Leren van falen

Vorige week tijdens een werkgroep over organisatiecultuur probeerden mijn studenten en ik de organisatiecultuur van de UU te ontleden. In de literatuur die we samen hadden gelezen, ging het over verschillende manieren waarop organisatiecultuur zich manifesteert. Je kunt die bijvoorbeeld ontleden door op zoek te gaan naar symbolen in de organisatie – een verzameling alle dingen die de betekenis en interpretatie van mensen over een organisatie vormen. Denk daarbij aan bepaalde mythes of verhalen die de ronde doen, onderscheidende rituelen en ceremonies, metaforen die de organisatie beschrijven, vlaggen en logo’s of specifiek taalgebruik dat veel voorkomt in de organisatie.

Al denkende kwamen we op talloze voorbeelden die ‘iets’ zeggen over de organisatiecultuur van onze universiteit. Het motto in de zon van de universiteit bijvoorbeeld (Sol Justitiae Illustre Nos – Zon der gerechtigheid verlicht ons) die richting geeft aan kernwaarden die we centraal stellen in de universiteit. Of de ceremonie rondom een promotie om jonge wetenschappers in te lijven in de gebruiken van de wetenschap; de wedstrijd voor een nieuw universiteitslied om saamhorigheid te vergroten; de ontgroeningsperiode bij studentenverenigingen om nieuwe leden kennis te laten maken met het studentenleven; het rode vierkantje op een revers of trui om onvrede over de huidige koers van hoger onderwijs kenbaar te maken, of de metafoor van de universiteit als een olietanker om aan te geven hoe moeilijk het is om de organisatie snel te kunnen veranderen. Stuk voor stuk voorbeelden van symbolen die ons helpen om betekenis te geven aan de organisatie waar we deel van uitmaken – en ons dus ook een bepaalde richting op sturen hoe we ons verhouden tot die organisatie.

We hadden het ook over verhalen die verteld worden over de organisatie en keken samen naar verhalen die de universiteit uitdraagt op haar YouTube pagina. Ik bleef, ook na de werkgroep, met mijn gedachten hangen bij het filmpje Werken aan een betere wereld. Begeleid door Janis Joplin kijken we naar de worsteling van wetenschappers en studenten om van betekenis te zijn in de wereld van morgen. In mijn lezing van het filmpje vertelt de verhalenverteller hier dat we een cultuur hebben waarin we tot uitersten gaan om aan het doel van een ‘betere wereld’ bij te dragen. We zien frustratie, mensen die tot ’s avonds laat doorwerken, en zuchtende studenten. We zien het ploeterwerk en het doorzettingsvermogen dat nodig is om overeind te blijven in de wereld van de universiteit. Ondertussen zingt Joplin dat ze zó veel over heeft voor haar man dat ze bereid is om nog een stuk, en nog een stuk van haar hart af te breken, zolang hij het maar aanneemt. De man is in deze dus die wereld van morgen, en wij breken stukjes van ons hart af om die wereld van morgen te kunnen verbeteren.

We werken daar met elkaar zo hard aan, en vieren dat uitgebreid wanneer het lukt om een stapje dichterbij die betere wereld te komen (Joplin: “You know you got it, if it makes you feel good”). Dat geluksgevoel van een doorbraak in onderzoek, een positieve onderwijservaring, of een nieuwe publicatie is heerlijk, en dat zien we ook in het filmpje. Maar we moeten ook echt tijd nemen om de stukjes van ons hart die we weggeven en niet terugkrijgen weer te laten helen. Bijvoorbeeld omdat een onderzoek mislukt, je ondanks veel studietijd een vak niet hebt gehaald, of omdat een vakblad jouw onderzoek niet wil publiceren (lees ook hier over de pijn van academisch falen).

Ik ken een paar prachtige voorbeelden van mensen die laten zien dat het normaliseren van falen van groot belang is om duurzaam te kunnen werken aan die betere wereld die we zo belangrijk vinden. Caitlin Kirby bijvoorbeeld. Zij promoveerde deze maand in een rok gemaakt van afwijzingsbrieven. Of kijk naar politicoloog Jason Reifler die een twitter feed bijhoudt met al zijn afwijzingen en daarmee veel van mijn vakgenoten inspireerde om hetzelfde te doen. Of de Amerikaanse professor Johannes Haushofer die een ‘faal-cv’ publiceerde, en kijk naar deze vijf fantastische UU studenten die een wetenschappelijk tijdschrift opzetten om ‘mislukt’ onderzoek te kunnen publiceren.

Tijd dus om actie te ondernemen en na te denken over hoe wij kunnen laten zien dat falen een fundamenteel onderdeel is van onze organisatiecultuur. Wat mij betreft is het tijd voor een UU briljant-failure-award, een ‘wall-of-afwijzingsbrieven’ en cursussen ‘leren van falen’, om elkaar te helpen om te gaan met tegenslagen. Heb jij nog meer ideeën? Ik hoor ze graag!


 

NB: bedankt aan iedereen die mij aan de hand van mijn eerste column zowel offline en online stof gaf die aanzet tot verder nadenken over ‘mens worden’ op de universiteit!

Advertentie