Goede reden om een tentamen te missen
Ik wilde deze column wijden aan een onderwerp waar ik graag over schrijf: kritische reflecties op het universitaire systeem. Dat liep echter anders dan verwacht.
Er zijn een heleboel dingen vervelend in tentamenweken. Allereerst zijn de tentamens zelf geen pretje en het is bijvoorbeeld ook erg frustrerend om in een overvolle bieb te dwalen. Andere dingen, in willekeurige volgorde, die ook vervelend zijn: matige maaltijdsalades, een verloren pinpas, je zusje’s zestiende verjaardag, of een relatiebreuk. Dat laatste is voor mij relevant.
Het hartenleed dat ik momenteel onderga, zorgt voor een zeer minimale focus. Teksten lezen, bestuderen, en beschrijven werkt niet wanneer je de emotionele weerbaarheid hebt van een fruitvlieg. Mijn laptop is weliswaar opengeklapt, en mijn boeken liggen klaar, maar in feite gebeurt er niet veel meer dan betraand First dates kijken. Deze mentale immobiliteit leidt ertoe dat alle deadlines die ik heb, niet worden gehaald. Dat is voor sommigen niet zo’n groot probleem, maar voor de meesten wel. En dan moet je gaan mailen. Ik heb lang nagedacht over hoe ik nou het beste zo’n mail kon schrijven:
“Beste docent, ik kon helaas niet mijn deadline halen, daar ik te druk bezig was met vegeteren in bed. Misschien vind ik over drie jaar de levenslust om 1500 woorden te schrijven, mijn welgemeende excuses.”
Om het nog een vleugje van rechtvaardigheid te geven stond ook het volgende op het lijstje:
“Beste docent, ik lijd plotseling aan een zeer zeldzame oogaandoening waardoor ik overmatig veel traan. Teksten lezen is daardoor onmogelijk geworden. Ik hoop op uw begrip.”
Uiteraard heb ik beide niet verstuurd, en het gehouden bij ‘persoonlijke omstandigheden’. Alhoewel ik een depressie ook een treffende omschrijving zou vinden. Mijn docenten reageerden begripvol, en een beetje ongemakkelijk. In de Onderwijs- en Examenregeling staat namelijk dat je een toets alleen mag missen door ziekte en/of overmacht. Nu denk ik niet dat mijn huisarts dit zal bestempelen als een ziekte, en is van ‘overmacht’ ook niet geheel sprake. Ook betwijfel ik of ‘liefdesverdriet’ opgenomen zal worden als uitzondering. Ik kan voor coulance dus geen beroep doen op de OER. Maar gelukkig hebben mijn docenten over hun (hopelijk niet gebroken) hart gestreken. Ik kan nu beginnen aan een revalidatietraject.
Nu rest mij niks anders dan te eindigen met een positieve noot. Mijn deadlines zal ik, weliswaar snikkend, tot en met 9 november kunnen inhalen op plekken die alleen voor UU’ers gereserveerd zijn. Dat werkt vast productiever dan wanneer je buurvrouw een Binas op tafel heeft liggen.