Doe eens iets anders
Hoe je een midlifecrisis als academicus kan voorkomen
Laatst ontdekte ik dat ik, als 43-jarige, nog niet eens halverwege mijn werkende leven ben. Inclusief mijn promotie heb ik nu 19 jaar gewerkt, maar ik moet er nog minimaal 24; en wellicht nog veel meer als de pensioenleeftijd blijft opschuiven.
En toch voel ik me al oud in de wetenschap. Misschien omdat ik omringd ben door zoveel jonge mensen: studenten natuurlijk, maar ook promovendi en postdocs. In de meeste meetings die ik wekelijks heb, ben ik de oudste.
Ze zullen het ontkennen, maar ik vermoed dat er best veel oudere academici zijn die het gevoel hebben al jaren hetzelfde trucje te doen. Onderwijs geven, onderzoeksvoorstellen schrijven, promovendi begeleiden, een beetje commissiewerk. En elke september rinse and repeat.
Je zou er zomaar een midlifecrisis van krijgen. Moet ik nog zo lang ditzelfde werk doen?
Sommige collega’s gaan halverwege hun academische loopbaan iets anders doen. Ze gaan de politiek in of worden decaan of rector. Fijn dat ze dat doen, belangrijk werk. Maar we kunnen niet allemaal rector worden.
Ik heb het anders aangepakt. Ik ben er gewoon een totaal ander onderzoeksveld naast gaan doen. Toen mijn decaan me drie jaar geleden vroeg om me ook met public engagement en wetenschapscommunicatie te gaan bemoeien, heb ik de kans met beide handen aangegrepen om daar dan ook wetenschappelijk onderzoek in te gaan doen.
Ik had alleen nog nooit een cursus over wetenschapscommunicatie gevolgd, en nog geen enkel artikel erover geschreven. Dus eerst heb ik me tijdens een sabbatical in drie maanden tijd door een stapel van ruim zeventig artikelen en boeken gelezen.
Daarna ben ik met mijn team van een promovendus, postdocs en een heel stel master studenten gewoon maar begonnen met onderzoek. De eerste paar artikelen die we inzonden, werden linea recta afgewezen. Maar met hulp van collega’s als Ionica Smeets en Madelijn Strick kregen we het veld langzaam onder de knie. Onze artikelen worden nu in ieder geval uitgestuurd voor review, en soms zelfs geaccepteerd.
En oh wat is het leuk! Wat is het heerlijk om weer iets totaal nieuws te leren. Om te zien hoe sociaalwetenschappers heel ander soort artikelen schrijven dan hoe ik als natuurkundige ben getraind, met veel minder figuren en veel meer tabellen. Om te ontdekken hoe een theorie in de communicatiewetenschap een totaal ander concept is dan in de natuurkunde.
Ik hoop van harte dat straks iedereen professor is, maar dat is geen reden om gezapig te worden. We moeten ons als academici wel blijven vernieuwen en blijven ontwikkelen. Dus mijn tip voor het nieuwe academische jaar is: verdiep je eens in een ander veld, als gearriveerd academicus. Het is heel verfrissend om weer bij nul te beginnen.