Laat je tanden zien medezeggenschappers!
Internationalisering is prachtig als het iets toevoegt aan de huidige vorm van het curriculum, maar je moet niet internationaliseren om het internationaliseren. De kwaliteit van het onderwijs dient gewaarborgd te worden en de inhoudelijke discussie mag niet verloren gaan.
Op dit moment is het niveau van Engels onder studenten en docenten nog niet altijd afdoende om een diepgaande discussie te voeren over complexe materie. Als gevolg daarvan verliezen werkgroepen hun diepgang, waardoor ik mijn vraagtekens zet achter het nut hiervan. Ik ben zelf niet tegen de verengelsing van de UU, maar ik vind wel dat er zoiets als internationalisering op maat dient te komen.
Door de globalisering dient onze generatie veel vaker het Engels te beheersen in het zakelijk leven, of je nu in het binnen- of buitenland gaat werken. Het bezig zijn met deze taal is dan ook een goede oefening, maar in hoeverre doen we dat niet al door internationale papers te schrijven en te lezen? Zou het niet veel beter zijn om in het curriculum meer aandacht te besteden aan internationale casuïstiek? Sowieso heb ik het idee dat het veel lastiger is om jezelf even overtuigend en krachtig uit te drukken in een ander taal, waardoor de native speakers altijd in het voordeel blijven.
Uiteraard, is de verengelsing van het onderwijs een wicked problem: een veelzijdig, complex en maatschappelijk probleem, dat zich niet eenvoudig laat oplossen. Daarom verdient zij een multidisciplinaire en structurele oplossing die alle partijen verbindt en voorziet in hun waarden.
Dat de verengelsing tot meer verdeeldheid heeft geleid onder zowel studenten als docenten is niets nieuws, maar ik vraag mij af waarom de medezeggenschap hier zo weinig aan doet. Vooral de rol van het centrale medezeggenschapsorgaan: de Universiteitsraad en het publieke debat hierover, mis ik. De U-raad zou veel meer pressie moeten uitoefenen op het universiteitsbestuur.
Gezien het publieke debat hierover te veel ontbreekt, weet ik niet wat de publieke opinie is, maar ik vraag mij af of de U-raad überhaupt kan ingrijpen, indien dat noodzakelijk blijkt te zijn.
De enige manier waarop de U-raad op dit moment ‘formeel’ haar tanden kan laten zien, is door niet in te stemmen met de begroting en dat is slechts zeer zelden gebeurd. Is dit dan een goed middel om invloed uit te oefenen? In de Tweede Kamer heeft het parlement het soevereine recht om het bestuur - de regering - ieder moment naar huis te sturen wanneer het hen behaagt, mits daarvoor een meerderheid bestaat.
Bij de U-raad, maar overigens geldt dat ook voor de faculteitsraden, is dat niet het geval. De huidige vorm van medezeggenschap mist daardoor soevereiniteit om in te grijpen en heeft meer weg van een schijndemocratie, waarbij de universitaire bestuurder oppermachtig is, dan een gelijkwaardig controlerend orgaan. Maar goed, dat is niets nieuws want de leus: medezeggenschap volgt zeggenschap, is iedereen bekend.
Moeten we de hele medezeggenschap dan maar opdoeken? Nee, zeker niet. Want het studentengeluid wordt anders helemaal niet gehoord. In het kader van democratische vernieuwing, is het dan ook zoeken naar nieuwe vormen van vertegenwoordiging om het geluid van studenten te laten horen.
Een mogelijke oplossing is om de rechtspositie van de medezeggenschap op centraal en decentraal niveau ten opzichte van de bestuurder te versterken. Echter vraag ik mij wel af of dit een wenselijke oplossing is, aangezien je dan het gevaar loopt dat raadsleden om de haverklap bestuurders naar huis sturen, wanneer zij hun zin niet krijgen. Bovendien is het vinden van nieuwe, goede bestuurders niet gemakkelijk, gezien het verhoogde toezicht op de publieke sector.
Mijn raad is dan ook om als student zoveel mogelijk te participeren bij activiteiten en workshops van de medezeggenschap om samen na te denken over de beste invulling van internationalisering op de UU en nieuwe vormen van vertegenwoordiging om daarop toe te zien. Huidige raadsleden dienen vanuit consensus-idealen zo goed mogelijk in gesprek te gaan met bestuurders over maatschappelijke discussies en mocht het zover komen: durf dan ook te staken en zoek de media op. Echter is het de vraag hoe zinvol deze vormen van pressie zijn.