Graag nog een dosis vitamin sea
Als student mariene wetenschappen kreeg ik de unieke kans om op expeditie te gaan met de Netherlands Initiative for Changing Oceans (Nico). Ik zat twee weken op een onderzoeksschip op de Noordzee richting Shetland eilanden. Tijdens deze vaart naar het hoge noorden onderzoeken wetenschappers van het Nioz en Naturalis Biodiversity Center het leven in de Noordzee. In mijn vorige blog schreef ik over de eerste ervaringen op zee en het drukke leven als student aan boord van de RV Pelagia. Door het harde werken vloog de tijd om en het verbaast me hoe snel het leven aan boord wende. Het was al gauw normaal dat er tot in de verste verte alleen zee te zien was en ook de lange dagen die volledig in het teken van het onderzoek stonden, voelden snel gewoon.
Ondertussen is het avontuur op zee helaas ten einde gekomen en heb ik voor het eerst in twee weken weer vaste grond onder mijn voeten. Mensen die ik over mijn belevenissen vertel, vragen mij steeds wat ik het meest bijzondere vond aan meevaren op een onderzoeksschip. Ik vind het lastig om dan één ding te noemen. Ik denk dat het meest bijzondere voor mij was om alles een keer in het écht te mogen zien. Tijdens mijn studie heb ik al veel geleerd over hoe de zee en haar ecosysteem werken, maar ik kon dit nog veel beter begrijpen na het met mijn eigen ogen te hebben gezien. Neem bijvoorbeeld de CTD waar wij dagelijks zeewater mee aan dek haalden. Als deze naar de bodem van de zee werd gelaten, kon je op een computerscherm real-time de waardes van bijvoorbeeld temperatuur, zuurstofgehalte en chlorofyl (de stof die algen en planten bevatten die fotosynthese mogelijk maakt) aflezen van een grafiek. Deze profielen zagen er bijna elke dag precies zo uit als in mijn studieboeken, iets waar ik me stiekem erg over verbaasde.
Het was ook bijzonder om te zien hoe de diversiteit die we tegenkwamen veranderde hoe verder we naar het noorden (of terug naar het zuiden) gingen. Met de schaaf bemonsterden we wat er leeft op de bodem van de zee. Wat al snel opviel was dat op elke plek een andere soort in grote getalen voorkwam. De ene dag sorteerden we door bakken vol zee-egels en de dag erna zaten de netten vol met minuscule schelpjes. Wat we vingen hing onder anderen af van de ondergrond (substraat); wanneer deze veranderde van zand in modder vonden we ook heel andere dieren. Ik had wel geleerd over de factoren die de soortensamenstelling bepalen, maar het is wel heel bijzonder om de samenstelling voor je ogen te zien veranderen met elke vangst die aan dek wordt gehaald.
Ook de vogelsoorten die ons vergezelden tijdens de vaart veranderden naarmate we weer terug naar het zuiden voeren. De majestueuze jan-van-genten en noordse stormvogels die in het hoge noorden met ons meevlogen, maakten plaats voor ‘gewone’ zilvermeeuwen en zelfs een verdwaalde stadsduif toen we over het IJ richting Amsterdam voeren. Voor mij kenmerkte dit het einde van het avontuur, al had ik zo nog twee weken willen blijven. Elke dag zoveel mooie nieuwe dingen zien en meemaken was een ervaring die ik niet zal vergeten. Ik kan niet wachten tot mijn volgende dosis vitamin-sea.