Eens per week een kaassoufflé
Ik zat laatst in de trein. Het was er ontzettend druk, wat mij verbaasde, want hij ging naar Weesp. Het uur had de reizigers uitgenodigd om een breed uiteenlopend buffet van gênant eten tevoorschijn te halen. Eten in het openbaar vervoer is altijd vreselijk, maar je kunt de pijn meestal verzachten door iets beschaafds te eten (een mueslireep bijvoorbeeld, of een vrucht die niet al te nat is). Toch zijn het de mensen met de mueslirepen die schichtig om zich heen kijken, bewust van hun misdaad. Degenen met dampende patatjes oorlog eten zonder schaamte: smakkend en grommend, rücksichtslos druipend van de mayonaise. Geef ze eens ongelijk, eigenlijk.
Te midden van dit tafereel stond een boomlange Lieve Jongen. Een Lieve Jongen is makkelijk te herkennen: nog onbeholpen slungelig in het uit de kluiten gewassen lichaam, grote vochtige koeienogen met jaloersmakende palmboomwimpers, handen als kolenschoppen om het gezicht van zijn moeder mee te omvatten, een tosti te maken, of misschien een kat uit de boom te redden. Natuurlijk was de Lieve Jongen opgestaan voor een oude van dagen. De trein had dankbaar toegekeken – wij zien onze vooroordelen graag bevestigd.
Nu schrok hij op, want zijn telefoon ging. De coupé stopte even met kauwen om ademloos te luisteren. “Hoi Lies…ja bijna…oh…oh… dat wist ik niet, ontdooien, nee, sorry...ja…kan ‘ie niet in de magnetron?” Die arme ziel was vergeten om iets uit de vriezer te halen, niet uit nalatigheid of sadisme maar vanwege zijn hartverwarmende onschuld; wie weet er dan ook instinctief dat je een keiharde kip niet zo in de oven kunt doen?
Er komt een moment dat je dit soort dingen moet weten (gooi niet een wentelteefje in een pan alvorens dronken in slaap te vallen, ga niet naar huis met vreemde mannen, ontbijt hooguit één keer per week met een kaassoufflé), en dat moment is voor mij en de Lieve Jongen aangebroken. Weesp is misschien niet de beste plek om te filosoferen over zelfredzaamheid maar ik weet ook geen betere. Het is oneerlijk, eigenlijk, dat je als mens zomaar de wereld in wordt gestuurd met de instructie in handen om jezelf in leven te houden. Ziehier wat ervan komt! Een Lieve Jongen wordt door zijn vriendin uitgefoeterd en de verfrommelde kokerrokken in de avondspits eten een mexicano.
Bedrukt herinner ik mij dat mijn avondeten regelmatig bestaat uit twee eieren met ketchup. Waar zijn toch die dagen dat onze ouders courgette verstopten in de soep en krokodilletjes maakten van sperziebonen? Volwassenheid kan me gestolen worden, denk ik. Ik krijg er maar scheurbuik van.