Handleiding voor scriptie belemmert creativiteit studenten

De handleidingencultuur op de universiteit is weinig inspirerend, neemt de noodzaak tot kritisch nadenken weg én werkt belemmerend voor de creativiteit. Je mag alleen maar een standaardscriptie schrijven, zo ervaart Rosita Kiewik.

Studenten werken er hun gehele studietijd naartoe. De ultieme proeve van bekwaamheid. De test der testen. De masterscriptie.

Op de basisschool vond je het nog veel werk om tafels uit je hoofd te leren. Op de middelbare school verlangde je daar met weemoed naar terug tijdens de zware proefwerkweek. Op de universiteit bleek dat zelfs die proefwerkweek wel meeviel in vergelijking met het schrijven van papers en het lezen van bergen wetenschappelijke literatuur. Toch worstelde je je ook daar zonder al te veel problemen doorheen.

En dan is daar die masterscriptie. De toets die je wist dat zou komen. Hét moment om jezelf nog één keer te bewijzen en je opleiding af te sluiten met een mooi paper. Je wilt een relevant onderwerp kiezen. Een onderzoek doen dat daadwerkelijk iets toevoegt aan het wetenschappelijke debat. Het liefst zou je zelfs met een baanbrekend nieuw inzicht willen komen. Dit is immers je masterscriptie.

Maar je masterscriptie is geen proefschrift. De docenten raden je aan om het onderzoek vooral klein en uitvoerbaar te houden. En ze hebben gelijk. Je hebt nu eenmaal ook maar een blok de tijd. Slechts tien weken voor die laatste proef. Een groots meesterwerk wordt er dus eigenlijk niet van je verwacht. En het is ook min of meer al wel bekend wat je ongeveer moet schrijven. Gewoon een simpel, gedegen onderzoekspaper. Dus zó uitdagend hoeft het niet te zijn. Je wilde de nieuwe Nachtwacht gaan schilderen, maar kreeg een kleurplaat en drie potloden. Vooral binnen de lijntjes blijven!

Twee maanden geleden schreef ik al dat mijn studie als een IKEA-bouwpakket in elkaar zit: volg de cursushandleidingen en je haalt je Diplömå. Daar komt weinig kritisch nadenken bij kijken.

Ook voor het schrijven van mijn masterscriptie ligt een handleiding klaar. Een vaste mal voor scripties, die weinig vrijheid biedt om buiten de gebaande paden te dwalen. Deze scriptiehandleiding zegt hoe het moet (het komt erop neer dat je in je scriptie een structuur moet volgen die bruikbaar is bij de meest gangbare onderzoeksmethodes) en over het bestaan andere mogelijkheden hoef je als student dus niet eens meer na te denken. Het is als rijden met een TomTom: volg de instructies, denk vooral niet zelf na over een slimmere sluiproute die je langs mooie dorpjes brengt, en met een beetje geluk kom je er wel.

Toen ik in mijn scriptie een meer theoretisch vraagstuk wilde behandelen dan gebruikelijk is, moest ik dan ook eerst groen licht krijgen om van het standaard scriptiemodel af te stappen en om de scriptiehandleiding deels overboord te gooien. Pas daarna had ik de vrijheid die nodig was om met mijn scriptieonderwerp uit de voeten te kunnen.

Als de meesterproef van een opleiding met een beetje geluk door het volgen van een handleiding te halen is, welke vaardigheden test deze dan? De academische kennis en kunde van de student? Of diens vermogen om slaafs de regeltjes te volgen? De handleidingencultuur op de universiteit is bovendien weinig inspirerend, neemt de noodzaak tot kritisch nadenken weg én werkt belemmerend voor diegenen die – ondanks dat alles – toch nog creatief willen zijn. En waren het nu net niet de rebelse, anders denkende, creatieve mensen, die in het verleden vaak tot vooruitstrevende nieuwe inzichten, theorieën en uitvindingen zijn gekomen?

Advertentie