Het fijnste werkoverleg was toen het werkoverleg niet doorging
Samen met de andere stafleden van sociale psychologie heb ik elke maand een werkoverleg. We zoeken al een tijdje naar een goede vorm. Het gaat hier niet om een officiële vergadering waar belangrijke knopen moeten worden doorgehakt. Nee, we willen elkaar gewoon zo nu en dan eens spreken. Elkaar op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen in ons onderwijs en onderzoek, onze universiteit en de maatschappij.
Dat we elkaar regelmatig zien en bijpraten is helemaal niet zo vanzelfsprekend. Om allerlei redenen - veranderende normen over aanwezigheid, ruimtegebrek in De Uithof en collega’s die buiten Utrecht wonen - werken we steeds vaker thuis en communiceren via e-mail. Vroeger zaten we het grootste deel van de week bij elkaar op de gang en was een praatje snel gemaakt. Die tijden zijn voorbij.
Onze zoektocht naar een geschikte vorm duurt al jaren. Eerst probeerden we een opzet waarbij één collega een powerpointpresentatie gaf, met aansluitend ruimte voor overleg over andere zaken. Onbedoeld kwam de aandacht nogal eenzijdig op de presentatie van die collega te liggen. Verder bespraken we niet zo veel.
Nu zijn we overgestapt naar een overleg zonder presentaties. Dit heeft als voordeel dat we meer interactie met elkaar hebben. Alleen, elkaar in de ogen kijken betekent nog niet dat je een prettig gesprek hebt. Onze sociale-psychologiegroep bestaat uit kleurrijke en diverse karakters en we zijn het lang niet altijd met elkaar eens. Door de verschillen in ideeën, aanpak en communicatiestijl is de sfeer soms gespannen.
Afgelopen week waren er veel afmeldingen voor het overleg. We besloten het te cancelen en met de mensen die wél aanwezig waren een broodje te eten in de kantine. De sfeer was zeer open en ontspannen. Voordat we het wisten, raakten we verzeild in een interessante discussie over goede wetenschap, politieke correctheid en open science, om ondertussen elkaar wat beter te leren kennen (“Wat heb jij erop?”, “Eet je echt alleen maar yoghurt?”, “In mijn studententijd was ik 15 kilo zwaarder”). Het was heel gezellig en het gesprek had nog inhoud ook.
Wat ik hiervan geleerd heb: een goed overleg begint bij het afblazen van het overleg. En dan samen een broodje gaan eten.