Hoe eerlijk is de beloning voor winnaars?
Ik had niet verwacht dit ooit te zullen typen, maar ik wil deze column inleiden met behulp van Abba, of in ieder geval met een nummer van ze dat ik laatst in de supermarkt hoorde: The Winner Takes It All. Hoe zeurderig het liedje ook is, de bewering in de titel zette me wel aan het denken, want klopt die wel en waarom is de zingende Agnetha Fältskog er zo beduusd van?
Als het over winnaars (en vanzelfsprekend dus ook over verliezers) gaat, denk ik al snel aan bijvoorbeeld de Olympische Spelen. Hier wordt de eerste plaats uiteraard beloond, maar de tweede en derde ‘winnaars’ ook. Fältskogs theorie gaat hier dus nog niet op: hoewel de winnaar het duurste edelmetaal en het meeste geld krijgt, blijft er nog genoeg over voor de andere podiumgasten.
Hoewel het logisch is dat voor de eerste plaats de grootste beloning staat, komt het verschil tussen bijvoorbeeld de geldprijzen vaak niet overeen met het behaalde resultaat. Meestal zijn de sporters zo aan elkaar gewaagd dat er maar milliseconden of –meters verschil zit tussen de prestaties. Hierdoor is het dus goed mogelijk dat, mocht dezelfde wedstrijd nogmaals worden gehouden, de nummer één in de rematch juist als tweede eindigt. Dit zorgt ervoor dat het al snel oneerlijk voelt als iemand er met een veel grotere prijs vandoor gaat, aangezien je zou kunnen stellen dat de ‘taak’ min of meer dezelfde is: ren/zwem/spring op een bepaalde manier en doe daar een zekere moeite voor.
Dit gevoel voor rechtvaardigheid lijkt diep geworteld te zitten bij mensen en komt ook voor bij andere verwante diersoorten, zoals Frans de Waal laat zien in één van zijn bekende experimenten waarin twee aapjes voor dezelfde taak een andere beloning krijgen. Het gedrag van het benadeelde aapje is in dit geval goed voor te stellen.
Des te oneerlijker wordt het dus als de winnaar er, zoals in het nummer van Abba, inderdaad met alles er vandoor gaat. Er zijn legio wedstrijden, prijsvragen, toernooien en krachtmetingen waar er maar één prijs is, voor de (vanwege de momentopname en het minimale verschil) dubieuze winnaar. Naast dat de verliezer in dit geval uiteraard ontevreden is, voelt de zege voor de winnaar hierdoor ook minder bevredigend. Zelfs als we winnen vinden we het ook oneerlijk als onze tegenstanders er te karig vanaf komen. Fältskog hoeft in het liedje dus niet per se zo ontdaan te zijn omdat ze het slachtoffer is. Haar mogelijke glansrijke overwinning kan wrang voelen omdat de wedstrijdleiding haar alle prijzen heeft gegeven, waardoor ze zich wellicht schuldig voelt tegenover de rest.
Organisatoren van wedstrijdjes, in welke vorm dan ook, doen er daarom denk ik goed aan om de winnaars en verliezers zo eerlijk en gelijk als mogelijk te behandelen. Er is niets mis met verliezen of met winnen, maar de beloning moet wel overeenkomen met het resultaat. En wie weet leidt het op den duur ook wel tot wat vrolijkere muziek in de supermarkt.