Leren doen we niet in een prikkelarme omgeving
Afgelopen zaterdag ben ik naar een corona-proof concertavond geweest. Dankzij collega Joram Feitsma, die naast onderzoek doen ook prachtige pianomuziek maakt, kwam ik terecht bij een avond in theater Zihmic. Zihmic is een slim theater, die met corona op het vizier een nieuwe concert-concept bedachten: de één-op-één sessies (ook komende zaterdagen!).
Zo kwam het dat ik voor het eerst in maanden samen met een vriendin in 1,5 uur werd ondergedompeld in een breed scala aan mini-voorstellingen van muziek, cabaret en dans, waarbij wij telkens met z’n tweeën het publiek waren.
Al bij de eerste voorstelling merkte ik dat mijn hart sneller ging kloppen, een glimlach toverde zich op mijn lippen, en mijn oren spitsten zich bij alles wat er gezegd of gezongen werd. Bij voorstelling twee lag ik bijna op de grond van het lachen, en bij voorstelling vier werd ik geroerd door de mooie teksten die de zangeres zong. Ergens onderweg zei ik al tegen de vriendin: “Wow, we hebben zoveel om over te praten straks”. En dat klopte.
Eenmaal ‘klaar’ met de voorstellingen raakten we niet uitgepraat door wat we zojuist hadden meegemaakt. Niet dat het nou allemaal uitzonderlijk goed was, maar we hadden iets beleefd, iets meegemaakt, we waren geprikkeld.
Natuurlijk hadden we de afgelopen weken bij gebrek aan cultuur wel eens een concertopname opgezet, of naar een Spotify live-sessie geluisterd, maar dat gebeurde wel telkens vanuit dezelfde woon- of werkkamer, achter dezelfde tv of laptop. Nu hadden we het gevoeld, we hadden op de grond liggen luisteren naar prachtige pianomuziek en met onze ogen een flamencodanseres bestudeerd. Het voelde alsof onze zintuigen een tijdje op sluimerstand hadden gestaan en vanavond op magische wijze weer helemaal werden aangesproken. Voldaan en vol energie fietste ik naar huis, waar ik tegen mijn vriend niet uitgepraat raakte over wat ik had beleefd.
Gek, dacht ik toen ik de volgende ochtend wakker werd, dit is dus wat gebrek aan het beleven van cultuur en aan nieuwe ervaringen met me had gedaan. En ik had het niet eens echt doorgehad. Ja, Ik voelde wel de behoefte om lekker te gaan dansen of het gemis van het café, maar het was toch prima zo? Was mijmeren over een afgezegd festival niet vooral een groot luxeprobleem?
Toch bleef dat gevoel van zaterdag hangen, en toen ik op maandag voor de tigste keer na hetzelfde ochtendritueel achter mijn laptop kroop, wist ik wat dat knagende gevoel van de afgelopen weken was. Ja, ik kan mijn werk prima vanuit huis doen, maar de manier waarop we nu – gedwongen – ons onderwijs verzorgen en ons onderzoek doen is een verarmde versie van wat we gewend zijn.
Onderwijs en onderzoek in een prikkelarme omgeving - ik vind het moeilijk om voor te stellen dat dit nog een halfjaar of langer zo doorgaat. Het echt zelf kunnen zien, meemaken en beleven, is er niet, en dat is nou juist wat de universiteit zo waardevol maakt. Ben alvast aan het nadenken geslagen over een creatieve manier om universitaire één-op-één sessies te organiseren.