plaats te bemachtigen. Toen wij Win Tan, één van onze Chinese medestudenten, vroegen naar zijn hobby’s op school, antwoordde hij: “Ik had geen tijd voor hobby’s, mijn hele leven stond in het teken van het nationale universitaire ingangsexamen.”

Dit betekent echter niet dat alle Chinese studenten hetzelfde zijn; ook aan Běidà zie je de uitersten van China terugkomen. Het ene moment spreken we met Chinese studenten die met z’n zessen samengepakt wonen op een piepklein slaapkamertje. Ze hebben geen plek voor zichzelf en lunchen in de massakantines. Het andere moment nodigt een Chinees meisje ons uit om samen te lunchen en worden we opgehaald door een gigantische Porsche met chauffeur, om vervolgens getrakteerd te worden in één van de chicste sushi-restaurants van de stad waar voor één fles sake een (voor andere Chinezen) heel jaarsalaris wordt neergeteld.

Uitersten zien we ook in de wijze waarop de Chinese studenten aan de summerschool deelnemen. De Europese professoren van onze cursus hanteren een interactieve lesstijl. Het overgrote deel van de Chinese studenten is echter stil, zelfs indien expliciet naar hun mening gevraagd wordt. Ze lijken stilzwijgend in te stemmen met al hetgeen door de professoren wordt verkondigd. Toch is er ook de uitgesproken Chinese student. Chen spreekt zich openlijk uit tegen de ‘eurocentrische visie’ die de professoren “in zijn land” uitdragen. De door hen besproken ‘invasie van de Russen’ in Afghanistan is bijvoorbeeld in zijn ogen een ‘bevrijding van de onderdrukte Afghaanse bevolking’. Deze uitspraken doen je realiseren dat onze geschiedschrijvingen verschillen en dat (ook) onze visie op de wereldgeschiedenis gekleurd is.

Hierbij dient te worden opgemerkt dat onze ‘stillere’ Chinese medestudenten zich anders gedroegen in het publieke domein dan in het privédomein. Een tweede studiegenoot, Lian, vertelde ons dat zij, net als veel andere Chinezen, haar meningen vooral deelde en vormde via anonieme blogs en besloten internetfora. Hier wordt geheime codetaal gebruikt om censuur te omzeilen en kritische opinies te verspreiden. In China bestaat er een groot verschil tussen wat in het privédomein wordt gedacht en wat in de publieke ruimte wordt uitgesproken.

Al met al is China een land van uitersten: modern en oud, rijk en arm, uitgesproken en ingetogen, publiek en privé: alles bestaat naast elkaar, en door elkaar. De enige constante factor is dat het land in beweging is, en deze bruisende energie hangt voelbaar in de lucht als je er rond reist. China verandert voortdurend, en gezien de uitersten die China kent, lijkt het land alle kanten op te kunnen gaan. Dit maakt China een fascinerende plek waar men kan blijven terugkomen, een plek waar je als Nederlandse student ontzettend veel kan leren.

Tags: china | chinablog

Advertentie