Ik ben een koe hier in Korea
Vloekend sta ik in het piepkleine badkamertje dat mijn kamergenoot A. en ik delen. Het kruis van mijn net gekochte panty hangt ongeveer halverwege mijn dijen, en een enorme ladder siert de achterkant van mijn linkerkuit. Ik stomp een keer tegen de deur en kom zuchtend weer de kamer in. “What happened?”, vraagt A., maar zodra ze mijn geërgerde gezicht en half aangetrokken panty ziet, schiet ze in de lach. “Let me guess. You ripped your tights.. again?”
Wonen in Korea doet wat met je zelfbeeld als Westerse vrouw. Ik heb mezelf nooit beschouwd als dik; ook niet als dun, maar met mijn maat 38/40 (en een incidentele uitschieter naar 42 door de verdomde skinny jeans trend), kon ik altijd nog wel door als gemiddeld. Tot ik drie maanden geleden naar de andere kant van de wereld verhuisde. En ineens tot maat ‘koe’ transformeerde.
Want Koreaanse vrouwen zijn dún. Allemaal. Ik heb letterlijk nog nooit een Koreaanse met overgewicht gezien (ik dacht er ooit één te spotten, maar toen ik dichterbij kwam, bleek ze Chinees te zijn. Daar wees mijn vriendin me op trouwens, ikzelf zie het verschil niet). Of het komt door het gezonde dieet van kimchi (een soort pittige kool) en rijst, de populariteit van bergklimmen, of simpelweg door hun obsessie met uiterlijk vertoon (en het feit dat letterlijk op élk product het aantal calorieën vermeld staat..), ik weet het niet.
Maar jaloersmakend is het soms wel. Vooral als ik weer eens in het pashokje van een Koreaans kledingzaakje sta, met een maat L wijdvallend shirt, waarin ik er uitzie als een baby met een te heet gewassen rompertje. Of me ongelooflijk opgelaten voel in de metro, sandwiched tussen twee Koreaanse oude mannetjes, op een zitplaats met een oppervlakte waarop de gemiddelde Amerikaan net één bil kwijt kan. En wanneer zelfs mijn laatste redmiddel, de H&M, alleen maar maatje 32 spijkerbroeken blijkt te verkopen, toen ik er vorige week tegen al mijn principes in toch maar eens binnen liep, gleed mijn laatste restje eigenwaarde weg.
“They just have a different body type”, probeert mijn kamergenootje me te troosten, als ik met hangende mondhoeken mijn panty weer uit trek. “You have other things that they don’t!”
Toegegeven, toen ik vorige week op zoek ging naar een nieuwe BH, omdat mijn lievelingsexemplaar kapot ging, bleek die hier inderdaad ook onvindbaar in mijn maat. En dat vond ik dan weer een stuk minder erg.