Het kraanwater van Lombok is te drinken, not
Afgelopen week hebben we ons in het diepe gestort door de eerste bezoeken te brengen aan de dorpjes waar we onderzoek gaan doen. Wij onderzoeken verschillende initiatieven op het gebied van waterproductie voor consumptie en hygiëne. Wij hopen in kaart te brengen hoe binnen deze initiatieven sprake is van een verdeling van verantwoordelijkheden over de betrokken stakeholders.
Ons enthousiasme wordt gevoed door de gastvrijheid, hartelijkheid en behulpzaamheid van de lokale bevolking; en dat je geduld daarbij af en toe even op de proef wordt gesteld, is een leerervaring op zichzelf. Zo blijken mensen hier het woord ‘ja’ op verschillende manieren te gebruiken. Niet alleen in de ons bekende betekenis van ‘oké, goed’, maar ook als ‘ik wil je dolgraag helpen, maar ik weet niet hoe’ of de variant die voor nog meer verwarring zorgt: ‘ik zeg wel ja, maar heb niks begrepen van wat je vroeg’. Gelukkig is onze Indonesische partner altijd present om te helpen vertalen van Engels naar Bahasa en omgekeerd. Opmerkelijk is dat een gesprek van vijf minuten Bahasa soms is samen te vatten in één Engelstalige zin, maar dat nemen we op de koop toe.
Uitdagend is ons onderzoek zeker te noemen, want naast het overwinnen van het taalprobleem, betekent onderzoek doen in Indonesië ook: op de scooter de bergpas over om je dorp van onderzoek te bereiken, voetballen met de dorpskinderen om vertrouwen te winnen, met iedereen koffie drinken en ’s avonds uitgeput maar voldaan alle aantekeningen uitwerken. Antropologisch onderzoek pur sang. De eerste inzichten stromen dan ook al binnen.
Zoals verwacht blijkt bereikbaarheid een belangrijke factor voor de aanwezigheid van collectieve voorzieningen van de overheid, hoog in de bergen is de provinciale overheid kennelijk niet in staat het collectieve actieprobleem te doorbreken. In het droge seizoen is de grote familie het instituut dat voor voldoende water in een huishouden zorgt, ook al moeten ze hiervoor 5 kilometer verderop water halen. Het blijft voor ons een gekke gedachte dat in Nederland altijd voldoende en kwalitatief water uit de kraan stroomt, terwijl men hier water uit verschillende bronnen haalt om te kunnen wassen, koken of drinken. Waterkwaliteit is daarbij een betrekkelijk begrip, want hoewel ons verzekerd werd dat het water van de drinkwatermaatschappij absoluut drinkbaar is, kregen we tijdens het interview in het lokale kantoor van de maatschappij water van een privaat bedrijf aangeboden, in gesealde verpakking wel te verstaan.
Met deze eerste ervaringen op zak zijn we klaar voor de volgende uitdaging. Vannacht blijven we slapen bij een gastvrije familie in het dorp dat in het droge seizoen met waterproblemen kampt. Nu maar hopen dat we daar ’s nachts ook naar de wc kunnen…