Leren schrijven
Klagen over de slechte taalvaardigheid van studenten is van alle tijden, constateert Bald de Vries. Schrijven is als studeren. Het is een langzaam groeiproces.
In de laatste twee columns stond een schrijffout – een d/t fout nog wel. Daar kreeg ik terecht commentaar op. De redactie van DUB reageerde ook op dat commentaar en schreef dat ze dat in de eindredactiefase hadden moeten aanpassen. Maar ik blijf natuurlijk verantwoordelijk voor mijn eigen product. En terecht. Dat brengt me op het onderwerp van deze column: ons geklaag over het slechte Nederlands van onze studenten. Is het echt zo slecht? Is het een nieuwe ontwikkeling? Is het ons misschien te verwijten?
Het is niet een nieuwe ontwikkeling, al willen we graag anders geloven. In 1931 schreef men, in een rapport over de juridische opleiding, al dat de student wel heeft leren denken, "maar hij heeft niet voldoende geleerd zijne gedachten te ordenen, ze in duidelijke taal en in behoorlijken vorm uit te drukken en ze in logisch verband uit te werken", en ook: "Wat de faculteiten soms aan schrijfsels van studenten in handen krijgen, wekt dikwijls ergernis."
Het lijkt van alle tijden te zijn, het geklaag over de slechte taalvaardigheid van onze studenten. Het is terecht dat we ons druk moeten maken over de schrijfvaardigheid maar het is niet terecht dat we dat enkel de student aanwrijven. En natuurlijk kan het altijd beter in het middelbaar onderwijs, maar schrijven vergt meer. Schrijven is als een taal leren. Je kunt de grammatica begrijpen en een groot vocabulaire opbouwen maar dat betekent nog niet dat je de taal kan spreken. Dat vergt juist oefening... door het te spreken, veel te spreken, elke dag een uurtje en dan na verloop van tijd gaat het steeds beter. Schrijven leer je door veel te schrijven, elke dag een uurtje. Dat kunnen studenten zichzelf aanleren: een uurtje schrijven over wat dan ook. En wij, als docenten: schrijven wij wel genoeg en laten wij onze studenten voldoende schrijven?
Schrijven is meer dan gedachten op schrift formuleren. Althans, we willen dat studenten die gedachten kunnen ordenen en in een betoog kunnen verwoorden dat leesbaar en begrijpelijk is. Schrijven impliceert dan ook het vormgeven van die gedachten, ze te polijsten, mooi te maken, in een stijl te gieten. Schrijven impliceert redactie en redactie impliceert redigeren. Ik heb vaak het idee dat studenten die stap vergeten: redigeren van dat wat zij geschreven hebben. Na het schrijven begint het (her)schrijven. Het belang van redactie is iets wat wij studenten kunnen aanleren.
Schrijven is als studeren. Het is een langzaam groeiproces van kennis, inzicht en reflectie. Verwijt de studenten niet te veel maar laat ze schrijven, net zoals we ze vrij moeten laten om te studeren. Wij doen wat wij kunnen en studenten doen wat zij moeten doen. Dan komt het goed, vast.