Het belang van kunst voor academisch onderwijs
Onderwijs in en door kunst draagt bij aan de ontwikkeling van hogere orde cognitieve vaardigheden. Kunst bevordert niet alleen het vermogen om creatief te denken, maar ook het vermogen om te reflecteren over het eigen leerproces en de eigen vaardigheden. Kunst ontwikkelt empathie, aandacht en focus, en het vermogen om verschillende perspectieven in te nemen.
Deze uitkomsten - op zichzelf niet nieuw - staan beschreven in een recent Working Paper van het Center for Arts Education Research (Teachers College) van Columbia University. Eén van de auteurs is Mary Hafeli, hoogleraar Art & Art Education. Ik bezocht haar vorige week in New York om te leren wat, zogenoemd, arts-based research & education kan betekenen voor academisch onderwijs dat de kunsten níet als studieobject heeft. Zoals mijn eigen departement Bestuurs- & Organisatiewetenschap.
De geest en het gedachtegoed van filosoof en onderwijsvernieuwer John Dewey (1859-1952) zijn alom aanwezig in het Teachers College aan 525 West 120th Street, New York. Direct bij de hoofdingang lees ik Dewey’s woorden op de muur: “I believe that education is the fundamental method of social progress and reform”. Bij mijn volgende stap, de brede gang van het oude gebouw in, sta ik naast een bronzen buste van de filosoof. Mary Hafeli vertelt me dat studenten voor het eindexamen hun hand op zijn hoofd leggen, als geluksbrenger.
Ze neemt me mee naar de vierde verdieping waar de afdeling Arts & Arts Education is gevestigd. Haar studie over de bijdrage van kunst aan hoger orde denken in onderwijs betreft basis- en middelbaar onderwijs. Wat denkt zij over de betekenis van kunst in universitair onderwijs? Zij wijst op recente ontwikkelingen in de curricula van Medical Schools aan grote Amerikaanse universiteiten zoals Harvard en Yale. Daar krijgen vierdejaars studenten tegenwoordig lessen in kunst vanuit de overtuiging dat hen dat helpt om in hun toekomstige beroepsuitoefening beter te communiceren met patiënten en om meer empathisch te zijn. Maar ook verscherpen de kunstlessen hun observatievaardigheden die nodig zijn om diagnoses te stellen. (Lees daarover bijvoorbeeld: Prescribing art in medicine en Improving medicine with art )
Ik kan toevoegen dat ook op Business Schools in zowel Noord-Amerika als Europa een toenemende belangstelling is voor kunsteducatie in het onderwijs aan toekomstige managers en leiders. Deze, sinds jaar en dag, op rationaliteit en analyse gerichte opleidingen begrijpen dat er ook andere (denk)vermogens en professionele houdingen nodig zijn om zinvol te kunnen bijdragen aan complexe vraagstukken van deze tijd. Kunst opent de weg naar andere manieren van weten, die de verbeeldingskracht aanspreken. Volgens Hafeli werkt kunst eerder op een indirecte manier dan langs directe, causale, weg. In het Working Paper schrijft ze (2017:7):
Rather than arts learning “causing” improvements in specific academic subjects, we can think of these qualities and habits of mind as pathways, or enablers, that help [learners] to construct meaning from experience and environment, and reapply knowledge and skills across domains of learning and understanding.
Ook dit citaat ademt de geest van John Dewey, met begrippen als ‘habits of mind’, ‘meaning’, ‘experience and environment’. Kunst maakt het mogelijk om ervaringen uit de werkelijkheid betekenisvol te verbinden aan bestaande kennis.
Aan het eind van het bezoek toont Mary mij de onderwijszalen van de opleiding die zodanig zijn ingericht dat zij gebruikt kunnen worden voor interactief onderwijs of als atelier. Kunst in universitair onderwijs vraagt niet alleen om een herbezinning op leerdoelen en om alternatieve onderwijsmethoden. Het vraagt ook om een herinrichting van de fysieke ruimte. Lees daarover nog eens mijn vorige blog.
Referentie
Hafeli, Mary & Rob Horowitz (2017) A secondary analysis of school and students data from ‘Learning in and through the arts’: transfer and higher order thinking. Working Paper: Center for Arts Education Research, Teachers College, Columbia University.