Koken met wijn
Met iets teveel op nog even naar buiten. Damia Carli, studente Sociale geografie en UVSV-lid, liep met haar vriendinnen zo in de armen van twee knappe politiemannen.
Koken met wijn, je haar wassen met bier, de nacht doorbrengen in innige omhelzing met een emmer. Zeker, in het studentenleven kun je nauwelijks om alcohol heen. In het geval van mijn vriendinnen en mij wordt het vooral gebruikt als vermaak van de onderste plank. Letterlijk, want onze favoriete wijn, een Chateau de Migraine uit 2013, moet je in de supermarkt plat op je buik liggend op de plavuizen zien te bemachtigen.
Na een normale dinsdagavond op de bank en een aantal oorloze mokken teveel, besloten we niet al te lang geleden om nog een aantal stappen buiten de deur te wagen om te kijken of er nog ergens iemand op stang te jagen viel.
Het was 01:30 uur, een niet nader te noemen locatie in Utrecht, het had een soort van gesneeuwd. Een paar minuten van de voordeur verwijderd, stond daar zomaar ineens een prachtig blauw winkelwagentje. Goed om ons heenkijkend of niet iemand toevallig een soortgelijk object kwijt was, leek het ons een goed idee om te kijken hoeveel mensen nou eigenlijk in zo’n wagentje passen. Na een goede vier meter te hebben afgelegd, merkte iemand vaag op dat er een politiebusje naderde.
Opeens stopte het busje vlak naast ons en ging er een raampje omlaag. Verbaasd richtten we ons tot de knappe jongeman die zijn venster geopend had. “Is er iets agent? Dat karretje dat stond hier al, echt waar!” Een vriendinnetje liep zelfs naar de vindplek en begon een winkelwagentje na te doen. De agent begon te lachen. “Dat zal best”, zei hij. “Maar dat is niet waarom we stoppen.” Hij was meer dan aantrekkelijk, net als de bestuurder die zich in het gesprek begon te voegen trouwens. Het feit dat al meerdere fietsers om ons heen hadden moet klunen omdat we het fietspad blokkeerden, viel ons niet op. Wij hadden slechts aandacht voor twee dingen. En ze droegen blauw. “Mag ik misschien wat van jullie gegevens noteren?”, ging hij lachend verder.
Elkaar wegduwend probeerde ieder van ons hem als eerste ons mobiele nummer toe te werpen. “Ik heb ook jullie adressen nodig dames”, vervolgde hij. “Dat is wel meteen een hele brutale vraag meneer”, hoorde ik iemand giechelen. Hij schudde zijn hoofd en stootte gniffelend zijn collega aan.
“Dames, dames. Wij begrijpen elkaar verkeerd. Jullie krijgen een boete”. Verongelijkt begonnen we door elkaar pratend uit te leggen dat we dat karretje écht dáár hadden gevonden. Weer begon iemand uit te beelden hoe en wat. Toch begon hij onverstoorbaar te schrijven, overhandigde me een geel papiertje, wenste ons nog een fijne avond en sloot het venster terwijl het busje begon te rijden.
Sprakeloos keken we het na. Toen pas richtte ik mijn blik op het ineens ongewenste papiertje in mijn hand, en voelde hoe er over mijn schouder in stilte werd meegelezen: “Deelname aan het verkeer zonder licht: € 65,00.”