Als vanalles mogelijk is
Keuzestress of existentiële crisis?
Totdat ik ging studeren stond mijn leven vast. Niet op een vervelende manier; het was juist makkelijk, want ik hoefde geen belangrijke beslissingen te nemen. Hier en daar moest ik natuurlijk wat semi-belangrijke keuzes maken, zoals het kiezen van een school en een vakkenpakket. Maar ik heb er nooit aan getwijfeld dat het verstandig was om school af te maken. Studeren vond ik een vanzelfsprekende vervolgstap. Een tussenjaar was een optie, maar dat ik uiteindelijk een opleiding zou gaan volgen stond buiten kijf.
Nadat ik die ingewikkelde studiekeuze eindelijk achter de rug had, dacht ik wel even klaar te zijn met keuzestress. Dat heb ik nogal onderschat, want ook tijdens je studie moet je voortdurend keuzes maken. Het eerste jaar viel mee, hoewel ik toen wel heb besloten om over te stappen naar een andere universiteit en op kamers in Utrecht te gaan wonen – best ingrijpende beslissingen. In jaar twee moest ik een specialisatie kiezen (waarvan ik overigens ook na één blok ben gewisseld) en verzinnen hoe ik op een zinnige manier m’n profileringsruimte kon vullen. Na de zomer komt het derde jaar waarin, behalve het feit dat ik ergens een scriptie moet schrijven, nog helemaal niets vastligt.
Soms heb ik het euforische gevoel dat de wereld aan m’n voeten ligt. Ik kan elke keuze maken die ik wil, alles ligt nog open. Met die vrijheid komen ook veel overwegingen en twijfels. Wil ik een minor volgen aan de UU of aan een andere universiteit? Of naar het buitenland? Ik kan ook twee minors doen. Maar ik wil nog stage lopen. Heb ik nog vakken nodig voor een master die ik eventueel wil volgen? Moet ik me niet inschrijven voor een tweede bachelor? Als ik wil, kan ik stoppen met studeren en fulltime gaan werken. Zelfs al m’n spullen oppakken en naar de andere kant van de wereld emigreren is een optie!
Aan de ene kant voelt het heel bevrijdend om zoveel keus te hebben, maar het voelt ook overweldigend en soms beklemmend. Helemaal voor iemand zoals ik, die niet eens kan kiezen wat ze ‘s avonds wil eten. Mijn keuzeproces bestaat uit eindeloos informatie verzamelen, lijstjes maken en voor- en nadelen tegen elkaar afwegen. Ik besef me soms dat het nu echt allemaal op mij neerkomt. Natuurlijk zijn er genoeg mensen die me kunnen helpen bij het maken van belangrijke beslissingen, maar uiteindelijk ben ikzelf toch degene die het moet doen. Misschien heb ik behalve keuzestress wel last van een kleine existentiële crisis, maar ik heb er vertrouwen in dat het uiteindelijk allemaal goedkomt. Elke keuze is namelijk goed, dus dat probeer ik mezelf maar voor te houden.