Er is iets bijzonders gebeurd

Tycho Wassenaar wist hij niet wat hij meemaakte. Dit jaar startte hij met een researchmaster en het onderwijs is zoveel beter dan wat hij gewend was van de bacheloropleiding.

De afgelopen drie weken is er iets bijzonders gebeurd. Ik heb uitsluitend uitdagend en stimulerend onderwijs genoten. En ja, dat vind ik dus heel bijzonder. Want in alle cursussen die ik bij vijf verschillende opleidingen heb gevolgd was dat uitzonderlijk. Ik vind het alarmerend dat ik deze conclusie moet trekken en wil daarom graag mijn ervaringen delen. Wat is nou het verschil tussen het bacheloronderwijs wat ik eerder bij drie verschillende faculteiten volgde en de researchmaster van nu?

Mijn bijzondere onderwijservaring begint met het feit dat iedereen zich had voorbereid. Een verademing. Studenten lezen de boeken en zorgen dat ze zinvolle en inhoudelijke bijdragen kunnen geven. Iedereen wil dan ook graag meedoen in de bijeenkomsten en ik heb de stemmen van al mijn medestudenten mogen horen. Een unicum! Er zijn levendige discussies die vaak langer duren dan de beschikbare tijd. Het lijkt wel alsof studenten hier daadwerkelijk zitten omdat ze iets willen leren. Mensen kijken niet geërgerd op als iemand nog een extra vraag stelt of als de les uitloopt. Mijn medestudenten denken actief mee om het onderwijs beter te maken, omdat dit voor het grootste deel door onszelf wordt verzorgd. Elke bijeenkomst is weer een verbetering van de vorige.

Studenten luisteren met respect en interesse naar de docent. De docenten kennen de namen van alle studenten. Die hadden ze al na de eerste bijeenkomst geleerd. De docenten zijn geen meester of juf die studenten moeten activeren of corrigeren, maar een autoriteit die wordt geraadpleegd als de leergierige en enthousiaste groep iets niet zeker weet of ergens bevestiging voor zoekt.

Er wordt dus echt wat van studenten verwacht en – nog veel belangrijker –  verlangd. Je kunt geen samenvattingen meer leren of je verschuilen door passief te zijn of terug te vallen op parate kennis of assertiviteit. En dat kan wel in veel bachelors – als je de collegesheets goed bestudeerd kun je met deze strategie zelfs de meeste vakken halen. Nee, in deze master moet je écht studeren, anders red je het niet. Je moet meedoen, meepraten, meelezen en bijdragen. Een studiepunt komt hier opmerkelijk dicht in de buurt van 26 uur studie. In de bachelorvakken is dat absoluut niet het geval.

Dit alles laat nog duidelijker zien dat het bacheloronderwijs wat ik heb gevolgd heb op te veel cruciale elementen te wensen overlaat. Studenten beschouwen hun studie te veel als bijzaak en dit tast de onderwijskwaliteit aan. Zij worden daarentegen ook nauwelijks uitgedaagd of gestimuleerd. Dit is geen opleidingsspecifiek of faculteitsspecifiek probleem: ik trof overal ongeveer dezelfde situatie aan. Natuurlijk, ik weet dat een research master als uitdagender wordt beschouwd en dat er via een selectieprocedure een bepaald type student wordt aangetrokken. Maar dit onderwijs zou de norm moeten zijn. Hier zou de UU naar moeten streven.  Waarom nemen opleidingen genoegen met zo veel minder?

In het onderwijsdebat  vonden enkele Kamerleden dat het Nederlandse onderwijs het beste ter wereld was. Ik vraag me af of ze wel eens in een werkgroep hebben gezeten of met verschillende type studenten een goed gesprek over hun onderwijsbeleving hebben gehad. En als ze dan nog steeds vinden dat dit onderwijs het beste ter wereld is, maak ik me grote zorgen over het onderwijs in de rest van de wereld.

Aan de oorzaken en de instandhouding van deze problematiek kun je waarschijnlijk een paar scripties wijden. Het is voor mij in ieder geval wel duidelijk dat het niveau vaak op relatieve wijze bepaald wordt. Er lijkt geen absolute norm te zijn, maar een relatieve kwaliteitseis. Het is niet gewenst als een groot deel van de studenten een cursus niet haalt. Dit probleem hangt natuurlijk samen met het universitaire bekostigingsmodel; studenten die vakken halen en zo voor hun dipoma’s slagen zorgen voor broodnodige inkomsten. De docenten treffen weinig blaam, vind ik. Zij gaan gebukt onder een enorme werkdruk en doen het beste wat ze kunnen met de voor hen beschikbare middelen en scholing. Maar desalniettemin moeten zij toch ook beseffen dat het onderwijs verre van ideaal is?

Ik schat in dat de problemen die ik beschrijf bij een groot aantal alfa en gamma cursussen aanwezig zijn. Ik vind ‘het onderwijs’ helemaal niet zo goed en ik wil aangeven dat de UU veel en veel beter kan. Wanneer staat er iemand op die de mooie ambities van uitdagend en stimulerend onderwijs realiteit maakt? 

Advertentie