De geflapoorde huisgenoten
Konijn te huur
De meeste studenten hebben vanwege hun strenge huisbazen niet het privilege van een huisdier mogen hebben. Aangezien de vaat bij de meeste studentenhuizen al verwaarloosd wordt, is dat misschien maar goed ook. Ik heb kort op kamers gewoond, al werd alleen de woonkamer gedeeld. Na een feestje waar ook bierpong werd gespeeld, bleef er vervolgens weken, wellicht maandenlang een glas bier staan. Contractueel gezien mochten we geen huisdieren hebben, maar ik weet niet of dat ook gold voor de nieuwe levensvormen die toen spontaan zijn ontstaan. Geen enkele kat of hamster zou je zo’n slechte thuissituatie gunnen, al had een van mijn buren destijds wel heimelijk een slang, die gelukkig in mijn tijd daar nooit is ontsnapt.
Ik heb gelukkig de loterij gewonnen: ik huur sociaal, en mijn contract is voor onbepaalde tijd. Ik mag er samenwonen met mijn partner en twee harige, geflapoorde kinderen: Knurft en Smiecht. Dat heeft zowel zijn voor- als nadelen. Hoewel Knurft en Smiecht geweldige ijsbrekers zijn, vooral tijdens voorstelrondjes, heb ik nog geen goede Engelse vertaling kunnen vinden voor hun namen, wat gesprekken met internationals juist ongemakkelijker maakt. Wat betreft aliassen sta ik open voor suggesties.
Het zijn echt kleine criminelen. Naast de grote hoeveelheid laptopopladers en andere kabels die ze verorberd hebben (de verboden dropveters), wordt ook met regelmaat mijn versgeprinte papierwerk slachtoffer van mijn hongerige huisgenoten. Ik kan eigenlijk nooit op de grond zitten met mijn huiswerk, zonder dat er hapjes uit verdwijnen, en met regelmaat worden ook 'procrastinatiestapels' post, huiswerk, en andere paperjassen op de bank of op mijn bureau slachtoffer. Ik durf alle boeken die ik heb moeten kopen voor mijn studie de laatste paar jaar niet meer door te verkopen, want ook daar is bijna altijd wel van gesnackt. Smiecht heeft zelfs een keer de trackpoint (waar liefkozend ook wel naar wordt gerefereerd als “toetsenbord-tepel”) van de laptop van een vriend afgesnoept. Om maar te zwijgen over hun gebrek aan manieren: ze springen zo op je toetsenbord alsof het een hinkelbaan is. Ik ben al lang dankbaar dat ze uit mijn naam geen e-mails hebben verzonden.
Konijnen hebben ook zo hun voordelen: ze mogen in beperkte hoeveelheden ongeverfd karton wegknagen, en eten ook graag delen van planten die mensen liever niet eten, zoals de topjes van aardbeien en wortels, dus dat bespaart weer wat tripjes naar de recycling-containers. Ze maken echter geen onderscheid tussen karton en huiswerk, dus als docenten in de toekomst me niet geloven wanneer ik de “konijn heeft mijn huiswerk opgegeten”-smoes gebruik, zie dit dan als bewijs van het feit dat het voor mij geen smoes is, maar een onfortuinlijke realiteit.
Onlangs wilde de Universiteit Leiden 400.000 proefschriften vernietigen vanwege ruimtegebrek. Hoewel dat inmiddels van de baan is, heb ik nog wel een circulaire manier om al dat papier af te breken, mochten ze ooit nog voor een vergelijkbaar dilemma komen te staan. Voor het spotgoedkope tarief van één hardcover editie van “University Physics with Modern Physics” en twee laptopopladers heb ik twee raaskallen met bijzondere expertise in het versnipperveld in de aanbieding. Duur voor konijnen is het wel ja, maar ze zijn hier jarenlang in getraind. Voor speurhonden betaalt men ook groot geld, meen ik.
Enkel grappen natuurlijk. Ik weet niet waar ik zou zijn zonder die kleine GFT-bakjes. Waarschijnlijk in een iets netter huis, maar dat past toch niet zo bij me.