Hoe krijg je lees- en luisterwaardige academische teksten
In zijn autobiografie On the Move uit 2015 schrijft de neuroloog Oliver Sacks over zijn studie in Human Anatomy aan de Universiteit van Oxford: “We had to write essays and present these to our tutors, and this entailed many hours in the Radcliffe Science Library, reading research and review papers, culling what seemed most important, and presenting it in an interesting and individual way” (2015:14). Hij presenteerde zijn essays tijdens wekelijkse readings aan zijn tutor, door het eigen werk hardop voor te lezen.
Lezen is in ons onderwijs - behalve bij het beginnend lezen - een stille innerlijke activiteit. We leren om stil voor onszelf te lezen in plaats van hardop. We lezen onze teksten doorgaans niet voor. Een gedicht wel. Klank en ritme spelen in poëzie een belangrijke rol en die komen pas goed naar voren in het voordragen van een gedicht. Maar academische teksten, van onszelf en van anderen? We beoordelen vooral de inhoud van zulke teksten: of de opbouw juist is, of er beargumenteerde verbindingen worden gelegd tussen theorie en empirie, of de verwijzingen op orde zijn.
Zo’n lezing van academische producten weerspiegelt zich in didactische aanwijzingen zoals op deze website over Hoe lees je wetenschappelijke teksten. We worden aangespoord academische teksten vooral niet te lezen als een roman of een verhaal, dat wil zeggen van begin tot eind. Integendeel, beter ‘lees’ je de tekst niet maar ‘ontleed’ je het: spring door de tekst, lees de samenvatting, ga naar de conclusie, pak een stukje theorie mee en lees een aantal alinea’s over de empirie. Dat is ‘serieus’ lezen. Duidelijk is dat je wetenschappelijke teksten niet voor je plezier leest. We leren studenten teksten benaderen vanuit de ‘hermeneutics of suspicion’ zoals Paul Ricoeur dat noemde. Mediëvist Anna Wilson legt dit uit als: "Students are taught to take an objective, almost hostile, attitude to a text, to pick it to pieces and investigate it like a crime. They must not love it to much".
Natuurlijk, hardop voorlezen van de meeste wetenschappelijke teksten zou snel vervelen. Denk aan de conferentie waar de key note speaker zijn of haar geschreven tekst opleest. We leren onze teksten in stilte te schrijven in de afgesloten ruimte van onze eigen gedachten. Hardop voorlezen vraagt om teksten die, zoals Oliver Sacks in de laatste zin van het bovenstaande citaat zegt, geschreven zijn ‘in an interesting and individual way’. Dan helpt het om te schrijven met het vooruitzicht je essay aan een ander hardop voor te lezen. Pas als je een eigen tekst hardop voorleest, hoor je of je zinnen lopen, of dat je struikelt over nodeloos ingewikkelde constructies. Dan hoor je zelf, en de ander, of de inhoud van je werk begrijpelijk is en of je de materie beheerst.
Als je bij het schrijven weet dat iemand naar je tekst gaat luisteren, dan neem je het perspectief van de ander alvast mee in wat en hoe je schrijft. Schrijven wordt zo een vorm van correspondentie. In een briefwisseling anticipeert de schrijver hoe de lezer de brief later zal lezen. Voorlezen nodigt een vorm van wederzijdse betrokkenheid uit, die academisch schrijven tegelijk meer persoonlijk en interessant kan maken. En die, hopelijk, van meer academici betere schrijvers maakt. Zoals Oliver Sacks.
Bronnen:
Boek: Sacks, Oliver (2015) On the move. A life, London: Picador.
Pain, Elisabeth (2016) How to (seriously) read a scientific paper, (geraadpleegd 4 december 2017)>
How to read an academic article (geraadpleegd 4 december 2017)
Wilson, Anna (n.d.) Full-body reading (geraadpleegd 4 december 2017)